Wet op de parlementaire enquête 2008 (WPE 2008)


Hoofdstuk 8

Openbaarheid en vertrouwelijkheid van documenten

Artikel 37 1 Onverminderd artikel 11, derde lid, heeft niemand tot op de dag waarop de commissie haar rapport aanbiedt aan de Kamer recht op inzage in documenten die onder de commissie berusten.
2 De commissie kan getuigen, deskundigen en personen die in opdracht van de commissie werkzaamheden verrichten inzage verlenen in documenten die op haar vordering aan de commissie zijn verstrekt. Degenen die de documenten inzien bewaren geheimhouding over de inhoud van deze documenten.

Artikel 38 1 Met ingang van de dag na de dag waarop de commissie haar rapport aan de Kamer aanbiedt kan elk lid van de Kamer de documenten die op vordering van de commissie aan haar zijn verstrekt, inzien, behoudens de afschriften die zijn verstrekt op basis van artikel 1:93f van de Wet op het financieel toezicht, de artikelen 22a, eerste lid, onderdeel c en 22b, eerste lid onderdeel d, van de Wet ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering en artikel 58a, eerste lid, onderdeel c, van de Wet toezicht trustkantoren 2018.
2 De leden van de Kamer bewaren geheimhouding over de inhoud van documenten waarin hen inzage is verleend, voor zover de commissie op grond van artikel 40 beperkingen heeft gesteld aan de openbaarheid.
3 Met ingang van de dag na de dag waarop de commissie haar rapport aan de Kamer aanbiedt, kan elk lid van de Kamer een vertrouwelijk verslag van een besloten verhoor inzien. De leden van de Kamer bewaren geheimhouding over de inhoud van het verslag.

Artikel 39 1 Een ieder heeft behoudens de beperkingen die de commissie op grond van artikel 40 aan de openbaarheid heeft gesteld, met ingang van de dag na de dag waarop de commissie haar rapport aanbiedt aan de Kamer recht op inzage in de documenten, bedoeld in artikel 35. Dit inzagerecht geldt zolang deze documenten onder de commissie onderscheidenlijk de Kamer berusten.
2 De Kamer kan besluiten een op grond van artikel 40 aan de openbaarheid gestelde beperking op te heffen, dan wel ten aanzien van een verzoeker, die bij kennisneming een bijzonder belang heeft, buiten toepassing te laten. De Kamer kan een verzoeker geheimhouding opleggen over de inhoud van documenten waarin hem inzage is verleend.
3 Het tweede lid is niet van toepassing op vertrouwelijke verslagen en geluidsregistraties van besloten voorgesprekken als bedoeld in artikel 8, vijfde lid.

Artikel 40 1 De commissie kan voor de periode na de dag waarop zij haar rapport aanbiedt aan de Kamer beperkingen stellen aan de openbaarheid van documenten die onder de commissie berusten of, nadat deze documenten op grond van artikel 35 zijn overgegaan op de Kamer, hebben berust. Deze beperkingen gelden zolang de documenten onder de commissie onderscheidenlijk de Kamer berusten.
2 De commissie stelt beperkingen aan de openbaarheid voor zover:
a. de openbaarmaking van het document de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen;
b. de openbaarmaking van het document de veiligheid van de staat zou kunnen schaden;
c. het document persoonsgegevens bevat als bedoeld in de artikelen 9, 10 en 87 van de Algemene verordening gegevensbescherming tenzij de openbaarmaking kennelijk geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer maakt of de persoon op wie de gegevens betrekking hebben schriftelijk heeft ingestemd met de openbaarmaking;
d. het document een verslag van een voorgesprek of een besloten verhoor betreft.
3 De commissie kan eveneens beperkingen aan de openbaarheid stellen voor zover het belang van openbaarheid van het document niet opweegt tegen de volgende belangen:
a. de betrekkingen van Nederland met andere landen en staten en met internationale organisaties;
b. de economische of financiële belangen van de staat;
c. de opsporing en vervolging van strafbare feiten;
d. inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen;
e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;
f. de bescherming van andere dan in het tweede lid, onderdeel c, genoemde concurrentiegevoelige bedrijfs- en fabricagegegevensgegevens;
g. de bescherming van het milieu waarop deze informatie betrekking heeft;
h. de beveiliging van personen en bedrijven en het voorkomen van sabotage;
i. het goed functioneren van de Staat, andere publiekrechtelijke lichamen of bestuursorganen;
j. indien geen sprake is van milieu-informatie, de onevenredige benadeling van een ander belang dan genoemd in het tweede of derde lid.
4 De beperkingen aan de openbaarheid kunnen eveneens worden gesteld voor zover het document is opgesteld ten behoeve van intern beraad van de commissie.
5 De leden van de commissie bewaren geheimhouding over de inhoud van documenten, voor zover de commissie beperkingen heeft gesteld aan de openbaarheid.