Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)
Hoofdstuk 8
Rechten en plichten bij de tenuitvoerlegging en uitvoering van de crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel en zorgmachtiging.
Paragraaf 5Overplaatsing, tijdelijke onderbreking en beëindiging
Artikel 8:16 1 De geneesheer-directeur kan op aanvraag of ambtshalve de verantwoordelijkheid voor het verlenen van zorg op grond van een crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging aan een andere zorgaanbieder, geneesheer-directeur of zorgverantwoordelijke toewijzen. Betrokkene, de vertegenwoordiger, de advocaat of de zorgverantwoordelijke kunnen bij de geneesheer-directeur daartoe een schriftelijke en gemotiveerde aanvraag indienen.2 De geneesheer-directeur deelt zijn beslissing op grond van het eerste lid schriftelijk en gemotiveerd aan betrokkene mee en zendt een afschrift van de beslissing aan de vertegenwoordiger, de advocaat en de officier van justitie.
3 De geneesheer-directeur kan geen ambtshalve beslissing of instemmende beslissing nemen op de aanvraag dan nadat de beoogde zorgaanbieder, geneesheer-directeur of zorgverantwoordelijke zich bereid hebben verklaard tot het verlenen van zorg of verplichte zorg op grond van een crisismaatregel, machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging.
4 Indien de geneesheer-directeur ambtshalve een beslissing neemt of instemt met de aanvraag zendt hij een afschrift van de beslissing aan de:
a. betrokken zorgaanbieders,
b. zorgverantwoordelijke,
c. vertegenwoordiger,
d. advocaat,
e. officier van justitie,
f. griffie van de rechtbank, indien een machtiging tot verlenging van de crisismaatregel of zorgmachtiging voor betrokkene is afgegeven,
g. burgemeester, indien een crisismaatregel is genomen, en
h. inspectie.
5 De geneesheer-directeur stelt betrokkene, de vertegenwoordiger en de advocaat schriftelijk in kennis van de klachtwaardigheid van de beslissing en de mogelijkheid van advies en bijstand door de patiëntenvertrouwenspersoon en de familievertrouwenspersoon.
6 Indien de geneesheer-directeur een ambtshalve of instemmende beslissing neemt als bedoeld in het eerste lid tot toewijzing van een andere zorgverantwoordelijke, draagt de eerder aangewezen zorgverantwoordelijke ervoor zorg dat het dossier, bedoeld in artikel 8:4, ter beschikking komt van de nieuw aangewezen zorgverantwoordelijke. Indien de geneesheer-directeur een ambtshalve of instemmende beslissing neemt als bedoeld in het eerste lid tot toewijzing van een andere zorgaanbieder, draagt de eerder aangewezen zorgaanbieder ervoor zorg dat de gegevens, bedoeld in artikel 8:24, eerste lid, ter beschikking komen van de nieuw aangewezen zorgaanbieder.
7 In de situatie, bedoeld in het zesde lid, tweede volzin, informeert de nieuw aangewezen zorgaanbieder zo spoedig mogelijk de eerder aangewezen zorgaanbieder indien de verplichte zorg op grond van een crisismaatregel, machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging wordt beëindigd.
Artikel 8:17 1 De geneesheer-directeur neemt op een daartoe strekkende schriftelijke en gemotiveerde aanvraag van betrokkene, de vertegenwoordiger, de advocaat of de zorgverantwoordelijke, dan wel uit eigen beweging een schriftelijke en gemotiveerde beslissing, inhoudende het verlenen van tijdelijke onderbreking van de verplichte zorg op grond van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging aan betrokkene, voor zover en voor zolang dit verantwoord is.
2 De geneesheer-directeur verzoekt Onze Minister van Veiligheid en Justitie schriftelijk om toestemming voor het nemen van een beslissing tot het verlenen van tijdelijke onderbreking van de verplichte zorg, houdende opname in een accommodatie, op grond van een zorgmachtiging die is afgegeven met toepassing van artikel 2.3 van de Wet forensische zorg, behoudens de gevallen waarin artikel 2.3, onderdeel 3, is toegepast en betrokkene is vrijgesproken van hetgeen hem ten laste is gelegd.
3 Onze Minister van Veiligheid en Justitie verstrekt de geneesheer-directeur zo spoedig mogelijk schriftelijk en gemotiveerd zijn beslissing.
4 Indien de toestemming, bedoeld in het tweede lid, niet wordt gegeven, verleent de geneesheer-directeur geen tijdelijke onderbreking van de verplichte zorg en wijst hij de aanvraag af.
