Woningwet (Wonw)


Hoofdstuk II

Voorschriften betreffende het bouwen, de staat van bestaande bouwwerken, het gebruik, het slopen en de welstand

Afdeling 2

De bouwverordening

Artikel 7b 1 Tenzij een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk het uitdrukkelijk toestaat, is het verboden een bouwwerk te bouwen, voor zover daarbij niet wordt voldaan aan de op dat bouwen van toepassing zijnde voorschriften, bedoeld in artikel 8, tweede lid.
2 Het verbod, bedoeld in het eerste lid, heeft mede betrekking op het niet voldoen aan de voorschriften met betrekking tot het bouwen, van een bouwwerk, bedoeld in:
a. artikel 8, zesde lid, voor zover deze voorschriften in de bouwverordening zijn opgenomen;
b. artikel 8, zevende lid, indien en voor zover deze voorschriften op grond van het achtste lid van dat artikel rechtstreeks gelden.
3 Tenzij een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk het uitdrukkelijk toestaat, is het verboden een bouwwerk dan wel deel daarvan in stand te laten voor zover bij het bouwen daarvan niet is voldaan aan de op dat bouwen van toepassing zijnde voorschriften, bedoeld in het eerste of tweede lid.

Artikel 8 1 De gemeenteraad stelt een bouwverordening vast, die uitsluitend de voorschriften, bedoeld in het tweede tot en met zesde lid, bevat.
2 De bouwverordening bevat voorschriften omtrent het tegengaan van het bouwen van een bouwwerk op verontreinigde bodem.
3 De voorschriften, bedoeld in het tweede lid, hebben uitsluitend betrekking op bouwwerken:
a. waarin voortdurend of nagenoeg voortdurend mensen zullen verblijven,
b. voor het bouwen waarvan een omgevingsvergunning is vereist, met uitzondering van bouwwerken die naar aard en omvang gelijk zijn aan een bouwwerk waarvoor op grond van artikel 2.1, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een dergelijke vergunning niet is vereist, en
c. 1°. die de grond raken, of
2°. ten aanzien waarvan het bestaande, niet-wederrechtelijke gebruik niet wordt gehandhaafd.
4 De voorschriften, bedoeld in het tweede lid, hebben in elk geval betrekking op:
a. het verrichten van onderzoek naar aard en mate van verontreiniging van de bodem;
b. aard en omvang van het onderzoek, en
c. inrichting van het op te stellen onderzoeksrapport.
5 De bouwverordening bevat tevens voorschriften omtrent de samenstelling, inrichting en werkwijze van de welstandscommissie. Zij kan bepalen dat er in plaats van een welstandscommissie een stadsbouwmeester wordt aangesteld, in welk geval de bouwverordening voorschriften bevat over de rol en de functie van de stadsbouwmeester. Voorts kan de bouwverordening nadere voorschriften bevatten omtrent de verslagen, bedoeld in artikel 12b, derde lid.
6 Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat in de bouwverordening voorschriften worden gegeven omtrent andere onderwerpen dan die, genoemd in het tweede en vijfde lid.
7 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen ter bevordering van eenheid in de bouwverordeningen regelen worden gegeven omtrent de inhoud van de voorschriften, bedoeld in het tweede tot en met zesde lid.
8 De gemeenteraad brengt binnen een jaar na het in werking treden van de krachtens het zevende lid en de krachtens artikel 120 gegeven voorschriften de bouwverordening met die voorschriften in overeenstemming. Zolang de bouwverordening niet met die voorschriften in overeenstemming is gebracht, gelden die voorschriften rechtstreeks.

Artikel 9 Vervallen

Artikel 10 Vervallen

Artikel 11 1 Bij een in de bouwverordening gegeven voorschrift kan worden bepaald, dat daarvan kan worden afgeweken bij een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk.
2 Van een voorschrift dat overeenkomstig artikel 8, achtste lid, in de bouwverordening is opgenomen kan slechts worden afgeweken voor zover dat is toegestaan op grond van een algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 8, zevende lid.