Penitentiaire beginselenwet (PBW)
Hoofdstuk XI
Beklag
Artikel 60 1 Een gedetineerde kan bij de beklagcommissie beklag doen over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing.2 Met een beslissing als bedoeld in het eerste lid wordt gelijkgesteld een verzuim of weigering om te beslissen. Het nemen van een beslissing wordt geacht te zijn verzuimd of geweigerd, indien niet binnen de wettelijke of, bij het ontbreken daarvan, binnen een redelijke termijn een beslissing is genomen.
3 De directeur draagt zorg dat een gedetineerde die beklag wenst te doen daartoe zo spoedig mogelijk in de gelegenheid wordt gesteld.
Artikel 61 1 De gedetineerde doet beklag door de indiening van een klaagschrift bij de beklagcommissie bij de inrichting waar de beslissing waarover hij klaagt is genomen.
2 De indiening van het klaagschrift kan door tussenkomst van de directeur van de inrichting waar de gedetineerde verblijft geschieden. De directeur draagt in dat geval zorg dat het klaagschrift of, indien het klaagschrift zich in een envelop bevindt, de envelop van een dagtekening wordt voorzien, welke geldt als dag van indiening.
3 Het klaagschrift vermeldt zo nauwkeurig mogelijk de beslissing waarover wordt geklaagd en de redenen van het beklag. Indien de gedetineerde omtrent de beslissing waarover hij klaagt geen verzoek tot bemiddeling heeft gedaan, vermeldt hij de redenen hiervoor in het klaagschrift.
4 Indien de gedetineerde de Nederlandse taal niet voldoende beheerst kan hij het klaagschrift in een andere taal indienen. De voorzitter van de beklagcommissie kan bepalen dat het klaagschrift in de Nederlandse taal wordt vertaald. De vergoeding van de voor de vertaling gemaakte kosten geschiedt volgens regelen te stellen bij algemene maatregel van bestuur.
5 Het klaagschrift wordt uiterlijk op de zevende dag na die waarop de gedetineerde kennis heeft gekregen van de beslissing waarover hij zich wenst te beklagen ingediend. Een na afloop van deze termijn ingediend klaagschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de gedetineerde in verzuim is geweest.
6 Indien een gedetineerde een verzoek tot bemiddeling als bedoeld in artikel 59a heeft gedaan, wordt, in afwijking van het vijfde lid, het klaagschrift ingediend uiterlijk op de zevende dag na die waarop de gedetineerde de schriftelijke mededeling van de bevindingen van de commissie van toezicht heeft ontvangen.
Artikel 62 1 Het klaagschrift wordt behandeld door een door de commissie van toezicht benoemde beklagcommissie, bestaande uit drie leden, die wordt bijgestaan door een secretaris. Een lid van de commissie van toezicht neemt geen deel aan de behandeling van het klaagschrift, indien hij heeft bemiddeld ter zake van de beslissing waarop het klaagschrift betrekking heeft of daarmee op enige andere wijze bemoeienis heeft gehad.
2 De voorzitter dan wel een door hem aangewezen lid van de beklagcommissie kan, indien hij het beklag van eenvoudige aard, dan wel kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond acht, het klaagschrift enkelvoudig afdoen, met dien verstande dat hij tevens de bevoegdheden bezit die aan de voorzitter van de voltallige beklagcommissie toekomen.
3 De voorzitter, dan wel het door hem aangewezen lid, bedoeld in het tweede lid, kan de behandeling te allen tijde verwijzen naar de voltallige beklagcommissie.
4 De behandeling van het klaagschrift vindt niet in het openbaar plaats, behoudens ingeval de beklagcommissie van oordeel is dat de niet openbare behandeling niet verenigbaar is met enige een ieder verbindende bepaling van een in Nederland geldend verdrag.
Artikel 63 1 De secretaris van de beklagcommissie zendt de directeur een afschrift van het klaagschrift toe.
2 De directeur geeft dienaangaande zo spoedig mogelijk schriftelijk de nodige inlichtingen aan de beklagcommissie, tenzij hij van oordeel is dat het klaagschrift kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond is of tenzij het vierde lid toepassing vindt. Hij voegt daaraan de opmerkingen toe, waartoe het klaagschrift hem overigens aanleiding geeft.