5 De geneesheer-directeur kan aan de beslissing voorwaarden of beperkingen verbinden.
6 De geneesheer-directeur geeft betrokkene, de vertegenwoordiger, de advocaat en de zorgverantwoordelijke een afschrift van de beslissing, indien van toepassing voorzien van de beoordeling van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, en stelt hen uiterlijk binnen vier dagen na de beslissing schriftelijk in kennis van de klachtwaardigheid van de beslissing en de mogelijkheid van advies en bijstand door de patiëntenvertrouwenspersoon en de familievertrouwenspersoon.
7 De geneesheer-directeur informeert tijdig de officier van justitie over de beslissing tot tijdelijke onderbreking van de verplichte zorg op grond van een machtiging tot verlenging van de crisismaatregel of zorgmachtiging.
8 De geneesheer-directeur kan de voor de continuïteit van zorg voor betrokkene relevante familie en naasten en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar betrokkene ingezetene is dan wel naar verwachting zal verblijven informeren over de tijdelijke onderbreking van de verplichte zorg op grond van de zorgmachtiging, indien dit noodzakelijk is omdat essentiële voorwaarden voor deelname aan het maatschappelijk verkeer van betrokkene ontbreken.
9 De geneesheer-directeur kan op een daartoe strekkend schriftelijk en gemotiveerd verzoek of uit eigen beweging de beslissing tot tijdelijke onderbreking van de verplichte zorg schriftelijk en gemotiveerd intrekken. Het zesde en zevende lid zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 8:18 1 De geneesheer-directeur neemt op een daartoe strekkende schriftelijke en gemotiveerde aanvraag van betrokkene, de vertegenwoordiger, de advocaat of de zorgverantwoordelijke, dan wel uit eigen beweging een beslissing tot beëindiging van het verlenen van verplichte zorg op grond van een crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging indien het doel van verplichte zorg is bereikt of niet langer wordt voldaan aan de criteria voor verplichte zorg.
2 De geneesheer-directeur neemt niet eerder een beslissing over de beëindiging van de verplichte zorg op grond van een crisismaatregel of machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel dan nadat hij zich ervan heeft vergewist dat er geen verzoek voor een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel onderscheidenlijk een zorgmachtiging is ingediend.
3 Voor zover aan betrokkene verplichte zorg wordt verleend, houdende opname in een accommodatie, en betrokkene blijkens de eerder afgegeven medische verklaring ernstig nadeel voor een ander heeft veroorzaakt, neemt de geneesheer-directeur niet eerder een beslissing over beëindiging van de verplichte zorg op grond van een crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging dan nadat hij overleg heeft gevoerd met de burgemeester die de crisismaatregel heeft afgegeven, in geval van beëindiging van de crisismaatregel, of met de officier van justitie en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar betrokkene ingezetene is dan wel naar verwachting zal verblijven, in geval van beëindiging van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging. Voorts neemt de geneesheer-directeur niet eerder een beslissing over beëindiging van de verplichte zorg op grond van een zorgmachtiging dan nadat hij zich door middel van een medische verklaring van een psychiater, indien van toepassing volgens het vastgestelde model, bedoeld in het veertiende lid, op de hoogte heeft gesteld van het oordeel van de psychiater over zijn voornemen om de verplichte zorg te beëindigen en over de actuele gezondheidstoestand van betrokkene.
4 De geneesheer-directeur verzoekt Onze Minister van Veiligheid en Justitie schriftelijk om toestemming voor het nemen van een beslissing tot beëindiging van de verplichte zorg, houdende opname in een accommodatie, op grond van een zorgmachtiging die is afgegeven met toepassing van artikel 2.3, eerste lid, van de Wet forensische zorg, behoudens de gevallen waarin artikel 2.3, eerste lid, onder 3, van die wet, is toegepast en betrokkene is vrijgesproken van hetgeen hem ten laste is gelegd.
5 Onze Minister van Veiligheid en Justitie verstrekt de geneesheer-directeur zo spoedig mogelijk schriftelijk en gemotiveerd zijn beslissing.
6 Indien de toestemming, bedoeld in het vierde lid, niet wordt gegeven, beëindigt de geneesheer-directeur de verplichte zorg niet en wijst hij de aanvraag af.
7 De geneesheer-directeur neemt binnen veertien dagen na ontvangst van een aanvraag tot beëindiging van het verlenen van verplichte zorg op grond van een crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging een schriftelijke en gemotiveerde beslissing.
