Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)
Hoofdstuk 13
Toezicht en handhaving
Paragraaf 3Strafrechtelijke handhaving
Artikel 13:5 1 Met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaar of een geldboete van de derde categorie wordt gestraft hij, die opzettelijk iemand van zijn vrijheid berooft of doet beroven door deze persoon tegen zijn wil op te nemen of te laten opnemen in een accommodatie, zonder dat daar een crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging aan ten grondslag ligt of de artikelen 7:3, 8:11 tot en met 8:13, of 9:1, eerste lid, eerste volzin, van toepassing zijn.2 Met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaar of een geldboete van de derde categorie wordt gestraft hij, die opzettelijk verplichte zorg verleent, zonder dat daar een crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging aan ten grondslag ligt, of de artikelen 7:3 of 8:11 tot en met 8:13 van toepassing zijn.
3 De in het eerste en tweede lid strafbaar gestelde feiten zijn misdrijven.
Artikel 13:6 1 Met een geldboete van de tweede categorie wordt gestraft hij die:
a. vormen van verplichte zorg verleent waarin de crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging niet voorziet en die ook niet op basis van de artikelen 7:3, 8:11 tot en met 8:13 of 9:1, eerste lid, eerste volzin, kunnen worden verleend;
b. handelt in strijd met artikel 2:4;
c. handelt in strijd met artikel 7:3;
d. handelt in strijd met het bepaalde krachtens artikel 8:6;
e. handelt in strijd met artikel 8:11;
f. handelt in strijd met artikel 8:12;
g. handelt in strijd met artikel 8:13;
h. handelt in strijd met artikel 8:14;
2 De in het eerste lid strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.