Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)


Hoofdstuk 8

Rechten en plichten bij de tenuitvoerlegging en uitvoering van de crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel en zorgmachtiging.

Paragraaf 1

Tenuitvoerlegging en uitvoering van de crisismaatregel, machtiging tot voortzetting crisismaatregel en zorgmachtiging

Artikel 8:1 1 De officier van justitie gaat onverwijld, doch uiterlijk binnen twee weken na afgifte door de rechter, over tot tenuitvoerlegging van de zorgmachtiging.
2 De burgemeester gaat binnen 24 uur na afgifte over tot tenuitvoerlegging van de crisismaatregel.
3 De officier van justitie gaat onverwijld over tot tenuitvoerlegging van de machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel.
4 Zo nodig kan de burgemeester of de officier van justitie bij de tenuitvoerlegging van de crisismaatregel, de machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel onderscheidenlijk de zorgmachtiging, de hulp inroepen van zorgverleners met kennis van en ervaring met het verlenen van zorg en verplichte zorg.
5 Zo nodig kan de burgemeester of de officier van justitie bij de tenuitvoerlegging van de crisismaatregel, de machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel onderscheidenlijk de zorgmachtiging de hulp inroepen van ambtenaren van politie. De burgemeester kan deze bevoegdheid mandateren aan een of meer hulpofficieren van justitie.

Artikel 8:2 1 De personen, bedoeld in artikel, 8:1, derde, vierde en vijfde lid, kunnen, uitsluitend voor zover dat redelijkerwijs nodig is voor de tenuitvoerlegging van de crisismaatregel, de machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel of de zorgmachtiging:
a. elke plaats betreden waar de betrokkene zich bevindt;
b. voorwerpen ontnemen die een gevaar voor de veiligheid van betrokkene of voor anderen kunnen opleveren en hem daartoe aan de kleding of het lichaam onderzoeken.
2 De ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 8:1, vijfde lid, kunnen, uitsluitend voor zover dat redelijkerwijs nodig is voor de tenuitvoerlegging van de crisismaatregel, de machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel of de zorgmachtiging de woning van betrokkene zonder zijn toestemming binnentreden.
3 De ontnomen voorwerpen worden voor betrokkene bewaard, voor zover dit niet in strijd is met enig wettelijk voorschrift.

Paragraaf 2

Uitvoering van de crisismaatregel, machtiging tot voortzetting crisismaatregel en zorgmachtiging

Artikel 8:3 1 De zorgaanbieder informeert betrokkene en de vertegenwoordiger zo spoedig mogelijk na de afgifte van de crisismaatregel, de machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel of de zorgmachtiging schriftelijk over:
a. de geneesheer-directeur;
b. de zorgverantwoordelijke;
c. de mogelijkheid tot advies en bijstand door een patiëntenvertrouwenspersoon;
d. de familievertrouwenspersoon;
e. de klachtregeling, bedoeld in hoofdstuk 10;
f. de huisregels;
g. de richtlijnen, bedoeld in artikel 8:5;
h. de overige bij of krachtens deze wet omschreven rechten en plichten van betrokkene.
2 De zorgverantwoordelijke informeert betrokkene en de vertegenwoordiger zo spoedig mogelijk na de afgifte van de crisismaatregel, de machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel of de zorgmachtiging schriftelijk over het dossier van betrokkene, bedoeld in artikel 8:4.

Artikel 8:4 1 De zorgverantwoordelijke draagt er, onverminderd artikel 454 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zorg voor dat in het dossier van betrokkene aantekening wordt gehouden van:
a. de zorgaanbieder;
b. de naam van de geneesheer-directeur;
c. de naam van de zorgverantwoordelijke;
d. de vertegenwoordiger;
e. de voor continuïteit van zorg relevante familie en naasten;
f. de zorgkaart;
g. het zorgplan;
h. indien er geen overeenstemming over het zorgplan is bereikt, de redenen daarvoor;
i. de voortgang van de uitvoering van het zorgplan;
j. de verplichte zorg die op grond van de crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, zorgmachtiging, artikel 7:3 of artikel 8:11 wordt verleend;
k. de behandeling op grond van artikel 9:6, het toepassen van middelen of maatregelen als bedoeld in artikel 9:8, eerste lid, of het opleggen van beperkingen als bedoeld in artikel 9:9;
l. het verslag van de periodieke toetsing van de proportionaliteit, subsidiariteit, effectiviteit en veiligheid van de verleende zorg en verplichte zorg;
m. een afschrift van de medische verklaring, bedoeld in artikel 5:8, 7:1, 7:11 of 8:19;
n. een afschrift van de crisismaatregel, machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging;
o. de zelfbindingsverklaring;
p. het plan, bedoeld in artikel 5:5, eerste lid;
q. andere schriftelijke wilsuitingen inzake zorg, dan bedoeld in onderdeel f, o of p.
2 In het dossier houdt de zorgverantwoordelijke tevens aantekening van de verstrekking van gegevens zonder toestemming van betrokkene door de geneesheer-directeur, de burgemeester, de politie, de officier van justitie, en de zorgverantwoordelijke zelf, bedoeld in artikel 8:29.
3 In afwijking van artikel 455 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek vernietigt de zorgverantwoordelijke het dossier niet indien de zorgverantwoordelijke redelijkerwijs mag aannemen dat bewaring van het dossier van aanmerkelijk belang is voor betrokkene.

Artikel 8:5 1 De verplichte zorg wordt in beginsel toegepast op basis van een multidisciplinaire richtlijn.
2 De richtlijn is gericht op:
a. het voorkomen van verplichte zorg;
b. keuze voor de minst bezwarende vorm van verplichte zorg;
c. het beperken van de duur en frequentie van de verplichte zorg;
d. de veiligheid van betrokkene en zorgverleners;
e. het voorkomen van nadelige effecten op korte en lange termijn voor betrokkene.

