Wetboek van Strafvordering (Sv)


Vierde Boek

Eenige rechtsplegingen van bijzonderen aard

Titel X

Innovatie van verschillende onderwerpen

Derde afdeling

Opnamen van beeld, geluid of beeld en geluid als onderdeel van de verslaglegging en als wettig bewijsmiddel

§ 1

Algemene bepaling

Artikel 559 Artikel 138c is niet van toepassing op een verkort proces-verbaal van de terechtzitting als bedoeld in deze afdeling.

§ 2

Verslaglegging door opsporingsambtenaren

Artikel 560 1 In afwijking van artikel 152, eerste lid, kunnen opsporingsambtenaren het opmaken van proces-verbaal onder verantwoordelijkheid van het openbaar ministerie uitstellen indien op een opname van beeld, geluid, of beeld en geluid is vastgelegd wat door hen tot opsporing is verricht of bevonden.
2 In geval het opmaken van proces-verbaal is uitgesteld, vermelden opsporingsambtenaren in een verkort proces-verbaal dat door hen tot opsporing is verricht of bevonden wat op de opname van beeld, geluid, of beeld en geluid is vastgelegd.
3 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de inhoud van een verkort proces-verbaal.

§ 3

Behandeling van de zaak door de rechtbank

Artikel 561 In aanvulling op artikel 258, tweede lid, kan de voorzitter van de rechtbank ter voorbereiding van de terechtzitting bevelen dat van hetgeen met toepassing van artikel 560 op een opname van beeld, geluid, of beeld en geluid is vastgelegd alsnog volledig proces-verbaal wordt opgemaakt.

Artikel 562 De rechtbank kan bepalen dat van het onderzoek op de terechtzitting een opname van geluid of beeld en geluid wordt gemaakt. De voorzitter doet daarvan mededeling.

Artikel 563 Na aanvang van het onderzoek op de terechtzitting kan de rechtbank bevelen dat van hetgeen met toepassing van artikel 560 op een opname van beeld, geluid, of beeld en geluid is vastgelegd alsnog volledig proces-verbaal wordt opgemaakt.

Artikel 564 In geval van schorsing van het onderzoek op de terechtzitting overeenkomstig artikel 281, eerste lid, kan, in afwijking van het vierde lid van dat artikel, bij instemming van de officier van justitie en de verdachte artikel 566 worden toegepast. In dat geval wordt de opname van geluid of beeld en geluid voorafgaand aan de hervatting van het onderzoek bij de processtukken gevoegd.

Artikel 565 1 Artikel 301 is van overeenkomstige toepassing op opnamen van beeld, geluid of beeld en geluid, met dien verstande dat daar waar wordt gesproken van de voorlezing van stukken, daaronder wordt verstaan het vertonen of ten gehore brengen van die opnamen.
2 Artikel 331, eerste lid, is van toepassing.

Artikel 566 1 In het geval een opname van geluid of beeld en geluid is gemaakt van het onderzoek op de terechtzitting, kan de voorzitter bepalen dat in afwijking van artikel 326 een verkort proces-verbaal van de terechtzitting wordt opgemaakt. In dat geval wordt de opname bij de processtukken gevoegd.
2 Een verkort proces-verbaal van de terechtzitting bevat in ieder geval:
a. de namen van de rechters en van de griffier;
b. de uitspraken die niet in het vonnis zijn opgenomen;
c. aantekeningen waarvan opneming door de wet, anders dan door artikel 326, eerste en tweede lid, wordt verlangd; en
d. een summiere weergave van hetgeen op de terechtzitting is voorgevallen.
3 In geval toepassing is gegeven aan het eerste lid is artikel 327a niet van toepassing.
4 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de inhoud van een verkort proces-verbaal van de terechtzitting.

Artikel 567 In aanvulling op artikel 339, eerste lid, wordt een opname van beeld, geluid, of beeld en geluid als wettig bewijsmiddel erkend.

§ 4

Behandeling van de zaak in hoger beroep door het gerechtshof

Artikel 568 Indien in eerste aanleg een verkort proces-verbaal van de terechtzitting overeenkomstig artikel 566 is opgemaakt kan de voorzitter van het gerechtshof ter voorbereiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep aan de voorzitter van de rechtbank schriftelijk kennis geven dat alsnog een volledig proces-verbaal van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg moet worden opgemaakt dat aan de eisen van artikel 326 voldoet. De voorzitter van de rechtbank zorgt ervoor dat zo spoedig mogelijk aan dit verzoek wordt voldaan.

Artikel 569 1 In aanvulling op artikel 415 zijn de artikelen 561, 562, 563, 564, 565 en 567 van overeenkomstige toepassing op het rechtsgeding voor het gerechtshof. Artikel 566 is van overeenkomstige toepassing op het rechtsgeding voor het gerechtshof tenzij beroep in cassatie is ingesteld.
2 Ten aanzien van een opname van beeld, geluid, of beeld en geluid is artikel 417 van overeenkomstige toepassing.