Wetboek van Strafvordering (Sv)


Vierde Boek

Eenige rechtsplegingen van bijzonderen aard

Titel X

Innovatie van verschillende onderwerpen

Vijfde afdeling

Mediation na aanvang van het onderzoek op de terechtzitting

Artikel 571 Onder mediation in een strafzaak wordt verstaan de bemiddeling tussen verdachte en slachtoffer onder begeleiding van een mediator, waarmee herstel wordt beoogd en waarbij afspraken voor herstel kunnen worden vastgelegd in een overeenkomst. Indien afspraken voor herstel zijn gemaakt houden de officier van justitie en de rechter hiermee rekening bij de behandeling van de strafzaak.

Artikel 572 1 Na aanvang van het onderzoek ter terechtzitting kan de rechtbank, ambtshalve of op vordering van de officier van justitie, onderzoeken of de zaak in aanmerking komt voor mediation.
2 Bij het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, hoort de rechtbank de officier van justitie, de verdachte, het slachtoffer en de benadeelde partij, die op de terechtzitting aanwezig zijn.
3 Indien de rechtbank van oordeel is dat de zaak in aanmerking komt voor mediation beveelt zij de schorsing van het onderzoek overeenkomstig artikel 281 en bepaalt zij een termijn waarbinnen mediation wordt beproefd.

Artikel 573 1 Wanneer na de schorsing, bedoeld in artikel 572, derde lid, het onderzoek ter terechtzitting wordt hervat, onderzoekt de rechtbank de uitkomst van de mediation.
2 Indien de mediation tot een positieve uitkomst heeft geleid en de rechtbank van oordeel is dat de zaak zonder verdere inhoudelijke behandeling kan worden beëindigd, kan zij verklaren dat de zaak is geëindigd, tenzij de officier van justitie voortzetting van het onderzoek vordert of de verdachte of diens raadsman voortzetting van het onderzoek verzoekt. De rechtbank kan aan de verklaring dat de zaak is geëindigd bepaalde voorwaarden verbinden en stelt daarbij een termijn waarbinnen aan de voorwaarden moet worden voldaan. Onder die voorwaarden worden steeds de bij de mediation gemaakte afspraken opgenomen.
3 De artikelen uit dit wetboek die betrekking hebben op het onderzoek naar de ontvankelijkheid van de officier van justitie, bedoeld in artikel 348, alsmede de artikelen uit dit wetboek die betrekking hebben op de niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie als einduitspraak, bedoeld in artikel 349, eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de verklaring dat de zaak is geëindigd, als bedoeld in het tweede lid.
4 Na de uitspraak houdende een verklaring dat de zaak is geëindigd, als bedoeld in het tweede lid, kan de verdachte ter zake van hetzelfde feit niet opnieuw in rechte worden betrokken, behoudens in het geval van niet-naleving van de aan deze verklaring verbonden voorwaarden binnen de daarin bepaalde termijn.
5 Het tweede tot en met vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing indien voor aanvang van de terechtzitting afspraken voor herstel zijn gemaakt.

Artikel 574 In aanvulling op artikel 359, vijfde lid, geeft het vonnis in het bijzonder rekenschap van de wijze waarop en de mate waarin bij het bepalen van een straf of maatregel rekening is gehouden met in het kader van mediation tot stand gekomen afspraken voor herstel.