Artikel 8:6 1 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de veiligheid binnen de accommodatie en de wijze van toezicht door de zorgaanbieder op de verplichte zorg in de accommodatie en kunnen regels worden gesteld over de kwaliteit van de verplichte zorg.
2 De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Artikel 8:7 1 De zorgaanbieder is verplicht de zorg, genoemd in de crisismaatregel, de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of de zorgmachtiging, te verlenen.
2 De zorgaanbieder verleent, naast de tijdelijke verplichte zorg voorafgaand aan de crisismaatregel, bedoeld in artikel 7:3, uitsluitend de vormen van verplichte zorg die zijn opgenomen in de zorgmachtiging, de crisismaatregel, de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, of een beslissing op grond van de artikelen 8:11 tot en met 8:14.
3 Een zorgaanbieder verleent aan betrokkene slechts verplichte zorg als bedoeld in de crisismaatregel, de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of de zorgmachtiging tegen overlegging van een afschrift van respectievelijk de crisismaatregel, de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of de zorgmachtiging.

Artikel 8:8 De zorgaanbieder draagt er zorg voor dat de zorgkaart van betrokkene, inclusief de bijlagen, bekend is bij de geneesheer-directeur en de zorgverantwoordelijke.

Artikel 8:9 1 De zorgverantwoordelijke neemt ter uitvoering van de crisismaatregel, machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel of de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet dan nadat hij:
a. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
b. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
c. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.
2 De zorgverantwoordelijke stelt een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg op grond van de crisismaatregel, machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel of de zorgmachtiging op schrift en voorziet de beslissing van een schriftelijke motivering.
3 De geneesheer-directeur geeft betrokkene, de vertegenwoordiger en de advocaat een afschrift van de beslissing en stelt hen schriftelijk in kennis van de klachtwaardigheid van de beslissing en de mogelijkheid van advies en bijstand door de patiëntenvertrouwenspersoon en de familievertrouwenspersoon.
4 Indien verplichte zorg anders dan strekkende tot opname in een accommodatie, op grond van een crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging wordt toegepast, legt de zorgverantwoordelijke, onverminderd het bepaalde in artikel 1:5, na overleg met de vertegenwoordiger, schriftelijk vast in het dossier, bedoeld in artikel 8:4, met vermelding van de datum en het tijdstip, of:
a. betrokkene tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake in staat is, en
b. er een acuut levensgevaar dreigt voor betrokkene dan wel er een aanzienlijk risico is voor een ander op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade, ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang, of om ernstig in zijn ontwikkeling te worden geschaad, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
5 De zorgaanbieder, geneesheer-directeur en zorgverantwoordelijke leggen geen beperkingen op in het contact van betrokkene met de vertegenwoordiger, de inspectie of de justitiële autoriteiten.

Artikel 8:10 De zorgaanbieder, de geneesheer-directeur en de zorgverantwoordelijke kunnen bij de uitvoering van de crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging zo nodig de hulp inroepen van personen met kennis en ervaring met het verlenen van zorg en verplichte zorg en van ambtenaren van politie.

Paragraaf 3

Tijdelijke verplichte zorg in noodsituaties

Artikel 8:11 De zorgverantwoordelijke kan, indien er sprake is van verzet als bedoeld in artikel 1:4 beslissen tot het verlenen van verplichte zorg waar de crisismaatregel, de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of de zorgmachtiging niet in voorziet, voor zover dit tijdelijk ter afwending van een noodsituatie noodzakelijk is, gelet op:
a. ernstig nadeel,
b. de veiligheid binnen de accommodatie of andere locatie waar de zorg of verplichte zorg wordt verleend,
c. de bescherming van rechten en vrijheden van anderen, of
d. de voorkoming van strafbare feiten.

Artikel 8:12 1 De duur van de tijdelijke verplichte zorg, bedoeld in artikel 8:11, is beperkt tot een periode van maximaal drie dagen. Indien de termijn, bedoeld in de eerste volzin, eindigt op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag als bedoeld in de Algemene termijnenwet, wordt deze verlengd tot en met de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is.
2 De zorgverantwoordelijke doet onverwijld mededeling aan de geneesheer-directeur van de schriftelijke en gemotiveerde beslissing tot tijdelijke verplichte zorg en van de beëindiging van de tijdelijke verplichte zorg.
3 Indien de zorgverantwoordelijke van oordeel is dat de tijdelijke verplichte zorg na de in het eerste lid bedoelde periode moet worden voortgezet, kan hij daartoe uitsluitend beslissen indien een door de zorgverantwoordelijke gemotiveerde aanvraag tot wijziging van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging door de geneesheer-directeur, vergezeld van zijn advies daarover, bij de officier van justitie is ingediend.
4 De officier van justitie beslist zo spoedig mogelijk op de aanvraag tot wijziging van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging.
5 Indien de officier van justitie instemt met de aanvraag van de geneesheer-directeur tot wijziging van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging, dient hij daartoe onverwijld een verzoekschrift in bij de rechter.
6 De verplichte zorg, bedoeld in het vierde lid, kan worden verleend totdat:
a. de officier van justitie besluit geen verzoekschrift in te dienen en dit aan de geneesheer-directeur heeft meegedeeld,
b. de rechter uitspraak heeft gedaan over het verzoekschrift voor een wijziging van een zorgmachtiging of door het verstrijken van de termijn, bedoeld in artikel 6:2, eerste lid, onderdeel d, of
c. de rechter uitspraak heeft gedaan over het verzoekschrift voor een wijziging van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, of door het verstrijken van de termijn, bedoeld in artikel 7:8, derde lid.
7 Indien betrokkene op grond van artikel 8:11 in een instelling als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, of artikel 3.3, eerste lid, van de Wet forensische zorg wordt opgenomen, zijn voor de duur van die opname artikel 3.4 van de Wet forensische zorg, artikel 42, vijfde lid en artikel 44, alsmede de hoofdstukken V, VI en VII van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van toepassing.

