Wet milieubeheer (MB)


Hoofdstuk 16

Handel in emissierechten

Titel 16.2

Broeikasgassen en broeikasgasemissierechten

Afdeling 16.2.2A

Levering van brandstoffen aan de gebouwensector, de wegvervoerssector en overige sectoren

Paragraaf 16.2.2a.2

Vergunning

Artikel 16.39z Het is vanaf 1 januari 2025 verboden om zonder vergunning van het bestuur van de emissieautoriteit de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen activiteiten uit te oefenen.

Artikel 16.39aa 1 Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot inhoud van de vergunning, de wijze waarop de aanvraag om een vergunning moet geschieden, de gegevens die door de aanvrager moeten worden verstrekt met het oog op de beslissing op de aanvraag, en de wijze waarop die gegevens moeten worden verkregen.
2 Op de vergunningverlening zijn de artikelen 16.7, 16.9, 16.10 en 16.11 van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat telkens voor «broeikasgasinstallatie» en «exploitant van de broeikasgasinstallatie» wordt gelezen «gereglementeerde entiteit».

Artikel 16.39ab 1 Het bestuur van de emissieautoriteit kan de vergunning wijzigen of aanvullen, de daaraan verbonden voorschriften wijzigen, aanvullen of intrekken of voorschriften aan de vergunning verbinden, indien dit naar zijn oordeel nodig is in het belang van de goede werking van het systeem van handel in emissierechten.
2 Op aanvraag van de vergunninghouder kan het bestuur van de emissieautoriteit de vergunning en de daaraan verbonden voorschriften wijzigen, aanvullen of intrekken of voorschriften aan de vergunning verbinden.
3 De verplichting tot het indienen van een emissieverslag blijft voor wat betreft het kalenderjaar waarin de beschikking tot intrekking van de vergunning van kracht is geworden, na intrekking van de vergunning op de laatste houder daarvan rusten, totdat aan die verplichting is voldaan, tenzij in het gehele jaar van intrekking de gereglementeerde entiteit geen activiteiten verricht.
4 Met betrekking tot de beslissing op grond van het eerste lid zijn de artikelen 16.7, 16.9 en 16.11 en met betrekking tot de beslissing op grond van het tweede lid de artikelen 16.39aa, 16.7, 16.9 tot en met 16.12 van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat telkens:
a. voor «broeikasgasinstallatie» en «exploitant van de broeikasgasinstallatie» wordt gelezen «gereglementeerde entiteit»;
b. voor «artikel 16.5» wordt gelezen «artikel 16.39z».

Artikel 16.39ac 1 Het bestuur van de emissieautoriteit kan de vergunning intrekken indien deze afdeling niet meer van toepassing is op de gereglementeerde entiteit.
2 Met betrekking tot de beslissing ter zake is artikel 16.39ab, derde lid, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16.39ad 1 De vergunninghouder meldt aan het bestuur van de emissieautoriteit een verandering van naam of adres van de gereglementeerde entiteit.
2 Bij ministeriële regeling kunnen ter uitvoering van deze paragraaf regels worden gesteld met betrekking tot:
a. het melden door de gereglementeerde entiteit aan het bestuur van de emissieautoriteit van alle geplande wijzigingen in de aard van haar activiteiten of in de brandstoffen die zij tot verbruik uitslaat, waarvoor een aanpassing van de broeikasgasemissievergunning nodig zou zijn;
b. het melden door de gereglementeerde entiteit aan het bestuur van de emissieautoriteit van andere handelingen of omstandigheden;
c. het goedkeuren van veranderingen van het monitoringsplan.