3 Aan de klager geeft de secretaris van de beklagcommissie schriftelijk kennis van de inhoud van deze inlichtingen en opmerkingen.
4 De voorzitter van de beklagcommissie kan de behandeling van het klaagschrift voor onbepaalde tijd uitstellen, indien hij van oordeel is dat het klaagschrift zich leent voor bemiddeling of indien de bemiddelingsprocedure nog niet is afgesloten. In het eerste geval stelt de voorzitter een afschrift van het klaagschrift ter hand aan de maandcommissaris of een ander lid van de commissie van toezicht met het verzoek om te bemiddelen. Artikel 59a is van overeenkomstige toepassing.
5 Indien de commissie van toezicht omtrent de beslissing waarover wordt geklaagd heeft bemiddeld en zij haar bevindingen schriftelijk aan de gedetineerde en de directeur heeft medegedeeld, voegt de secretaris van de beklagcommissie de bevindingen bij de processtukken.
Artikel 64 1 De beklagcommissie stelt de klager en de directeur in de gelegenheid omtrent het klaagschrift mondeling opmerkingen te maken, tenzij zij het beklag aanstonds kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond acht.
2 De klager en de directeur kunnen de voorzitter van de beklagcommissie de vragen opgeven die zij aan elkaar gesteld wensen te zien.
3 De beklagcommissie kan de directeur en de klager buiten elkaars aanwezigheid horen. In dat geval worden zij in de gelegenheid gesteld vooraf de vragen op te geven die zij gesteld wensen te zien en wordt de zakelijke inhoud van de aldus afgelegde verklaring door de voorzitter van de beklagcommissie aan de klager onderscheidenlijk de directeur mondeling medegedeeld.
4 De beklagcommissie kan ook bij andere personen mondeling of schriftelijk inlichtingen inwinnen. Indien mondeling inlichtingen worden ingewonnen, zijn het tweede en derde lid, tweede volzin, van overeenkomstige toepassing.
Artikel 65 1 De klager heeft het recht zich te doen bijstaan door een rechtsbijstandverlener of een andere vertrouwenspersoon, die daartoe van de beklagcommissie toestemming heeft gekregen. Indien aan de klager een advocaat is toegevoegd, geschieden diens beloning en de vergoeding van de door hem gemaakte kosten volgens regelen te stellen bij algemene maatregel van bestuur.
2 Indien de klager de Nederlandse taal niet voldoende beheerst, draagt de voorzitter zorg voor de bijstand van een tolk. De beloning van de tolk en de vergoeding van de door de tolk gemaakte kosten geschieden volgens regelen te stellen bij algemene maatregel van bestuur.
3 Tijdens de beklagprocedure staat de beklagcommissie aan de klager op diens verzoek toe van de gedingstukken kennis te nemen.
4 Indien de klager elders verblijft kunnen de opmerkingen, bedoeld in artikel 64, eerste lid, op verzoek van de beklagcommissie ten overstaan van een lid van een andere beklagcommissie worden gemaakt.
5 Van het horen van de betrokkenen maakt de secretaris een schriftelijk verslag, dat door de voorzitter en de secretaris wordt ondertekend. Bij verhindering van een van hen wordt de reden daarvan in het verslag vermeld.
Artikel 66 1 Hangende de uitspraak op het klaagschrift kan de voorzitter van de beroepscommissie op verzoek van de klager, na de directeur te hebben gehoord, de tenuitvoerlegging van de beslissing waarop het klaagschrift betrekking heeft geheel of gedeeltelijk schorsen.
2 De voorzitter doet hiervan onverwijld mededeling aan de directeur en de klager.
Artikel 67 1 De beklagcommissie doet zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen een termijn van vier weken te rekenen vanaf de datum waarop het klaagschrift is ontvangen, uitspraak. In bijzondere omstandigheden kan de beklagcommissie deze termijn met ten hoogste vier weken verlengen. Van deze verlenging wordt aan de directeur en de klager mededeling gedaan.
2 De uitspraak is met redenen omkleed en gedagtekend. Zij bevat een verslag van het horen van personen door de beklagcommissie. Zij wordt door de voorzitter, alsmede door de secretaris ondertekend. Bij verhindering van één van hen wordt de reden daarvan in de uitspraak vermeld. Aan de klager en de directeur wordt onverwijld en kosteloos een afschrift van de beslissing van de beklagcommissie toegezonden of uitgereikt. De datum van die toezending of uitreiking wordt op dit afschrift aangetekend.