Artikel 8:13 1 De zorgverantwoordelijke stelt een beslissing als bedoeld in de artikelen 8:11 en 8:12 op schrift en voorziet de beslissing van een schriftelijke motivering.
2 De beslissing vermeldt het moment waarop de geneesheer-directeur en de zorgverantwoordelijke, de proportionaliteit, de subsidiariteit, de effectiviteit en de veiligheid van de tijdelijke verplichte zorg beoordelen.
3 De geneesheer-directeur geeft betrokkene, de vertegenwoordiger en de advocaat een afschrift van de beslissing en stelt hen schriftelijk in kennis van de klachtwaardigheid van de beslissing en de mogelijkheid van advies en bijstand door de patiëntenvertrouwenspersoon en de familievertrouwenspersoon.

Paragraaf 4

Veiligheidsonderzoek en huisregels

Artikel 8:14 1 De zorgverantwoordelijke kan bij het gegronde vermoeden van aanwezigheid binnen de accommodatie van voorwerpen die betrokkene niet in zijn bezit mag hebben of die ernstig nadeel veroorzaken, ter voorkoming van een noodsituatie, een beslissing nemen tot onderzoek:
a. aan kleding of lichaam van betrokkene,
b. van de woonruimte binnen de accommodatie van betrokkene, dan wel
c. van poststukken afkomstig van of bestemd voor betrokkene die in een accommodatie verblijft, maar alleen in aanwezigheid van betrokkene.
2 De ontnomen voorwerpen worden voor betrokkene bewaard, voor zover dit niet in strijd is met enig wettelijk voorschrift.
3 De zorgverantwoordelijke stelt de beslissing op schrift, voorziet de beslissing van een schriftelijke motivering en stelt de geneesheer-directeur op de hoogte van de beslissing.
4 De geneesheer-directeur geeft betrokkene, de vertegenwoordiger en de advocaat een afschrift van de beslissing en stelt hen schriftelijk in kennis van de klachtwaardigheid van de beslissing en de mogelijkheid van advies en bijstand door de patiëntenvertrouwenspersoon.

Artikel 8:15 1 De zorgaanbieder stelt huisregels op voor de ordelijke gang van zaken en de veiligheid, passend bij de doelgroep, in de accommodatie.
2 De huisregels bevatten geen andere regels dan bedoeld in het eerste lid en worden, indien van toepassing, vastgesteld volgens het model, bedoeld in het vijfde lid.
3 De zorgaanbieder stelt aan betrokkene en de vertegenwoordiger zo spoedig mogelijk na diens opname in een accommodatie een schriftelijk overzicht van de in de accommodatie geldende huisregels ter hand.
4 De zorgverantwoordelijke zorgt ervoor dat betrokkene en de vertegenwoordiger een mondelinge toelichting op de huisregels ontvangen.
5 Bij regeling van Onze Minister kan een model voor huisregels worden vastgesteld.

Paragraaf 5

Overplaatsing, tijdelijke onderbreking en beëindiging

Artikel 8:16 1 De geneesheer-directeur kan op aanvraag of ambtshalve de verantwoordelijkheid voor het verlenen van zorg op grond van een crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging aan een andere zorgaanbieder, geneesheer-directeur of zorgverantwoordelijke toewijzen. Betrokkene, de vertegenwoordiger, de advocaat of de zorgverantwoordelijke kunnen bij de geneesheer-directeur daartoe een schriftelijke en gemotiveerde aanvraag indienen.
2 De geneesheer-directeur deelt zijn beslissing op grond van het eerste lid schriftelijk en gemotiveerd aan betrokkene mee en zendt een afschrift van de beslissing aan de vertegenwoordiger, de advocaat en de officier van justitie.
3 De geneesheer-directeur kan geen ambtshalve beslissing of instemmende beslissing nemen op de aanvraag dan nadat de beoogde zorgaanbieder, geneesheer-directeur of zorgverantwoordelijke zich bereid hebben verklaard tot het verlenen van zorg of verplichte zorg op grond van een crisismaatregel, machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging.
4 Indien de geneesheer-directeur ambtshalve een beslissing neemt of instemt met de aanvraag zendt hij een afschrift van de beslissing aan de:
a. betrokken zorgaanbieders,
b. zorgverantwoordelijke,
c. vertegenwoordiger,
d. advocaat,
e. officier van justitie,
f. griffie van de rechtbank, indien een machtiging tot verlenging van de crisismaatregel of zorgmachtiging voor betrokkene is afgegeven,
g. burgemeester, indien een crisismaatregel is genomen, en
h. inspectie.
5 De geneesheer-directeur stelt betrokkene, de vertegenwoordiger en de advocaat schriftelijk in kennis van de klachtwaardigheid van de beslissing en de mogelijkheid van advies en bijstand door de patiëntenvertrouwenspersoon en de familievertrouwenspersoon.
6 Indien de geneesheer-directeur een ambtshalve of instemmende beslissing neemt als bedoeld in het eerste lid tot toewijzing van een andere zorgverantwoordelijke, draagt de eerder aangewezen zorgverantwoordelijke ervoor zorg dat het dossier, bedoeld in artikel 8:4, ter beschikking komt van de nieuw aangewezen zorgverantwoordelijke. Indien de geneesheer-directeur een ambtshalve of instemmende beslissing neemt als bedoeld in het eerste lid tot toewijzing van een andere zorgaanbieder, draagt de eerder aangewezen zorgaanbieder ervoor zorg dat de gegevens, bedoeld in artikel 8:24, eerste lid, ter beschikking komen van de nieuw aangewezen zorgaanbieder.
7 In de situatie, bedoeld in het zesde lid, tweede volzin, informeert de nieuw aangewezen zorgaanbieder zo spoedig mogelijk de eerder aangewezen zorgaanbieder indien de verplichte zorg op grond van een crisismaatregel, machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging wordt beëindigd.

