Eerste Boek
Van den koophandel in het algemeen
Zevende titelVan chèques, en van promessen en quitantiën aan toonder
Eerste afdeelingVan de uitgifte en den vorm van de chèque
Artikel 178 De chèque behelst:1°. de benaming "chèque", opgenomen in den tekst zelf en uitgedrukt in de taal, waarin de titel is gesteld;
2°. de onvoorwaardelijke opdracht tot betaling van een bepaalde som;
3°. den naam van dengene, die betalen moet (betrokkene);
4°. de aanwijzing van de plaats, waar de betaling moet geschieden;
5°. de vermelding van de dagteekening, alsmede van de plaats, waar de chèque is getrokken;
6°. de handteekening van dengene, die de chèque uitgeeft (trekker).
Artikel 179 1 De titel, waarin ééne der vermeldingen, in het voorgaande artikel aangegeven, ontbreekt, geldt niet als chèque, behoudens in de hieronder genoemde gevallen.
2 Bij gebreke van een bijzondere aanwijzing, wordt de plaats, aangegeven naast den naam van den betrokkene, geacht te zijn de plaats van betaling. Indien meerdere plaatsen zijn aangegeven naast den naam van den betrokkene, is de chèque betaalbaar op de eerstaangegeven plaats.
3 Bij gebreke van die aanwijzingen of van iedere andere aanwijzing, is de chèque betaalbaar in de plaats, waar het hoofdkantoor van den betrokkene is gevestigd.
4 De chèque, welke niet de plaats aanwijst, waar zij is getrokken, wordt geacht te zijn onderteekend in de plaats, aangegeven naast den naam des trekkers.
Artikel 180 De chèque moet worden getrokken op eenen bankier, die fonds onder zich heeft ter beschikking van den trekker, en krachtens een uitdrukkelijke of stilzwijgende overeenkomst, volgens welke de trekker het recht heeft per chèque over dat fonds te beschikken. In geval van niet-inachtneming van die voorschriften blijft de titel echter als chèque geldig.
Artikel 181 De chèque kan niet worden geaccepteerd. Eene vermelding van acceptatie, op de chèque gesteld, wordt voor niet geschreven gehouden.
Artikel 182 1 De chèque kan betaalbaar worden gesteld:
aan een met name genoemden persoon, met of zonder uitdrukkelijke clausule: "aan order";
aan een met name genoemden persoon, met de clausule: "niet aan order", of een soortgelijke clausule;
aan toonder.
2 De chèque, betaalbaar gesteld aan een met name genoemden persoon, met de vermelding: "of aan toonder", of een soortgelijke uitdrukking, geldt als chèque aan toonder.
3 De chèque zonder vermelding van den nemer geldt als chèque aan toonder.
Artikel 183 1 De chèque kan aan de order van den trekker luiden.
2 De chèque kan worden getrokken voor rekening van eenen derde. De trekker wordt geacht voor zijn eigene rekening te hebben getrokken, indien uit de chèque of uit den adviesbrief niet blijkt, voor wiens rekening zulks is geschied.
3 De chèque kan op den trekker zelf getrokken worden.
Artikel 183a 1 Wanneer de trekker op de chèque de vermelding "waarde ter incasseering", "ter incasso", "in lastgeving" of eenige andere vermelding, met zich brengend een bloote opdracht tot inning, heeft geplaatst, kan de nemer alle uit de chèque voortvloeiende rechten uitoefenen, maar hij kan deze niet anders overdragen dan bijwege van lastgeving.
2 Bij een zoodanige chèque kunnen de chèqueschuldenaren aan den houder slechts de verweermiddelen tegenwerpen, welke aan den trekker zouden kunnen worden tegengeworpen.
3 De opdracht, vervat in een incasso-chèque, eindigt niet door dood of latere onbekwaamheid van den lastgever.
Artikel 184 Eene in de chèque opgenomen renteclausule wordt voor niet geschreven gehouden.
Artikel 185 De chèque kan betaalbaar zijn aan de woonplaats van eenen derde, hetzij in de plaats, waar de betrokkene zijn domicilie heeft, hetzij in een andere plaats.
Artikel 186 1 De chèque, waarvan het bedrag voluit in letters en tevens in cijfers is geschreven, geldt, in geval van verschil, ten beloope van de som, voluit in letters geschreven.
2 De chèque, waarvan het bedrag meermalen is geschreven, hetzij voluit in letters, hetzij in cijfers, geldt, in geval van verschil, slechts ten beloope van de kleinste som.
Artikel 187 Indien de chèque handteekeningen bevat van personen, die onbekwaam zijn zich door middel van een chèque te verbinden, valsche handteekeningen of handteekeningen van verdichte personen, of handteekeningen, welke, onverschillig om welke andere reden, de personen, die die handteekeningen hebben geplaatst of in wier naam zulks is geschied, niet kunnen verbinden, zijn de verbintenissen der andere personen, wier handteekeningen op de chèque voorkomen, desniettemin geldig.
Artikel 188 Ieder, die zijne handteekening op eene chèque plaatst als vertegenwoordiger van eenen persoon, voor wien hij niet de bevoegdheid had te handelen, is zelf krachtens de chèque verbonden, en heeft, betaald hebbende, dezelfde rechten, als de beweerde vertegenwoordigde zou hebben gehad. Hetzelfde geldt ten aanzien van den vertegenwoordiger, die zijne bevoegdheid heeft overschreden.
Artikel 189 De trekker staat in voor de betaling. Elke clausule, waarbij hij deze verplichting uitsluit, wordt voor niet geschreven gehouden.
Artikel 190 Indien eene chèque, onvolledig ten tijde der uitgifte, is volledig gemaakt in strijd met de aangegane overeenkomsten, kan de niet-naleving van die overeenkomsten niet worden tegengeworpen aan den houder, die de cheque te goeder trouw heeft verkregen.
Artikel 190a De trekker, of degene voor wiens rekening de chèque is getrokken, is verplicht zorg te dragen dat het noodige fonds tot betaling op den dag der aanbieding in handen van den betrokkene zij, zelfs indien de chèque bij eenen derde is betaalbaar gesteld, onverminderd de verplichting van den trekker overeenkomstig artikel 189.
Artikel 190b De betrokkene wordt geacht, het noodige fonds in handen te hebben, indien hij bij de aanbieding van de chèque aan den trekker of aan dengene voor wiens rekening is getrokken, een opeischbare som schuldig is, ten minste gelijkstaande met het beloop van de chèque.