3 De uitspraak vermeldt de mogelijkheid van het instellen van beroep bij de beroepscommissie, de wijze waarop en de termijn waarbinnen dit moet worden gedaan alsmede de mogelijkheid tot schorsing van de tenuitvoerlegging van de uitspraak, bedoeld in artikel 70, tweede lid.
4 Indien de klager de Nederlandse taal niet voldoende beheerst en in de inrichting niet op andere wijze in een vertaling kan worden voorzien, draagt de voorzitter van de beklagcommissie zorg voor een vertaling van de uitspraak en de mededeling, bedoeld in het tweede, onderscheidenlijk derde lid. De vergoeding van de voor de vertaling gemaakte kosten geschiedt volgens regelen te stellen bij algemene maatregel van bestuur.
5 De voorzitter van de beklagcommissie kan de uitspraak ook mondeling mededelen aan de klager en de directeur. Zij worden daarbij gewezen op de mogelijkheid tot het instellen van beroep bij de beroepscommissie, de wijze waarop en de termijn waarbinnen dit moet worden gedaan, alsmede op de mogelijkheid tot schorsing van de tenuitvoerlegging van de uitspraak, bedoeld in artikel 70, tweede lid. Als dag van de uitspraak geldt de dag van het doen van deze mededeling. Indien mondeling uitspraak wordt gedaan, wordt deze uitspraak op het klaagschrift aangetekend.
6 Indien het vijfde lid toepassing heeft gevonden en beroep wordt ingesteld als voorzien in artikel 69, eerste lid, vindt uitwerking van de beslissing van de beklagcommissie plaats op de wijze, bedoeld in het tweede lid. De secretaris van de beklagcommissie zendt een afschrift van deze uitspraak toe aan de directeur, de klager en de beroepscommissie.
7 De secretaris zendt van alle uitspraken van de beklagcommissie een afschrift naar Onze Minister. Een ieder heeft recht op kennisneming van deze uitspraken en het ontvangen van een afschrift daarvan. Onze Minister draagt zorg dat dit afschrift geen gegevens bevat waaruit de identiteit van de gedetineerde kan worden afgeleid. Met betrekking tot de kosten van het ontvangen van een afschrift is het bij of krachtens de Wet tarieven in strafzaken bepaalde van overeenkomstige toepassing.
Artikel 68 1 De uitspraak van de beklagcommissie strekt tot gehele of gedeeltelijke:
a. niet-ontvankelijkverklaring van het beklag;
b. ongegrondverklaring van het beklag;
c. gegrondverklaring van het beklag.
2 Indien de beklagcommissie van oordeel is dat de beslissing waarover is geklaagd:
a. in strijd is met een in de inrichting geldend wettelijk voorschrift of een een ieder verbindende bepaling van een in Nederland geldend verdrag, dan wel
b. bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, waaronder de veiligheid van de samenleving en de belangen van slachtoffers en nabestaanden, onredelijk of onbillijk moet worden geacht, verklaart zij het beklag gegrond en vernietigt zij de beslissing geheel of gedeeltelijk.
3 Bij toepassing van het tweede lid kan de beklagcommissie:
a. de directeur opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak;
b. bepalen dat haar uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde beslissing;
c. volstaan met de gehele of gedeeltelijke vernietiging.
4 Bij toepassing van het derde lid, onder a, kan de beklagcommissie in haar uitspraak een termijn stellen.
5 De beklagcommissie kan bepalen dat de uitspraak buiten werking blijft totdat deze onherroepelijk is geworden.
6 Indien het tweede lid toepassing vindt, worden de rechtsgevolgen van de vernietigde beslissing, voor zover mogelijk, door de directeur ongedaan gemaakt, dan wel in overeenstemming gebracht met de uitspraak van de beklagcommissie.
7 Voor zover de in het zesde lid bedoelde gevolgen niet meer ongedaan te maken zijn, bepaalt de beklagcommissie dan wel de voorzitter, na de directeur te hebben gehoord, of enige tegemoetkoming aan de klager geboden is. Zij stelt de tegemoetkoming, die geldelijk van aard kan zijn, vast.