Artikel 8:17 1 De geneesheer-directeur neemt op een daartoe strekkende schriftelijke en gemotiveerde aanvraag van betrokkene, de vertegenwoordiger, de advocaat of de zorgverantwoordelijke, dan wel uit eigen beweging een schriftelijke en gemotiveerde beslissing, inhoudende het verlenen van tijdelijke onderbreking van de verplichte zorg op grond van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging aan betrokkene, voor zover en voor zolang dit verantwoord is.
2 De geneesheer-directeur verzoekt Onze Minister van Veiligheid en Justitie schriftelijk om toestemming voor het nemen van een beslissing tot het verlenen van tijdelijke onderbreking van de verplichte zorg, houdende opname in een accommodatie, op grond van een zorgmachtiging die is afgegeven met toepassing van artikel 2.3 van de Wet forensische zorg, behoudens de gevallen waarin artikel 2.3, onderdeel 3, is toegepast en betrokkene is vrijgesproken van hetgeen hem ten laste is gelegd.
3 Onze Minister van Veiligheid en Justitie verstrekt de geneesheer-directeur zo spoedig mogelijk schriftelijk en gemotiveerd zijn beslissing.
4 Indien de toestemming, bedoeld in het tweede lid, niet wordt gegeven, verleent de geneesheer-directeur geen tijdelijke onderbreking van de verplichte zorg en wijst hij de aanvraag af.
5 De geneesheer-directeur kan aan de beslissing voorwaarden of beperkingen verbinden.
6 De geneesheer-directeur geeft betrokkene, de vertegenwoordiger, de advocaat en de zorgverantwoordelijke een afschrift van de beslissing, indien van toepassing voorzien van de beoordeling van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, en stelt hen uiterlijk binnen vier dagen na de beslissing schriftelijk in kennis van de klachtwaardigheid van de beslissing en de mogelijkheid van advies en bijstand door de patiëntenvertrouwenspersoon en de familievertrouwenspersoon.
7 De geneesheer-directeur informeert tijdig de officier van justitie over de beslissing tot tijdelijke onderbreking van de verplichte zorg op grond van een machtiging tot verlenging van de crisismaatregel of zorgmachtiging.
8 De geneesheer-directeur kan de voor de continuïteit van zorg voor betrokkene relevante familie en naasten en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar betrokkene ingezetene is dan wel naar verwachting zal verblijven informeren over de tijdelijke onderbreking van de verplichte zorg op grond van de zorgmachtiging, indien dit noodzakelijk is omdat essentiële voorwaarden voor deelname aan het maatschappelijk verkeer van betrokkene ontbreken.
9 De geneesheer-directeur kan op een daartoe strekkend schriftelijk en gemotiveerd verzoek of uit eigen beweging de beslissing tot tijdelijke onderbreking van de verplichte zorg schriftelijk en gemotiveerd intrekken. Het zesde en zevende lid zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8:18 1 De geneesheer-directeur neemt op een daartoe strekkende schriftelijke en gemotiveerde aanvraag van betrokkene, de vertegenwoordiger, de advocaat of de zorgverantwoordelijke, dan wel uit eigen beweging een beslissing tot beëindiging van het verlenen van verplichte zorg op grond van een crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging indien het doel van verplichte zorg is bereikt of niet langer wordt voldaan aan de criteria voor verplichte zorg.
2 De geneesheer-directeur neemt niet eerder een beslissing over de beëindiging van de verplichte zorg op grond van een crisismaatregel of machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel dan nadat hij zich ervan heeft vergewist dat er geen verzoek voor een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel onderscheidenlijk een zorgmachtiging is ingediend.
3 Voor zover aan betrokkene verplichte zorg wordt verleend, houdende opname in een accommodatie, en betrokkene blijkens de eerder afgegeven medische verklaring ernstig nadeel voor een ander heeft veroorzaakt, neemt de geneesheer-directeur niet eerder een beslissing over beëindiging van de verplichte zorg op grond van een crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging dan nadat hij overleg heeft gevoerd met de burgemeester die de crisismaatregel heeft afgegeven, in geval van beëindiging van de crisismaatregel, of met de officier van justitie en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar betrokkene ingezetene is dan wel naar verwachting zal verblijven, in geval van beëindiging van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging. Voorts neemt de geneesheer-directeur niet eerder een beslissing over beëindiging van de verplichte zorg op grond van een zorgmachtiging dan nadat hij zich door middel van een medische verklaring van een psychiater, indien van toepassing volgens het vastgestelde model, bedoeld in het veertiende lid, op de hoogte heeft gesteld van het oordeel van de psychiater over zijn voornemen om de verplichte zorg te beëindigen en over de actuele gezondheidstoestand van betrokkene.
4 De geneesheer-directeur verzoekt Onze Minister van Veiligheid en Justitie schriftelijk om toestemming voor het nemen van een beslissing tot beëindiging van de verplichte zorg, houdende opname in een accommodatie, op grond van een zorgmachtiging die is afgegeven met toepassing van artikel 2.3, eerste lid, van de Wet forensische zorg, behoudens de gevallen waarin artikel 2.3, eerste lid, onder 3, van die wet, is toegepast en betrokkene is vrijgesproken van hetgeen hem ten laste is gelegd.
5 Onze Minister van Veiligheid en Justitie verstrekt de geneesheer-directeur zo spoedig mogelijk schriftelijk en gemotiveerd zijn beslissing.
6 Indien de toestemming, bedoeld in het vierde lid, niet wordt gegeven, beëindigt de geneesheer-directeur de verplichte zorg niet en wijst hij de aanvraag af.
7 De geneesheer-directeur neemt binnen veertien dagen na ontvangst van een aanvraag tot beëindiging van het verlenen van verplichte zorg op grond van een crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging een schriftelijke en gemotiveerde beslissing.
8 De geneesheer-directeur kan aan de beslissing voorwaarden of beperkingen verbinden.
9 De geneesheer-directeur geeft betrokkene, de vertegenwoordiger, de advocaat en de zorgverantwoordelijke een afschrift van de beslissing, indien van toepassing voorzien van de beoordeling van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, en stelt hen schriftelijk in kennis van de klachtwaardigheid van de beslissing om aan de beslissing voorwaarden of beperkingen te verbinden, als bedoeld in het achtste lid, en de mogelijkheid van advies en bijstand door de patiëntenvertrouwenspersoon en de familievertrouwenspersoon.
10 De geneesheer-directeur informeert tijdig:
a. de burgemeester over de beëindiging van de verplichte zorg op grond van een crisismaatregel;
b. de officier van justitie over de beëindiging van de verplichte zorg op grond van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging.
11 De geneesheer-directeur kan de voor de continuïteit van zorg voor betrokkene relevante familie en naasten en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar betrokkene ingezetene is dan wel naar verwachting zal verblijven informeren over de beëindiging van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging indien dit noodzakelijk is omdat essentiële voorwaarden voor deelname aan het maatschappelijk verkeer van betrokkene ontbreken.
12 Bij niet naleving van een aan de beslissing tot beëindiging van het verlenen van verplichte zorg op grond van een crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging door de geneesheer-directeur of de rechter verbonden voorwaarde of beperking trekt de geneesheer-directeur de beslissing tot beëindiging in.
13 De geneesheer-directeur deelt de beslissing tot intrekking, bedoeld in het twaalfde lid, uiterlijk binnen vier dagen na de beslissing schriftelijk en gemotiveerd mee aan betrokkene, de vertegenwoordiger, de advocaat en de zorgverantwoordelijke, en stelt hen daarbij in kennis van de klachtwaardigheid van de beslissing en de mogelijkheid van advies en bijstand door de patiëntenvertrouwenspersoon en de familievertrouwenspersoon. De geneesheer-directeur informeert tijdig de burgemeester over de intrekking van de beëindiging van de verplichte zorg op grond van een crisismaatregel, of de officier van justitie over de intrekking van de beëindiging van de verplichte zorg op grond van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging.
14 Bij regeling van Onze Minister kan een model voor een medische verklaring als bedoeld in het derde lid worden vastgesteld.

