Artikel 130 1 Het aval wordt op den wisselbrief of op een verlengstuk gesteld.
2 Het wordt uitgedrukt door de woorden: "goed voor aval" of door een soortgelijke uitdrukking; het wordt door den avalgever onderteekend.
3 De enkele handteekening van den avalgever, gesteld op de voorzijde van den wisselbrief, geldt als aval, behalve wanneer de handteekening die is van den betrokkene of van den trekker.
4 Het kan ook geschieden bij een afzonderlijk geschrift of bij een brief, vermeldende de plaats, waar het is gegeven.
5 In het aval moet worden vermeld, voor wien het is gegeven. Bij gebreke hiervan wordt het geacht voor den trekker te zijn gegeven.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-07-1934 | vervallen | Stb 1932 405 | ||
01-01-1934 | wijziging | Stb 1932 405 | ||
01-10-1838 | nieuwe-regeling | Stb 1826 18 |