Hoofdstuk 6
Gesloten jeugdhulp bij ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen
§ 6.7Gegevensverwerking bij gesloten jeugdhulp
Artikel 6.7.1 1 De jeugdhulpverantwoordelijke draagt er zorg voor dat een beslissing tot het toepassen van een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in de artikelen 6.3.2.1 tot en met 6.3.2.5 samen met de schriftelijke motivering, bedoeld in artikel 6.3.1.4, tweede lid, zo spoedig mogelijk in het dossier van de jeugdige wordt vastgelegd.2 De jeugdhulpaanbieder draagt er zorg voor dat de toepassing van de maatregelen, bedoeld in de artikelen 6.3.2.6 en 6.3.2.7, zo spoedig mogelijk in het dossier van de jeugdige wordt vastgelegd.
3 De jeugdhulpaanbieder verstrekt eens per zes maanden een rapportage over de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen als bedoeld in paragraaf 6.3.2 aan de gecertificeerde instelling indien deze ten aanzien van de jeugdige een kinderbeschermingsmaatregel uitvoert, alsmede aan de ouders indien de jeugdige niet onder toezicht is gesteld of aan de pleegouders.
Artikel 6.7.2 1 De jeugdhulpaanbieder informeert de gecertificeerde instelling indien deze ten aanzien van de jeugdige een kinderbeschermingsmaatregel uitvoert, alsmede de ouders indien de jeugdige niet onder toezicht is gesteld of de pleegouders over de toepassing van de maatregelen, bedoeld in artikel 6.3.2.2, eerste lid, onderdelen d en f, en artikel 6.3.2.3.
2 Voorafgaand aan een evaluatie als bedoeld in artikel 6.2.9, achtste lid, verstrekt de jeugdhulpaanbieder de afschriften, bedoeld in artikel 6.3.1.4, derde lid, die betrekking hebben op de beslissingen die zijn genomen met toepassing van artikel 6.3.1.2, derde lid, aan de gecertificeerde instelling, indien deze ten aanzien van de jeugdige een kinderbeschermingsmaatregel uitvoert, alsmede aan de ouders, indien de jeugdige niet onder toezicht is gesteld, of aan de pleegouders. Ten aanzien van jeugdigen van zestien jaar en ouder is voorafgaand aan het verstrekken van de afschriften aan ouders, pleegouders of de gecertificeerde instelling de instemming van de jeugdige vereist, tenzij het informatie betreft voor de gecertificeerde instelling die noodzakelijk is voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling.
3 Ten aanzien van jeugdigen van zestien jaar en ouder is voorafgaand aan het informeren van ouders, pleegouders of de gecertificeerde instelling de instemming van de jeugdige vereist, tenzij het informatie betreft voor de gecertificeerde instelling die noodzakelijk is voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling.
Artikel 6.7.3 1 De jeugdhulpaanbieder zorgt ten behoeve van de uitvoering van dit hoofdstuk en van het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens dit hoofdstuk voor het digitaal beschikbaar zijn van de volgende gegevens:
a. de naam van de betrokken jeugdige en diens burgerservicenummer;
b. de beslissingen tot toepassing van de vrijheidsbeperkende maatregelen, bedoeld in de artikelen 6.3.2.1 tot en met 6.3.2.5, ten aanzien van de jeugdige;
c. de begin- en einddatum van de maatregelen, bedoeld in onderdeel b;
d. de beslissingen tot het verlenen van verlof, bedoeld in artikel 6.4.1, ten aanzien van de jeugdige.
2 De jeugdhulpaanbieder draagt ervoor zorg dat ten minste eens per zes maanden aan de ingevolge deze wet met toezicht belaste ambtenaren een digitaal overzicht van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt.
Artikel 6.7.4 1 De jeugdhulpaanbieder verstrekt ten minste jaarlijks aan de ingevolge deze wet met toezicht belaste ambtenaren een analyse over de vrijheidsbeperkende maatregelen, bedoeld in de artikelen 6.3.2.1 tot en met 6.3.2.5, die in die periode in de gesloten accommodatie zijn toegepast.
2 Bij regeling van Onze Ministers kunnen regels worden gesteld over de inhoud en de wijze van verstrekken van de analyse.