Artikel 8:19 1 Indien de geneesheer-directeur afwijzend of niet tijdig beslist op de aanvraag tot beëindiging van de verplichte zorg op grond van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging, kan degene die de aanvraag heeft ingediend bij de officier van justitie een aanvraag indienen om een verzoekschrift voor de beëindiging van de verplichte zorg op grond van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging bij de rechter in te dienen. Ter voorbereiding van een verzoekschrift voor de beëindiging van de verplichte zorg aan de rechter draagt de geneesheer-directeur zorg voor een medische verklaring van een psychiater over de actuele gezondheidstoestand van betrokkene en overlegt deze aan de officier van justitie.
2 De geneesheer-directeur draagt ervoor zorg dat de psychiater in de medische verklaring tevens beoordeelt of de gezondheidstoestand van betrokkene zodanig is verbeterd dat het ernstig nadeel is weggenomen, dan wel welke voorwaarden of beperkingen aan een beëindiging van de verplichte zorg moeten worden gesteld om het ernstig nadeel weg te nemen. Artikel 5:10 is van overeenkomstige toepassing.
3 De officier van justitie dient het verzoekschrift voor de beëindiging van de verplichte zorg op grond van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging onverwijld bij de rechter in en voegt bij het verzoekschrift:
a. een afschrift van de aanvraag voor beëindiging van de verplichte zorg op grond van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging,
b. de beslissing op de oorspronkelijke aanvraag, indien van toepassing voorzien van de beslissing van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, bedoeld in artikel 8:18, vijfde lid,
c. een afschrift van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel respectievelijk zorgmachtiging,
d. de medische verklaring, en
e. de politiegegevens als bedoeld in de Wet politiegegevens en de strafvorderlijke en justitiële gegevens als bedoeld in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van het ernstig nadeel; verstrekking door de officier van justitie van de politiegegevens, justitiële en strafvorderlijke gegevens kan achterwege blijven indien het belang van enig strafrechtelijk onderzoek zich daartegen verzet.
4 In afwijking van het derde lid, kan de officier van justitie besluiten geen verzoekschrift bij de rechter in te dienen, indien het een herhaalde aanvraag betreft en uit de aanvraag onvoldoende blijkt dat de feiten en omstandigheden na de eerdere aanvraag veranderd zijn.
5 In het geval de officier van justitie op het moment van ontvangst van de aanvraag tot beëindiging van verplichte zorg reeds is begonnen met de voorbereiding van een nieuw verzoekschrift voor een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging of een wijziging van de zorgmachtiging, dan wel een dergelijk verzoekschrift bij de rechter is ingediend, voegt hij de aanvraag tot beëindiging van de verplichte zorg bij het verzoekschrift voor een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging, het verzoekschrift tot wijziging van de zorgmachtiging, dan wel verzoekt hij de griffie van de rechtbank de aanvraag bij het ingediende verzoekschrift te voegen.
6 De officier van justitie deelt het besluit om geen verzoekschrift bij de rechter in te dienen, bedoeld in het vierde lid, dan wel de aanvraag te voegen bij het verzoekschrift voor een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging of het verzoekschrift voor een wijziging van de zorgmachtiging, bedoeld in het vijfde lid, schriftelijk mee aan de aanvrager, betrokkene, de vertegenwoordiger en de advocaat.
7 De rechter doet zo spoedig mogelijk uitspraak op het verzoekschrift voor de beëindiging van de verplichte zorg. In het geval de aanvraag voor beëindiging van verplichte zorg is gevoegd bij het verzoekschrift voor een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging of het verzoekschrift voor een wijziging van de zorgmachtiging, doet hij uitspraak over de beëindiging van de verplichte zorg gelijktijdig met de uitspraak inzake het verzoekschrift voor een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging dan wel het verzoekschrift tot wijziging van de zorgmachtiging.
8 Indien de rechter voorwaarden verbindt aan de beëindiging van de verplichte zorg, is artikel 8:20 van overeenkomstige toepassing. Hij kan zich door de officier van justitie, zorgverantwoordelijke, de psychiater die de medische verklaring heeft afgegeven of een andere deskundige laten adviseren over de te stellen voorwaarden.
9 De griffie van de rechtbank zendt een afschrift van de beslissing van de rechter aan:
a. betrokkene,
b. de vertegenwoordiger,
c. de advocaat,
d. de ouders of een van hen, voor zover deze niet als vertegenwoordiger optreden dan wel optreedt;
e. de echtgenoot, geregistreerde partner, degene met wie een samenlevingscontract is gesloten, levensgezel of degene die betrokkene verzorgt;
f. de gezinsvoogdijwerker;
g. de aanvrager, bedoeld in artikel 8:18, eerste lid,
h. de zorgaanbieder, de geneesheer-directeur, de zorgverantwoordelijke en de huisarts,
i. de inspectie;
j. de officier van justitie, en
k. de burgemeester, indien betrokkene verplichte zorg heeft ontvangen op grond van een crisismaatregel of machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel.
10 De beslissing van de rechter is uitvoerbaar bij voorraad.
11 Tegen de beslissing van de rechter op het verzoekschrift voor de beëindiging van de verplichte zorg staat geen hoger beroep open.

