Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)
Artikel 9:1 1 Een persoon die in een accommodatie verblijft en aan wie tevens de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege of de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen is opgelegd, wordt voor de toepassing van deze wet vanaf het moment van opname in de accommodatie aangemerkt als betrokkene aan wie op grond van een zorgmachtiging verplichte zorg strekkende tot opname in een accommodatie wordt verleend. Ten aanzien van een dergelijke persoon is voor zijn verblijf in de accommodatie en de behandeling van zijn psychische stoornis het bepaalde in deze paragraaf van toepassing.
2 Voor een persoon die met zijn instemming in een accommodatie verblijft en die:
a. tevens forensisch patiënt in de zin van artikel 1.1 van de Wet forensische zorg is, dan wel
b. aan wie de voorwaardelijke maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen is opgelegd, of ten aanzien van wie de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen voorwaardelijk is beëindigd, gelden de artikelen 8:14, 8:15, 9:2 en 9:9 van deze wet. Hoofdstuk 10 is van overeenkomstige toepassing op beslissingen ingevolge de artikelen 8:14, 8:15, 9:2 en 9:9.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-01-2020 | nieuwe-regeling | Stb 2018 37 (pdf) | 32399 | MvT (web) MvT (pdf) |