Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van niet-digitaal procederen) (Rv)


Artikel 31 1 De rechter verbetert te allen tijde op verzoek van een partij of ambtshalve in zijn vonnis, arrest of beschikking een kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent. De rechter gaat niet tot de verbetering over dan na partijen in de gelegenheid te hebben gesteld zich daarover uit te laten.
2 De verbetering wordt op een door de rechter nader te bepalen dag uitgesproken en wordt met vermelding van deze dag en van de naleving van de tweede volzin van het eerste lid op de minuut van het vonnis, het arrest of de beschikking gesteld.
3 Van de verbeterde minuut verstrekt de griffier op de dag van de uitspraak aan de in de oorspronkelijke procedure verschenen partijen een afschrift, zo nodig opgemaakt in executoriale vorm. Een eerder verstrekt afschrift opgemaakt in executoriale vorm verliest hierdoor zijn kracht. De partij die in het bezit is van een afschrift als bedoeld in de vorige zin, geeft dit af aan de griffier. Was de executie reeds aangevangen, dan kan deze met inachtneming van de verbetering worden voortgezet op grond van een na de verbetering afgegeven afschrift opgemaakt in executoriale vorm.
4 Tegen de verbetering of de weigering daarvan staat geen voorziening open.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-03-2017 nieuwe-regeling Stb 2016 289 (pdf) 34138 MvT (web) MvT (pdf)