Penitentiaire beginselenwet (PBW)


Artikel 59a 1 De gedetineerde heeft het recht zich, mondeling of schriftelijk, tot de commissie van toezicht te wenden met het verzoek te bemiddelen ter zake van een grief omtrent de wijze waarop de directeur zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem heeft gedragen of een bij of krachtens deze wet gestelde zorgplicht heeft betracht. Een gedraging van een ambtenaar of medewerker jegens de gedetineerde wordt met het oog op de toepassing van deze bepaling als een gedraging van de directeur aangemerkt.
2 Indien de grief een beslissing betreft waartegen beklag openstaat, dient dit verzoek uiterlijk op de zevende dag na die waarop de gedetineerde kennis heeft gekregen van die beslissing te worden ingediend.
3 De commissie van toezicht streeft ernaar binnen vier weken een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te bereiken. Zij kan de bemiddeling geheel of ten dele aan de maandcommissaris of een ander uit haar midden aangewezen lid opdragen.
4 De commissie van toezicht stelt de gedetineerde en de directeur in de gelegenheid, al dan niet in elkaars tegenwoordigheid, hun standpunt mondeling toe te lichten. Indien de gedetineerde de Nederlandse taal niet voldoende beheerst, draagt de commissie van toezicht zorg voor de bijstand van een tolk.
5 De commissie van toezicht legt de resultaten van de bemiddeling neer in een schriftelijke mededeling en zendt dan wel reikt uit een gedagtekend afschrift daarvan aan de directeur en de gedetineerde. De datum van die toezending of uitreiking wordt op dit afschrift aangetekend. Indien de gedetineerde de Nederlandse taal niet voldoende begrijpt, draagt de commissie van toezicht zorg voor een vertaling van de mededeling. In de gevallen, bedoeld in artikel 60, wordt de gedetineerde gewezen op de mogelijkheid van beklag en de wijze waarop en de termijn waarbinnen dit moet worden gedaan.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2021 nieuw Stb 2019 141 (pdf) 33844 MvT (web) MvT (pdf)