Penitentiaire beginselenwet (PBW)


Hoofdstuk XVIa

Experimenten

Artikel 77a 1 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen bij wijze van experiment regels worden gesteld waarmee tijdelijk wordt afgeweken van de in artikel 77b te noemen bepalingen, zulks met inachtneming van de aldaar genoemde doelen met het oog waarop afwijking van de betreffende bepaling gedurende de werkingsduur van de maatregel plaats kan hebben.
2 De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
3 Onze Minister kan nadere regels stellen ter uitvoering van het experiment.
4 Onze Minister zendt ten minste drie maanden voor het einde van de werkingsduur van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het experiment in de praktijk.
5 De algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, geldt voor een periode van ten hoogste twee jaar na inwerkingtreding daarvan.
6 Het vijfde lid is niet van toepassing, indien binnen de twee jaar, bedoeld in het vijfde lid, voordracht plaatsvindt van een voorstel van wet, waarmee in het onderwerp van de maatregel wordt voorzien.

Artikel 77b Op de wijze als voorzien in artikel 77a kan worden afgeweken van:
a. de artikelen 8 tot en met 10, met als doel om verschillende doelgroepen gezamenlijk op een afdeling te laten verblijven dan wel aan gezamenlijke activiteiten te laten deelnemen;
b. artikel 13, met als doel de vaststelling van andersoortige mate van beveiliging voor zover dit noodzakelijk is voor de bereiking van het doel, genoemd in onderdeel a, dan wel voor zover bijzondere technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven;
c. artikel 44, tweede lid, met als doel het voorkomen van ordeverstorend gedrag dan wel het structureel bevorderen van de orde of veiligheid binnen de inrichting;
d. artikel 47, met als doel de tenuitvoerlegging zo veel mogelijk dienstbaar te maken aan de voorbereiding van de terugkeer van de betrokkene in de maatschappij;
e. de artikelen 59a en 71c, met als doel het bevorderen van het gebruik van de bemiddelingsprocedure als wijze van geschillenbeslechting.