Wetboek van Koophandel (WvK)


Eerste Boek

Van den koophandel in het algemeen

Zevende titel

Van chèques, en van promessen en quitantiën aan toonder

Tiende afdeeling

Algemeene bepalingen

Artikel 229abis Met bankiers, genoemd in de voorafgaande Afdeelingen van dezen Titel worden gelijkgesteld alle personen of instellingen, die in hun werkzaamheid regelmatig gelden ter onmiddellijke beschikking van anderen houden.

Artikel 229b 1 De aanbieding en het protest van eene chèque kunnen niet plaats hebben dan op eenen werkdag.
2 Wanneer de laatste dag van den termijn, door de wet gesteld voor het verrichten van handelingen nopens de chèque, met name voor de aanbieding en voor het opmaken van het protest of een daarmede gelijkstaande verklaring, een wettelijke feestdag is, wordt deze termijn verlengd tot den eersten werkdag, volgende op het einde van dien termijn. De tusschenliggende feestdagen zijn begrepen in de berekening van den termijn.

Artikel 229bbis Als wettelijke feestdag in den zin van deze Afdeeling worden beschouwd de Zondag, de Nieuwjaarsdag, de Christelijke tweede Paasch- en Pinksterdagen, de beide Kerstdagen, de Hemelvaartsdag en de verjaardag van de Koning.

Artikel 229c In de termijnen, bij de voorafgaande Afdeelingen van dezen Titel voorzien, is niet begrepen de dag, waarop deze termijnen beginnen te loopen.

Artikel 229d Geen enkele respijtdag, noch wettelijke, noch rechterlijke, is toegestaan.

Artikel 229dbis Vervallen