Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van niet-digitaal procederen) (Rv)


Tweede Boek

Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging van vonnissen, beschikkingen en authentieke akten

Tweede titel

Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging op goederen die geen registergoederen zijn

Tweede afdeling c

Van executoriaal beslag op de rechten uit een sommenverzekering

§ 1

Algemene bepalingen

Artikel 479ka 1 Ten laste van degene die als begunstigde derde tot het ontvangen van een uitkering uit een sommenverzekering is aangewezen kan beslag worden gelegd onder de verzekeraar, indien:
a. de aanwijzing is aanvaard of aanvaard kan worden;
b. de aanwijzing onherroepelijk is volgens artikel 968, onder b tot en met d, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en deze zijn aanwijzing niet heeft afgewezen.
2 De begunstigde derde wordt in het geval, bedoeld in het eerste lid onder b, geacht zijn aanwijzing te hebben aanvaard voor zover de executie strekt. Heeft de aanwijzing betrekking op een uitkering uit een levensverzekering, dan blijft de eerste zin buiten toepassing zolang de begunstiging ingevolge de eerste zin van artikel 479r, eerste lid, nog kan worden gewijzigd.

Artikel 479kb 1 Onder de verzekeringnemer of een begunstigde kan geen beslag worden gelegd op enig uit de verzekering voortvloeiend recht, tenzij hun rechten aan toonder of order zijn gesteld.
2 Zijn de rechten van de verzekeringnemer of de begunstigde aan toonder of order gesteld, dan kunnen deze rechten niet krachtens artikel 474a worden verkocht, doch dient de executie te worden voortgezet door beslag onder de verzekeraar overeenkomstig de tweede afdeling.

Artikel 479kc 1 Aan degene die ten laste van de verzekeringnemer beslag onder de verzekeraar heeft gelegd, kan een rechtshandeling, na de beslaglegging door of met medewerking van de verzekeringnemer met betrekking tot de verzekering verricht, niet worden tegengeworpen.
2 Aan degene die ten laste van de onherroepelijk aangewezen begunstigde beslag onder de verzekeraar heeft gelegd, kan een rechtshandeling, na de beslaglegging door of met medewerking van de begunstigde met betrekking tot de verzekering verricht, niet worden tegengeworpen.