8 De geneesheer-directeur kan aan de beslissing voorwaarden of beperkingen verbinden.
9 De geneesheer-directeur geeft betrokkene, de vertegenwoordiger, de advocaat en de zorgverantwoordelijke een afschrift van de beslissing, indien van toepassing voorzien van de beoordeling van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, en stelt hen schriftelijk in kennis van de klachtwaardigheid van de beslissing om aan de beslissing voorwaarden of beperkingen te verbinden, als bedoeld in het achtste lid, en de mogelijkheid van advies en bijstand door de patiëntenvertrouwenspersoon en de familievertrouwenspersoon.
10 De geneesheer-directeur informeert tijdig:
a. de burgemeester over de beëindiging van de verplichte zorg op grond van een crisismaatregel;
b. de officier van justitie over de beëindiging van de verplichte zorg op grond van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging.
11 De geneesheer-directeur kan de voor de continuïteit van zorg voor betrokkene relevante familie en naasten en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar betrokkene ingezetene is dan wel naar verwachting zal verblijven informeren over de beëindiging van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging indien dit noodzakelijk is omdat essentiële voorwaarden voor deelname aan het maatschappelijk verkeer van betrokkene ontbreken.
12 Bij niet naleving van een aan de beslissing tot beëindiging van het verlenen van verplichte zorg op grond van een crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging door de geneesheer-directeur of de rechter verbonden voorwaarde of beperking trekt de geneesheer-directeur de beslissing tot beëindiging in.
13 De geneesheer-directeur deelt de beslissing tot intrekking, bedoeld in het twaalfde lid, uiterlijk binnen vier dagen na de beslissing schriftelijk en gemotiveerd mee aan betrokkene, de vertegenwoordiger, de advocaat en de zorgverantwoordelijke, en stelt hen daarbij in kennis van de klachtwaardigheid van de beslissing en de mogelijkheid van advies en bijstand door de patiëntenvertrouwenspersoon en de familievertrouwenspersoon. De geneesheer-directeur informeert tijdig de burgemeester over de intrekking van de beëindiging van de verplichte zorg op grond van een crisismaatregel, of de officier van justitie over de intrekking van de beëindiging van de verplichte zorg op grond van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging.
14 Bij regeling van Onze Minister kan een model voor een medische verklaring als bedoeld in het derde lid worden vastgesteld.
Artikel 8:19 1 Indien de geneesheer-directeur afwijzend of niet tijdig beslist op de aanvraag tot beëindiging van de verplichte zorg op grond van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging, kan degene die de aanvraag heeft ingediend bij de officier van justitie een aanvraag indienen om een verzoekschrift voor de beëindiging van de verplichte zorg op grond van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging bij de rechter in te dienen. Ter voorbereiding van een verzoekschrift voor de beëindiging van de verplichte zorg aan de rechter draagt de geneesheer-directeur zorg voor een medische verklaring van een psychiater over de actuele gezondheidstoestand van betrokkene en overlegt deze aan de officier van justitie.
2 De geneesheer-directeur draagt ervoor zorg dat de psychiater in de medische verklaring tevens beoordeelt of de gezondheidstoestand van betrokkene zodanig is verbeterd dat het ernstig nadeel is weggenomen, dan wel welke voorwaarden of beperkingen aan een beëindiging van de verplichte zorg moeten worden gesteld om het ernstig nadeel weg te nemen. Artikel 5:10 is van overeenkomstige toepassing.
3 De officier van justitie dient het verzoekschrift voor de beëindiging van de verplichte zorg op grond van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging onverwijld bij de rechter in en voegt bij het verzoekschrift:
a. een afschrift van de aanvraag voor beëindiging van de verplichte zorg op grond van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging,
b. de beslissing op de oorspronkelijke aanvraag, indien van toepassing voorzien van de beslissing van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, bedoeld in artikel 8:18, vijfde lid,
c. een afschrift van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel respectievelijk zorgmachtiging,
d. de medische verklaring, en
e. de politiegegevens als bedoeld in de Wet politiegegevens en de strafvorderlijke en justitiële gegevens als bedoeld in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van het ernstig nadeel; verstrekking door de officier van justitie van de politiegegevens, justitiële en strafvorderlijke gegevens kan achterwege blijven indien het belang van enig strafrechtelijk onderzoek zich daartegen verzet.
4 In afwijking van het derde lid, kan de officier van justitie besluiten geen verzoekschrift bij de rechter in te dienen, indien het een herhaalde aanvraag betreft en uit de aanvraag onvoldoende blijkt dat de feiten en omstandigheden na de eerdere aanvraag veranderd zijn.