Artikel 8:20 1 De voorwaarden en beperkingen, bedoeld in de artikelen 8:17, vijfde lid, en 8:18, achtste lid, betreffen de zorg aan en het gedrag van betrokkene, ter voorkoming van het ernstig nadeel.
2 De voorwaarden en beperkingen kunnen ook inhouden dat betrokkene zich onder toezicht stelt van een zorgaanbieder of zorgverlener, die betrokkene hulp en steun verleent bij het naleven van de voorwaarden en beperkingen.
3 De geneesheer-directeur raadpleegt de zorgverantwoordelijke over de noodzakelijk geachte voorwaarden of beperkingen.
4 De geneesheer-directeur besluit slechts tot tijdelijke onderbreking of beëindiging van de verplichte zorg als betrokkene zich bereid heeft verklaard tot naleving van de voorwaarden of beperkingen en redelijkerwijs is aan te nemen dat betrokkene de voorwaarden zal naleven.

Artikel 8:21 1 De zorgverantwoordelijke, betrokkene en de vertegenwoordiger evalueren de uitvoering van de crisismaatregel, de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of de zorgmachtiging, indien het voornemen bestaat de verplichte zorg te beëindigen.
2 De zorgverantwoordelijke en betrokkene stellen indien gewenst op basis van deze evaluatie een zelfbindingsverklaring op en passen zo nodig de zorgkaart van betrokkene aan.
3 De zorgverantwoordelijke wijst betrokkene op de mogelijkheid om het plan, bedoeld in artikel 5:5, te evalueren en zo nodig aan te passen.

Paragraaf 6

Gegevensverwerking

Artikel 8:22 1 Onder de gegevens die op grond van deze wet worden verwerkt, dan wel kunnen worden verwerkt, worden justitiële en strafvorderlijke gegevens als bedoeld in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, politiegegevens als bedoeld in de Wet politiegegevens en gegevens over gezondheid als bedoeld in artikel 4, onderdeel 15 van de Algemene verordening gegevensbescherming begrepen. De geneesheer-directeur, de zorgverantwoordelijke, de burgemeester, de politie, de officier van justitie en inspectie vermelden bij het verstrekken van persoonsgegevens aan elkaar tevens het burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer, van betrokkene.
2 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de wijze waarop de gegevensverwerkingen die voortvloeien uit deze wet worden ingericht en met aanvullende waarborgen worden omkleed, waaronder begrepen de technische standaarden daarvoor.
3 De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Artikel 8:23 Het openbaar ministerie zorgt, ten behoeve van de uitvoering van de taak van de officier van justitie, bedoeld in deze wet, voor het beschikbaar zijn van de volgende gegevens:
a. machtigingen tot voortzetting van de inbewaringstelling en rechterlijke machtigingen als afgegeven op grond van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen;
b. crisismaatregelen;
c. machtigingen tot voorzetting van de crisismaatregel;
d. zorgmachtigingen;
e. in voorbereiding zijnde of afgewezen verzoekschriften voor een machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel;
f. in voorbereiding zijnde of afgewezen verzoekschriften voor een zorgmachtiging;
g. in voorbereiding zijnde of afgewezen verzoekschriften als bedoeld in artikel 28a van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten;
h. de aanvragen voor de voorbereiding van een zorgmachtiging, bedoeld in artikel 5:3;
i. medische verklaringen als bedoeld in artikel 5:8, 7:1, 7:11, 8:18 en 8:19;
j. bevindingen van de geneesheer-directeur als bedoeld in artikel 5:15;
k. beslissingen op grond van de artikelen 8:18 en 8:19;
l. zelfbindingsverklaringen.

