Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van niet-digitaal procederen) (Rv)


Eerste Boek

De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad

Elfde titel

Cassatie

Vijfde afdeling

Beroep in cassatie in verzoekprocedures

Artikel 426 1 Van beschikkingen kan beroep in cassatie worden ingesteld door degenen, die in een van de vorige instanties verschenen zijn, binnen drie maanden, te rekenen van de dag van de uitspraak.
2 In de gevallen, waarin de wet voor het hoger beroep een kortere termijn heeft voorgeschreven, wordt ook de termijn voor het beroep in cassatie verkort en gesteld op het dubbele van de termijn in die gevallen voor het hoger beroep bepaald.
3 In de gevallen, waarin de wet voor het hoger beroep een ander aanvangstijdstip heeft voorgeschreven dan de dag van de uitspraak, geldt dat andere aanvangstijdstip ook voor de termijn van het beroep in cassatie.
4 De artikelen 399, 400, 401a, 403 en 404 en de artikelen 79 en 80 van de Wet op de rechterlijke organisatie zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 426a 1 Het beroep in cassatie wordt aangebracht bij een procesinleiding, die wordt getekend door een advocaat bij de Hoge Raad en ingediend bij deszelfs griffie.
2 De procesinleiding behelst de omschrijving van de middelen waarop het beroep in cassatie steunt.

Artikel 426b De verweerder heeft voor het indienen van een door een advocaat bij de Hoge Raad getekend verweerschrift een termijn van drie weken nadat de griffier hem heeft bericht over de indiening van het cassatieberoep. Artikel 276, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing op het bericht van de griffier.

Artikel 427 1 Bij het verweerschrift kan de verweerder, ondanks het verstrijken van de in artikel 426 gestelde termijnen en ondanks berusting, van zijn zijde in cassatie komen.
2 Artikel 426a, tweede lid, en artikel 410, derde lid, zijn van toepassing.

Artikel 427a 1 In geval van incidenteel cassatieberoep of indien door de verweerder een exceptie tegen het principaal cassatieberoep wordt aangevoerd, kan de verzoeker tot cassatie binnen drie weken na de indiening daarvan antwoorden bij door een advocaat bij de Hoge Raad getekend verweerschrift.
2 Artikel 276, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing op het bericht van de griffier.

Artikel 427b Artikel 282a is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 428 1 Tenzij de Hoge Raad toepassing geeft aan artikel 80a, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, kan de Hoge Raad, indien het belang der zaak dit geraden doet voorkomen, hetzij ambtshalve, hetzij op daartoe strekkend verzoek, een toelichting door de advocaten bevelen.
2 Geschiedt de toelichting mondeling, dan vindt deze voor de meervoudige kamer plaats. Wordt de toelichting schriftelijk gegeven, dan geschiedt dit voor de enkelvoudige kamer.
3 De toelichting kan ook worden gegeven door andere advocaten, zonder dat de daaruit ontstaande vermeerdering van kosten in de uitspraak over de kosten begrepen is.

Artikel 428a Voor zover uit deze afdeling niet anders voortvloeit, is artikel 284 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 429 1 Nadat de procureur-generaal bij de Hoge Raad binnen een door de Hoge Raad te bepalen termijn schriftelijk conclusie heeft genomen, geeft de Hoge Raad zijn beschikking.
2 De artikelen 419-424 zijn van overeenkomstige toepassing.
3 De griffier verstrekt onverwijld een afschrift van de beschikking aan de advocaten.