5 In het geval de officier van justitie op het moment van ontvangst van de aanvraag tot beëindiging van verplichte zorg reeds is begonnen met de voorbereiding van een nieuw verzoekschrift voor een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging of een wijziging van de zorgmachtiging, dan wel een dergelijk verzoekschrift bij de rechter is ingediend, voegt hij de aanvraag tot beëindiging van de verplichte zorg bij het verzoekschrift voor een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging, het verzoekschrift tot wijziging van de zorgmachtiging, dan wel verzoekt hij de griffie van de rechtbank de aanvraag bij het ingediende verzoekschrift te voegen.
6 De officier van justitie deelt het besluit om geen verzoekschrift bij de rechter in te dienen, bedoeld in het vierde lid, dan wel de aanvraag te voegen bij het verzoekschrift voor een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging of het verzoekschrift voor een wijziging van de zorgmachtiging, bedoeld in het vijfde lid, schriftelijk mee aan de aanvrager, betrokkene, de vertegenwoordiger en de advocaat.
7 De rechter doet zo spoedig mogelijk uitspraak op het verzoekschrift voor de beëindiging van de verplichte zorg. In het geval de aanvraag voor beëindiging van verplichte zorg is gevoegd bij het verzoekschrift voor een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging of het verzoekschrift voor een wijziging van de zorgmachtiging, doet hij uitspraak over de beëindiging van de verplichte zorg gelijktijdig met de uitspraak inzake het verzoekschrift voor een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging dan wel het verzoekschrift tot wijziging van de zorgmachtiging.
8 Indien de rechter voorwaarden verbindt aan de beëindiging van de verplichte zorg, is artikel 8:20 van overeenkomstige toepassing. Hij kan zich door de officier van justitie, zorgverantwoordelijke, de psychiater die de medische verklaring heeft afgegeven of een andere deskundige laten adviseren over de te stellen voorwaarden.
9 De griffie van de rechtbank zendt een afschrift van de beslissing van de rechter aan:
a. betrokkene,
b. de vertegenwoordiger,
c. de advocaat,
d. de ouders of een van hen, voor zover deze niet als vertegenwoordiger optreden dan wel optreedt;
e. de echtgenoot, geregistreerde partner, degene met wie een samenlevingscontract is gesloten, levensgezel of degene die betrokkene verzorgt;
f. de gezinsvoogdijwerker;
g. de aanvrager, bedoeld in artikel 8:18, eerste lid,
h. de zorgaanbieder, de geneesheer-directeur, de zorgverantwoordelijke en de huisarts,
i. de inspectie;
j. de officier van justitie, en
k. de burgemeester, indien betrokkene verplichte zorg heeft ontvangen op grond van een crisismaatregel of machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel.
10 De beslissing van de rechter is uitvoerbaar bij voorraad.
11 Tegen de beslissing van de rechter op het verzoekschrift voor de beëindiging van de verplichte zorg staat geen hoger beroep open.
Artikel 8:20 1 De voorwaarden en beperkingen, bedoeld in de artikelen 8:17, vijfde lid, en 8:18, achtste lid, betreffen de zorg aan en het gedrag van betrokkene, ter voorkoming van het ernstig nadeel.
2 De voorwaarden en beperkingen kunnen ook inhouden dat betrokkene zich onder toezicht stelt van een zorgaanbieder of zorgverlener, die betrokkene hulp en steun verleent bij het naleven van de voorwaarden en beperkingen.
3 De geneesheer-directeur raadpleegt de zorgverantwoordelijke over de noodzakelijk geachte voorwaarden of beperkingen.
4 De geneesheer-directeur besluit slechts tot tijdelijke onderbreking of beëindiging van de verplichte zorg als betrokkene zich bereid heeft verklaard tot naleving van de voorwaarden of beperkingen en redelijkerwijs is aan te nemen dat betrokkene de voorwaarden zal naleven.
Artikel 8:21 1 De zorgverantwoordelijke, betrokkene en de vertegenwoordiger evalueren de uitvoering van de crisismaatregel, de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of de zorgmachtiging, indien het voornemen bestaat de verplichte zorg te beëindigen.
2 De zorgverantwoordelijke en betrokkene stellen indien gewenst op basis van deze evaluatie een zelfbindingsverklaring op en passen zo nodig de zorgkaart van betrokkene aan.
3 De zorgverantwoordelijke wijst betrokkene op de mogelijkheid om het plan, bedoeld in artikel 5:5, te evalueren en zo nodig aan te passen.