Artikel 8:24 1 De zorgaanbieder zorgt ten behoeve van de uitvoering van deze wet en het toezicht door de inspectie voor het digitaal beschikbaar zijn van de volgende gegevens:
a. de naam van betrokkene, diens burgerservicenummer, de naam van de zorgverantwoordelijke en de naam van de geneesheer-directeur;
b. de zelfbindingsverklaring;
c. de vorm van de aan betrokkene verleende verplichte zorg;
d. de noodzaak van de verplichte zorg;
e. de begin- en einddatum van de vorm van de verplichte zorg;
f. de duur en frequentie van de verplichte zorg;
g. de zorgmachtiging;
h. de crisismaatregel en machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel;
i. de beslissing tot het verlenen van tijdelijke verplichte zorg voorafgaand aan een crisismaatregel op grond van artikel 7:3;
j. de beslissing tot het verlenen van tijdelijke verplichte zorg in een onvoorziene situatie op grond van artikel 8:11;
k. de beslissingen van de geneesheer-directeur op de aanvragen voor tijdelijke onderbreking of beëindiging van een zorgmachtiging op grond van de artikelen 8:17 of 8:18;
l. de beslissingen van de rechter op verzoekschriften voor beëindiging van een zorgmachtiging op grond van artikel 8:19;
m. de behandeling op grond van artikel 9:6, het toepassen van middelen of maatregelen als bedoeld in artikel 9:8, eerste lid, of het opleggen van beperkingen als bedoeld in artikel 9:9;
n. de beslissingen van de strafrechter op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Wet forensische zorg waaruit blijkt of iemand is opgenomen met een nog geldende justitiële titel op grond van het Wetboek van Strafrecht.
2 De zorgaanbieder verstrekt ten minste eens per zes maanden aan de inspectie een digitaal overzicht van de gegevens, bedoeld in het eerste lid. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat deze gegevens in plaats van aan de inspectie op een bij of krachtens die maatregel aangewezen wijze verstrekt worden aan en verwerkt worden door een door Onze Minister aan te wijzen instantie.

Artikel 8:25 1 De zorgaanbieder verstrekt ten minste eens per zes maanden aan de inspectie een door het bestuur van de zorgaanbieder ondertekende analyse over de verplichte zorg die door hem in die periode is verleend.
2 Bij regeling van Onze Minister kunnen regels worden gesteld over de inhoud en de wijze van verstrekken van de analyse.

Artikel 8:26 1 De zorgaanbieder verschaft de psychiater ten behoeve van diens taak op grond van paragraaf 3 van hoofdstuk 5 en artikel 7:1, inzage in de zelfbindingsverklaring.
2 De zorgverantwoordelijke verschaft de psychiater ten behoeve van diens taak op grond van paragraaf 3 van hoofdstuk 5 en artikel 7:1, inzage in het zorgplan, bedoeld in artikel 5:14, en het dossier van betrokkene, bedoeld in artikel 8:4.

Artikel 8:27 1 De zorgverantwoordelijke verstrekt desgevraagd inzage in of afschrift van gegevens uit het dossier van een overleden betrokkene, bedoeld in artikel 8:4, aan:
a. een persoon ten behoeve van wie de betrokkene bij leven toestemming heeft gegeven indien die toestemming schriftelijk of elektronisch is vastgelegd;
b. een nabestaande of een vertegenwoordiger, indien die nabestaande of die vertegenwoordiger een mededeling over een incident op grond van artikel 10, derde lid, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg heeft gekregen;
c. een ieder die een zwaarwegend belang heeft en aannemelijk maakt dat dit belang mogelijk wordt geschaad en dat inzage in of afschrift van gegevens uit het dossier noodzakelijk is voor de behartiging van dit belang.
2 De zorgverantwoordelijke verstrekt aan degene of de instelling die het gezag uitoefende over de betrokkene die op het moment van overlijden de leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt, desgevraagd inzage in of afschrift van gegevens uit het dossier van deze betrokkene, tenzij dit in strijd is met de zorg van een goed zorgverlener.
3 Op grond van dit artikel worden uitsluitend gegevens verstrekt voor zover deze betrekking hebben op de grond waarvoor inzage wordt verleend.
4 Op grond van dit artikel worden geen gegevens verstrekt voor zover schriftelijk of elektronisch is vastgelegd dat de overleden betrokkene die de leeftijd van twaalf jaar had bereikt en tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake in staat was, deze inzage niet wenst, of daarbij de persoonlijke levenssfeer van een ander wordt geschaad.

Artikel 8:27a 1 Indien op grond van artikel 8.27, eerste lid, onderdeel c, om inzage in of afschrift van gegevens uit het dossier van een overleden betrokkene wordt gevraagd vanwege een vermoeden van een medische fout en de zorgverantwoordelijke de gevraagde inzage of het gevraagde afschrift niet verstrekt, verstrekt de zorgverantwoordelijke op verzoek van degene die om de inzage of het afschrift heeft gevraagd inzage in of afschrift van de gegevens aan een door de verzoeker aangewezen onafhankelijke arts.
2 De arts, bedoeld in het eerste lid, beoordeelt of het niet verstrekken van de inzage of het afschrift gerechtvaardigd is. Indien de arts van oordeel is dat het niet verstrekken niet gerechtvaardigd is, verstrekt de zorgverantwoordelijke alsnog inzage of afschrift aan de verzoeker.

Artikel 8:28 In afwijking van artikel 8:34 en van artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen de zorgaanbieder, de geneesheer-directeur, de burgemeester en de officier van justitie zonder toestemming van betrokkene gegevens en bescheiden ten behoeve van statistiek of wetenschappelijk onderzoek aan een ander verstrekken, indien:
a. het onderzoek voorziet in zodanige waarborgen dat de persoonlijke levenssfeer van betrokkene niet wordt geschaad,
b. het onderzoek een zwaarwegend algemeen belang dient, en
c. betrokkene niet uitdrukkelijk bezwaar heeft gemaakt tegen verstrekking.

