Hoofdstuk 16
Handel in emissierechten
Titel 16.2Broeikasgassen en broeikasgasemissierechten
Afdeling 16.2.2ALevering van brandstoffen aan de gebouwensector, de wegvervoerssector en overige sectoren
Paragraaf 16.2.2a.1Algemeen
Artikel 16.39x 1 Deze afdeling is van toepassing op gereglementeerde entiteiten.2 Voor de toepassing van deze afdeling wordt onder «brandstof» verstaan: elk energieproduct, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van Richtlijn 2003/96 van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (PbEU 2003, L283), met inbegrip van de brandstoffen die zijn vermeld in tabel A en tabel C van bijlage I bij die richtlijn, alsmede elk ander product dat voor gebruik bedoeld is, als motor-of verwarmingsbrandstof te koop wordt aangeboden of wordt gebruikt als bedoeld in artikel 2, derde lid, van die richtlijn, ook voor de productie van elektriciteit.
Artikel 16.39y De rijksbelastingdienst en de netbeheerder voor gas als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Gaswet verstrekken op verzoek het bestuur van de emissieautoriteit de bij ministeriële regeling vast te stellen gegevens, voor zover die gegevens voor de uitvoering van deze afdeling noodzakelijk zijn.
Paragraaf 16.2.2a.2
Vergunning
Artikel 16.39z Het is vanaf 1 januari 2025 verboden om zonder vergunning van het bestuur van de emissieautoriteit de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen activiteiten uit te oefenen.Artikel 16.39aa 1 Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot inhoud van de vergunning, de wijze waarop de aanvraag om een vergunning moet geschieden, de gegevens die door de aanvrager moeten worden verstrekt met het oog op de beslissing op de aanvraag, en de wijze waarop die gegevens moeten worden verkregen.
2 Op de vergunningverlening zijn de artikelen 16.7, 16.9, 16.10 en 16.11 van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat telkens voor «broeikasgasinstallatie» en «exploitant van de broeikasgasinstallatie» wordt gelezen «gereglementeerde entiteit».
Artikel 16.39ab 1 Het bestuur van de emissieautoriteit kan de vergunning wijzigen of aanvullen, de daaraan verbonden voorschriften wijzigen, aanvullen of intrekken of voorschriften aan de vergunning verbinden, indien dit naar zijn oordeel nodig is in het belang van de goede werking van het systeem van handel in emissierechten.
2 Op aanvraag van de vergunninghouder kan het bestuur van de emissieautoriteit de vergunning en de daaraan verbonden voorschriften wijzigen, aanvullen of intrekken of voorschriften aan de vergunning verbinden.
3 De verplichting tot het indienen van een emissieverslag blijft voor wat betreft het kalenderjaar waarin de beschikking tot intrekking van de vergunning van kracht is geworden, na intrekking van de vergunning op de laatste houder daarvan rusten, totdat aan die verplichting is voldaan, tenzij in het gehele jaar van intrekking de gereglementeerde entiteit geen activiteiten verricht.
4 Met betrekking tot de beslissing op grond van het eerste lid zijn de artikelen 16.7, 16.9 en 16.11 en met betrekking tot de beslissing op grond van het tweede lid de artikelen 16.39aa, 16.7, 16.9 tot en met 16.12 van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat telkens:
a. voor «broeikasgasinstallatie» en «exploitant van de broeikasgasinstallatie» wordt gelezen «gereglementeerde entiteit»;
b. voor «artikel 16.5» wordt gelezen «artikel 16.39z».
Artikel 16.39ac 1 Het bestuur van de emissieautoriteit kan de vergunning intrekken indien deze afdeling niet meer van toepassing is op de gereglementeerde entiteit.
2 Met betrekking tot de beslissing ter zake is artikel 16.39ab, derde lid, van overeenkomstige toepassing.
Artikel 16.39ad 1 De vergunninghouder meldt aan het bestuur van de emissieautoriteit een verandering van naam of adres van de gereglementeerde entiteit.
2 Bij ministeriële regeling kunnen ter uitvoering van deze paragraaf regels worden gesteld met betrekking tot:
a. het melden door de gereglementeerde entiteit aan het bestuur van de emissieautoriteit van alle geplande wijzigingen in de aard van haar activiteiten of in de brandstoffen die zij tot verbruik uitslaat, waarvoor een aanpassing van de broeikasgasemissievergunning nodig zou zijn;
b. het melden door de gereglementeerde entiteit aan het bestuur van de emissieautoriteit van andere handelingen of omstandigheden;
c. het goedkeuren van veranderingen van het monitoringsplan.
