Hoofdstuk 4
De rijksrecherche
Artikel 49 1 Er is een rijksrecherche. De rijksrecherche heeft tot taak het doen van onderzoek in opdracht van het College van procureurs-generaal, naar feiten of gedragingen die mogelijk een strafbaar feit opleveren.2 Het College van procureurs-generaal kan de rijksrecherche belasten met een onderzoek als bedoeld in het eerste lid indien inzet van de rijksrecherche is aangewezen:
a. om iedere schijn van partijdigheid te vermijden bij een onderzoek naar feiten of gedragingen die de integriteit van de overheid kunnen aantasten en zijn begaan door natuurlijke personen of rechtspersonen belast met een publieke taak, of betrokken bij de uitvoering daarvan, of
b. omwille van de bijzondere deskundigheid van de rijksrecherche in door het College van procureurs-generaal aan te wijzen gevallen.
3 Het College van procureurs-generaal stelt Onze Minister in kennis van een aanwijzing als bedoeld in het tweede lid, onder b.
Artikel 50 Het bepaalde bij of krachtens de artikelen 3, 9 en 12 is van overeenkomstige toepassing op de rijksrecherche. Bij ministeriële regeling kunnen regels omtrent de vereisten voor een goede taakuitvoering door de politie, gesteld krachtens artikel 21, van overeenkomstige toepassing worden verklaard op de rijksrecherche.
Artikel 51 Het beheer van de rijksrecherche berust bij het College van procureurs-generaal.
Artikel 52 Het College van procureurs-generaal stelt ten minste eenmaal in de vier jaar een beleidsplan en jaarlijks een begroting, een financieel verslag en een jaarverslag met betrekking tot de rijksrecherche vast. Deze behoeven de goedkeuring van Onze Minister.
Artikel 53 1 De ambtenaren van de rijksrecherche worden aangesteld, geschorst en ontslagen door het College van procureurs-generaal.
2 Het bepaalde krachtens artikel 45, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op de ambtenaren van de rijksrecherche.
3 De artikelen 44a, 47, 47a, 47b, 47c en 48 en de paragrafen 3.5.2., 3.5.3. en 3.5.4 zijn van overeenkomstige toepassing op de rijksrecherche.
Artikel 54 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over:
a. de doeleinden waarvoor de rijksrecherche, met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet politiegegevens, gegevens verwerkt of verder verwerkt en de categorieën van gegevens die de rijksrecherche daartoe verwerkt, alsmede over de terbeschikkingstelling van gegevens ten behoeve van de uitvoering van de politietaak en de verstrekking van gegevens aan personen en instanties;
b. de wijze waarop de rijksrecherche gegevens verwerkt, daaronder begrepen de schrijfwijze en classificatie van gegevens, alsmede de wijze van vermelding van de herkomst van de gegevens.
Artikel 55 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gegeven over de samenwerking van de rijksrecherche met de politie. Bij regeling van Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Defensie kunnen regels worden gegeven over de samenwerking van de rijksrecherche met de Koninklijke marechaussee.