Wet op de parlementaire enquête 2008 (WPE 2008)


Hoofdstuk 3

De bevoegdheden van de commissie

Paragraaf 3

Bijzondere bepalingen ten aanzien van de bevoegdheid van de commissie getuigen en deskundigen te horen

Artikel 10 1 De voorzitter van de commissie roept een persoon die zij als getuige of deskundige wil horen bij aangetekende brief op, hetzij in persoon, hetzij op de woonplaats, hetzij op het werkadres van de persoon. De voorzitter kan de oproeping bij deurwaardersexploot doen betekenen.
2 Het verhoor vindt niet eerder plaats dan op de achtste dag na de ontvangst van de oproeping.
3 De oproeping maakt melding van dag, uur en plaats van het verhoor, van de feiten waaromtrent informatie wordt verlangd en van de gevolgen, verbonden aan het niet verschijnen op het verhoor.
4 In afwijking van het tweede lid kan de commissie bepalen dat het verhoor eerder plaats vindt dan op de achtste dag na ontvangst van de oproeping, indien:
a. naar het redelijk oordeel van de commissie in het belang van de parlementaire enquête een verhoor op een kortere termijn nodig is, of
b. de betrokken getuige of deskundige met een kortere termijn instemt.

Artikel 11 1 Een getuige of deskundige wordt in een openbare zitting van de commissie gehoord.
2 De commissie kan, al dan niet op verzoek van de getuige of deskundige, om gewichtige redenen besluiten dat van een openbare zitting geen beeld- of geluidsregistraties door derden mogen worden gemaakt.
3 Van een openbare zitting worden een geluidsregistratie en een openbaar verslag gemaakt.

Artikel 12 1 De commissie kan, al dan niet op verzoek van de getuige of deskundige, om gewichtige redenen besluiten een verhoor of een gedeelte daarvan in een besloten zitting van de commissie af te nemen.
2 De leden van de commissie bewaren geheimhouding over hetgeen hun tijdens de besloten zitting ter kennis komt.
3 Van een besloten zitting worden een vertrouwelijke geluidsregistratie en een vertrouwelijk verslag gemaakt.

Artikel 13 1 Voorafgaande aan het verhoor legt een getuige, mits deze de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt, in handen van de voorzitter de eed of de belofte af dat hij de gehele waarheid en niets dan de waarheid zal zeggen, tenzij de commissie besluit het verhoor zonder voorafgaande eed of belofte te doen plaatsvinden.
2 Voorafgaand aan het verhoor legt een deskundige in handen van de voorzitter de eed of de belofte af dat hij zijn verslag onpartijdig en naar beste weten zal uitbrengen.