Paragraaf 16.2.2a.3
Monitoring van emissies
Artikel 16.39ae 1 De gereglementeerde entiteit monitort vanaf 2025 de emissies die overeenstemmen met de hoeveelheden brandstof die tot verbruik zijn uitgeslagen en brengt hierover vanaf 2026 een emissieverslag uit.2 De gereglementeerde entiteit die op 1 januari 2025 over een vergunning beschikt rapporteert haar historische emissies voor het jaar 2024 uiterlijk op 30 april 2025.
3 Op de monitoring, rapportage en verificatie van emissies zijn de artikelen 16.4a, 16.12, 16.13, 16.14, 16.15, 16.16, 16.17, 16.18 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat telkens:
a. voor «broeikasgasinstallatie» en «exploitant van de broeikasgasinstallatie» wordt gelezen «gereglementeerde entiteit»;
b. voor «artikel 16.5» wordt gelezen «artikel 16.39z»;
c. voor «artikel 16.6» wordt gelezen «artikel 16.39aa».
Artikel 16.39af 1 De gereglementeerde entiteit brengt vanaf 1 januari 2028 tot en met 2030 jaarlijks voor 1 mei verslag uit over het gemiddelde aandeel van de kosten in verband met de inlevering van emissierechten die zij het voorgaande jaar aan eindverbruikers heeft doorberekend.
2 Indien artikel 30 duodecies van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten van toepassing is brengt de gereglementeerde entiteit het in het eerste lid bedoelde verslag vanaf 1 januari 2029 uit.
3 Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop het verslag moet worden ingediend en de gegevens die door de gereglementeerde entiteit moeten worden verstrekt.
Artikel 16.39ag Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld ten behoeve van het betrouwbaar en nauwkeurig identificeren en documenteren van de precieze volumes van de tot verbruik uitgeslagen brandstoffen, mede ter voorkoming van dubbeltelling van emissies.
Paragraaf 16.2.2a.4
Het veilen, verlenen en inleveren van broeikasgasemissierechten
Artikel 16.39ah 1 Broeikasgasemissierechten worden overeenkomstig artikel 30 quinquies van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten geveild.2 Artikel 16.23, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 16.39ai 1 Broeikasgasemissierechten worden overeenkomstig de Verordening EU-register handel in emissierechten verleend aan de gereglementeerde entiteit.
2 Verlening van broeikasgasemissierechten vindt slechts plaats, indien aan de betreffende gereglementeerde entiteit een vergunning als bedoeld in artikel 16.39z is verleend.
3 Artikel 16.36 is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 16.39aj 1 Met ingang van 1 januari 2028 levert de gereglementeerde entiteit voor 1 juni een hoeveelheid emissierechten in dat gelijk is aan de totale emissies van de gereglementeerde entiteit, die overeenstemmen met de hoeveelheid brandstoffen die zij in het voorgaande kalenderjaar tot verbruik heeft uitgeslagen, voor zover het de gereglementeerde activiteit betreft die bij algemene maatregel van bestuur is aanwezen.
2 Ter bepaling van de hoeveelheid van de emissie, bedoeld in het eerste lid, worden de gegevens in acht genomen, die overeenkomstig de Verordening EU-register handel in emissierechten in het EU-register voor de handel in emissierechten zijn opgenomen.
3 Indien artikel 30 duodecies van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten van toepassing is, levert de gereglementeerde entiteit, in afwijking van het eerste lid, emissierechten in met ingang van 1 januari 2029.
4 Indien de gereglementeerde entiteit met betrekking tot een kalenderjaar minder emissierechten heeft ingeleverd dan noodzakelijk op grond van het eerste lid, wordt het aantal emissierechten dat hij in het daaropvolgende kalenderjaar dient in te leveren van rechtswege verhoogd met het aantal emissierechten dat hij te weinig had ingeleverd.
Artikel 16.39ak Artikel 16.21, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor «broeikasgasinstallaties» wordt gelezen «gereglementeerde entiteiten» en voor «artikel 16.5» wordt gelezen «16.39z».