Artikel 8:29 1 Onverminderd andere verplichtingen tot het verstrekken van gegevens die voortvloeien uit deze wet, verstrekken de geneesheer-directeur, de zorgverantwoordelijke, de burgemeester, de politie en de officier van justitie elkaar gegevens voor zover dat strikt noodzakelijk is ter voorkoming of beperking van ernstig nadeel, en dit hoort bij de uitoefening van ieders taak op grond van deze wet.
2 De geneesheer-directeur, de burgemeester, de politie en de officier van justitie stellen de zorgverantwoordelijke ten behoeve van diens taak op grond van artikel 8:4, tweede lid, op de hoogte indien zij op grond van het eerste lid gegevens over betrokkene uitwisselen zonder diens toestemming.

Artikel 8:30 1 Onze Minister verwerkt gegevens die betrekking hebben op de verplichte zorg teneinde een zorgvuldig en samenhangend beleid ter zake te kunnen voeren en de stelselverantwoordelijkheid te kunnen waarborgen.
2 De zorgaanbieder, het openbaar ministerie, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester verstrekken kosteloos gegevens aan Onze Minister ten behoeve van de verwerking, bedoeld in het eerste lid. Deze verstrekking kan zowel een incidenteel als een structureel karakter hebben.
3 De gegevens, bedoeld in het eerste en tweede lid, kunnen persoonsgegevens zijn, inclusief het burgerservicenummer, voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor de taak, bedoeld in het eerste lid.
4 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden niet verwerkt voor andere doeleinden dan aldaar bedoeld en worden daar waar mogelijk verwerkt op een wijze die waarborgt dat zij niet tot een persoon herleidbaar zijn.
5 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de inhoud van de gegevens, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, de wijze waarop de verwerking en de verstrekking plaatsvindt, de tijdvakken waarop de gegevens die worden verwerkt betrekking hebben en de tijdstippen waarop de gegevens versterkt dienen te worden. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat deze gegevens in plaats van aan Onze Minister op een bij of krachtens die maatregel aangewezen wijze verstrekt worden aan en verwerkt worden door een door Onze Minister aan te wijzen instantie.

Artikel 8:31 1 De officieren van justitie, de colleges van burgemeester en wethouders en de geneesheren-directeuren van zorgaanbieders die deel uitmaken van een regio voeren periodiek overleg met elkaar, de politie en overige ketenpartners in de zorg, over het aanbod van verplichte zorg in de regio, de knelpunten bij de voorbereiding daarop en de tenuitvoerlegging en de uitvoering ervan, waaronder in ieder geval begrepen de noodzakelijke gegevensverstrekking, alsmede het toezicht op de verplichte zorg.
2 Het overleg, bedoeld in het eerste lid, vindt in ieder geval eenmaal per drie maanden plaats.

Artikel 8:32 1 Het openbaar ministerie bewaart de gegevens, bedoeld in artikel 8:23, onderdelen a, b, c, en d, gedurende twintig jaar, te rekenen vanaf het tijdstip waarop de maatregel of machtiging wordt beëindigd.
2 Het openbaar ministerie bewaart de in voorbereiding zijnde verzoekschriften en de afgewezen verzoekschriften, bedoeld in artikel 8:23, onderdelen e, f en g, gedurende vijf jaar, te rekenen vanaf respectievelijk het tijdstip waarop de voorbereiding is beëindigd dan wel vanaf het moment van het treffen van de beschikking tot afwijzing.
3 Het openbaar ministerie bewaart de aanvragen, de medische verklaringen, bevindingen en beslissingen, bedoeld in artikel 8:23, onderdelen h tot en met k, gedurende één jaar, te rekenen vanaf respectievelijk het tijdstip waarop de officier van justitie besluit geen verzoekschrift voor een zorgmachtiging in te dienen dan wel vanaf het moment van verkrijging van de bedoelde gegevens. Het openbaar ministerie bewaart zelfbindingsverklaringen, bedoeld in artikel 8:23, onderdeel l, gedurende één jaar, te rekenen vanaf het einde van de geldigheidsduur van de zelfbindingsverklaring.
4 De zorgaanbieder, de geneesheer-directeur en de burgemeester bewaren de op grond van deze wet verkregen gegevens gedurende de termijn, bedoeld in artikel 7:454 van het Burgerlijk Wetboek te rekenen vanaf het tijdstip waarop de crisismaatregel, de voortzetting van de crisismaatregel, de zorgmachtiging of de verplichte zorg, bedoeld in artikel 9:1, eerste lid, eerste volzin wordt beëindigd.

Artikel 8:33 1 Na afloop van de termijnen, bedoeld in artikel 8:32 worden de gegevens vernietigd, tenzij:
a. redelijkerwijs aannemelijk is dat bewaring van de gegevens van aanmerkelijk belang is voor een ander dan betrokkene, of
b. het bij de wet bepaalde zich tegen vernietiging verzet.
2 In afwijking van het bepaalde in artikel 8:32 worden vanaf vijf jaar na de beëindiging van de crisismaatregel, de voortzetting van de crisismaatregel, de zorgmachtiging of de verplichte zorg, bedoeld in artikel 9:1, eerste lid, eerste volzin, de gegevens binnen drie maanden vernietigd indien betrokkene daartoe verzoekt, tenzij:
a. redelijkerwijs aannemelijk is dat bewaring van de gegevens van aanmerkelijk belang is voor een ander dan betrokkene, of
b. het bij de wet bepaalde zich tegen vernietiging verzet.

Artikel 8:34 De officier van justitie, de politie, de rechter, de zorgaanbieder, de geneesheer-directeur, de zorgverantwoordelijke, de burgemeester, het college van burgemeester en wethouders, de psychiater, bedoeld in artikel 5:7, alsmede de medewerkers van de hiervoor genoemde personen zijn tot geheimhouding verplicht van hetgeen in de uitoefening van hun taak aan hen is toevertrouwd, tenzij uit hun taak op grond van deze wet de noodzaak tot mededeling voortvloeit of enig ander wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht.