Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van niet-digitaal procederen) (Rv)


Eerste Boek

De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad

Eerste titel

Algemene bepalingen

Derde A afdeling

Algemene voorschriften voor procedures

Artikel 30a Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel 30b Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel 30c Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel 30d Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel 30e Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel 30f Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel 30g Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel 30h Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel 30i Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel 30j Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel 30k Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel 30l Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel 30m Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel 30n Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel 30o Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel 30p 1 De rechter kan, indien alle partijen op de mondelinge behandeling zijn verschenen, tijdens of na de mondelinge behandeling ter zitting mondeling uitspraak doen.
2 In afwijking van de artikelen 230 en 287 bestaat de mondelinge uitspraak uit de beslissing en de gronden van de beslissing.
3 Van de mondelinge uitspraak wordt door de rechter een proces-verbaal opgemaakt.
4 Het proces-verbaal wordt door de rechter ondertekend. Bij verhindering van de rechter wordt dit in het proces-verbaal vermeld.
5 De rechter stelt binnen twee weken na de mondelinge uitspraak een afschrift van het proces-verbaal ter beschikking van partijen. Het afschrift dat wordt verstrekt aan een partij die tot tenuitvoerlegging van de uitspraak kan overgaan, is in executoriale vorm opgemaakt.

Artikel 30q Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel 30r 1 Indien de rechtbank Amsterdam of het gerechtshof Amsterdam bevoegd is kennis te nemen van een geschil dat is ontstaan of zal ontstaan naar aanleiding van een bepaalde rechtsbetrekking die ter vrije bepaling van partijen staat en het een internationaal geschil betreft, kunnen partijen die dit uitdrukkelijk zijn overeengekomen bij de internationale handelskamer van die rechtbank («Netherlands Commercial Court») of dat gerechtshof («Netherlands Commercial Court of Appeal») procederen in de Engelse taal. Dit geldt niet voor zaken die tot de bevoegdheid van de kantonrechter behoren. Een overeenkomst als bedoeld in de eerste volzin wordt bewezen door een geschrift. Een geschrift dat een dergelijk beding bevat of dat verwijst naar algemene voorwaarden die een dergelijk beding bevatten, is daarvoor voldoende, mits het specifieke beding door of namens de wederpartij uitdrukkelijk is aanvaard.
2 In afwijking van artikel 128, derde lid, kunnen zij die een beroep willen doen op de exceptie inzake de bevoegdheid of op andere verweren die ertoe strekken dat de zaak niet behandeld moet worden door de internationale handelskamer van de rechtbank Amsterdam of van het gerechtshof Amsterdam, volstaan met deze exceptie of verweren totdat hierover is beslist. Artikel 110 is van overeenkomstige toepassing.
3 In zaken die door de voorzieningenrechter worden beslist is, indien partijen zijn overeengekomen om bij de rechtbank Amsterdam of het gerechtshof Amsterdam in de Engelse taal te procederen als bedoeld in het eerste lid, de voorzieningenrechter van die rechtbank of dat gerechtshof, mede bevoegd voor het in de Engelse taal behandelen van de zaak.
4 In zaken als bedoeld in het eerste lid, eerste volzin, en het derde lid doet de rechter uitspraak in de Engelse taal, tenzij op verzoek van partijen de procedure in de Nederlandse taal is gevoerd. Het verweer dat de zaak niet door de internationale handelskamer van de rechtbank of van het gerechtshof Amsterdam moet worden behandeld, maar door een andere rechter, mag worden gevoerd in de Nederlandse taal. Een uitspraak over dit verweer doet de rechter in de Nederlandse taal.
5 Indien de uitspraak in de Engelse taal ingevolge een wettelijk voorschrift in een Nederlands openbaar register moet worden ingeschreven, worden de voor de inschrijving noodzakelijke onderdelen van de uitspraak tevens in de Nederlandse taal gedaan.
6 Indien de voor tenuitvoerlegging vatbare onderdelen in de uitspraak in de Engelse taal zijn gesteld en in het kader van de tenuitvoerlegging aan een derde in Nederland afschrift van de uitspraak moet worden gelaten, zorgt degene op wiens verzoek de betekening plaatsvindt voor een bijgevoegde beëdigde vertaling hiervan in de Nederlandse taal.

Artikel 31 1 De rechter verbetert te allen tijde op verzoek van een partij of ambtshalve in zijn vonnis, arrest of beschikking een kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent. De rechter gaat niet tot de verbetering over dan na partijen in de gelegenheid te hebben gesteld zich daarover uit te laten.
2 De verbetering wordt op een door de rechter nader te bepalen dag uitgesproken en wordt met vermelding van deze dag en van de naleving van de tweede volzin van het eerste lid op de minuut van het vonnis, het arrest of de beschikking gesteld.
3 Van de verbeterde minuut verstrekt de griffier op de dag van de uitspraak aan de in de oorspronkelijke procedure verschenen partijen een afschrift, zo nodig opgemaakt in executoriale vorm. Een eerder verstrekt afschrift opgemaakt in executoriale vorm verliest hierdoor zijn kracht. De partij die in het bezit is van een afschrift als bedoeld in de vorige zin, geeft dit af aan de griffier. Was de executie reeds aangevangen, dan kan deze met inachtneming van de verbetering worden voortgezet op grond van een na de verbetering afgegeven afschrift opgemaakt in executoriale vorm.
4 Tegen de verbetering of de weigering daarvan staat geen voorziening open.

Artikel 32 1 De rechter vult te allen tijde op verzoek van een partij zijn vonnis, arrest of beschikking aan indien hij heeft verzuimd te beslissen over een onderdeel van het gevorderde of verzochte. De rechter gaat niet tot de aanvulling over dan na partijen in de gelegenheid te hebben gesteld zich daarover uit te laten.
2 Artikel 31, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
3 Tegen de weigering van de aanvulling staat geen voorziening open.

Artikel 33 1 Verzoeken en mededelingen kunnen ook elektronisch worden gedaan, indien van deze mogelijkheid voor het desbetreffende gerecht blijkt uit een voor dat gerecht vastgesteld procesreglement. Een gerecht kan een verzoek of mededeling dat tot een of meer geadresseerden is gericht, elektronisch verzenden indien de geadresseerde kenbaar heeft gemaakt dat hij daarvoor langs deze weg bereikbaar is. De bereikbaarheid langs deze weg geldt voor de duur van een procedure, tenzij de geadresseerde meedeelt dat hij haar wijzigt of intrekt. De voorgaande zinnen gelden mede voor de indiening van processtukken ter griffie en de verzending van processtukken door de griffier.
2 Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gegeven aangaande de betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid van het doen van verzoeken en mededelingen en de indiening en de verzending van processtukken als bedoeld in het eerste lid en kunnen in verband met deze wijze van verzending nadere regels worden gesteld. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald in welke gevallen het doen van verzoeken en mededelingen en de indiening en verzending van processtukken uitsluitend elektronisch kunnen plaatsvinden.
3 Als tijdstip waarop een verzoek, mededeling of processtuk door een gerecht elektronisch is ontvangen, geldt het tijdstip waarop het verzoek, mededeling en processtuk een systeem voor gegevensverwerking heeft bereikt waarvoor het gerecht verantwoordelijkheid draagt. Verzendingen die voor 24.00 uur van de laatste dag van een lopende termijn zijn ontvangen, gelden als binnen de termijn ingediend.
4 Als tijdstip waarop een verzoek, mededeling of processtuk door een gerecht elektronisch is verzonden, geldt het tijdstip waarop het bericht een systeem voor gegevensverwerking heeft bereikt waarvoor het gerecht geen verantwoordelijkheid draagt.
5 De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Artikel 34 1 Wanneer een procedure na verwijzing of na toepassing van een rechtsmiddel voor een andere rechter wordt voortgezet, is de aanlegger verplicht aan de rechter over te leggen:
a. een afschrift als bedoeld in artikel 231 onderscheidenlijk artikel 290 van het vonnis, het arrest of de beschikking waarbij de procedure is verwezen of waartegen het rechtsmiddel is aangewend;
b. afschriften van de overige op de procedure betrekking hebbende stukken.
2 De rechter kan nadere aanwijzingen geven over het tijdstip van overlegging.
3 Wanneer een procedure na verwijzing of toepassing van een rechtsmiddel voor een andere rechter wordt voortgezet, zendt de griffier van het gerecht waar de procedure aanhangig was afschriften van de op de procedure betrekking hebbende stukken op diens verzoek aan de griffier van het gerecht waar de procedure wordt voortgezet. Desverzocht zendt de griffier de stukken in origineel.

Artikel 35 1 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot door de rechter te stellen termijnen voor het verrichten van proceshandelingen en kunnen beperkingen worden gesteld aan de mogelijkheid om daarvoor uitstel te verkrijgen.
2 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen ook andere nadere regels worden gesteld betreffende het verloop van de procedure, de opmaak en inrichting van de door partijen in het geding te brengen stukken, alsmede nadere regels ter bevordering van de eenheid van de wijze van rechtspleging bij de verschillende gerechten.