Wetboek van Strafvordering (Sv)


Vierde Boek

Eenige rechtsplegingen van bijzonderen aard

Titel X

Innovatie van verschillende onderwerpen

Derde afdeling

Opnamen van beeld, geluid of beeld en geluid als onderdeel van de verslaglegging en als wettig bewijsmiddel

§ 3

Behandeling van de zaak door de rechtbank

Artikel 561 In aanvulling op artikel 258, tweede lid, kan de voorzitter van de rechtbank ter voorbereiding van de terechtzitting bevelen dat van hetgeen met toepassing van artikel 560 op een opname van beeld, geluid, of beeld en geluid is vastgelegd alsnog volledig proces-verbaal wordt opgemaakt.

Artikel 562 De rechtbank kan bepalen dat van het onderzoek op de terechtzitting een opname van geluid of beeld en geluid wordt gemaakt. De voorzitter doet daarvan mededeling.

Artikel 563 Na aanvang van het onderzoek op de terechtzitting kan de rechtbank bevelen dat van hetgeen met toepassing van artikel 560 op een opname van beeld, geluid, of beeld en geluid is vastgelegd alsnog volledig proces-verbaal wordt opgemaakt.

Artikel 564 In geval van schorsing van het onderzoek op de terechtzitting overeenkomstig artikel 281, eerste lid, kan, in afwijking van het vierde lid van dat artikel, bij instemming van de officier van justitie en de verdachte artikel 566 worden toegepast. In dat geval wordt de opname van geluid of beeld en geluid voorafgaand aan de hervatting van het onderzoek bij de processtukken gevoegd.

Artikel 565 1 Artikel 301 is van overeenkomstige toepassing op opnamen van beeld, geluid of beeld en geluid, met dien verstande dat daar waar wordt gesproken van de voorlezing van stukken, daaronder wordt verstaan het vertonen of ten gehore brengen van die opnamen.
2 Artikel 331, eerste lid, is van toepassing.

Artikel 566 1 In het geval een opname van geluid of beeld en geluid is gemaakt van het onderzoek op de terechtzitting, kan de voorzitter bepalen dat in afwijking van artikel 326 een verkort proces-verbaal van de terechtzitting wordt opgemaakt. In dat geval wordt de opname bij de processtukken gevoegd.
2 Een verkort proces-verbaal van de terechtzitting bevat in ieder geval:
a. de namen van de rechters en van de griffier;
b. de uitspraken die niet in het vonnis zijn opgenomen;
c. aantekeningen waarvan opneming door de wet, anders dan door artikel 326, eerste en tweede lid, wordt verlangd; en
d. een summiere weergave van hetgeen op de terechtzitting is voorgevallen.
3 In geval toepassing is gegeven aan het eerste lid is artikel 327a niet van toepassing.
4 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de inhoud van een verkort proces-verbaal van de terechtzitting.

Artikel 567 In aanvulling op artikel 339, eerste lid, wordt een opname van beeld, geluid, of beeld en geluid als wettig bewijsmiddel erkend.