Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van niet-digitaal procederen) (Rv)


Derde Boek

Van rechtspleging van onderscheiden aard

Tweede titel

Van procedures betreffende een nalatenschap of een gemeenschap

Eerste afdeling

Van de verzegeling

Artikel 658 1 Zaken die tot een nalatenschap of een gemeenschap waarop afdeling 2 van titel 7 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing is behoren kunnen worden verzegeld met verlof van de kantonrechter van de rechtbank van het arrondissement waarin de verzegeling moet plaatsvinden. De verzegeling geschiedt door een bij dit verlof aan te wijzen notaris met diens zegel. Tegen het verlof is geen hogere voorziening toegelaten.
2 De notaris kan een bewaarder van de gelegde zegels aanstellen.

Artikel 659 De artikelen 444, 444a en 444b, tweede en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 660 1 Verlof tot verzegeling kan worden verzocht:
1°. door hem die de nalatenschap kan opeisen of als deelgenoot of beperkt gerechtigde op een aandeel van de gemeenschap verdeling daarvan kan vorderen;
2°. zo zich onder 1° bedoelde personen onbekwamen bevinden, die geen wettelijke vertegenwoordiger hebben, of, indien deze afwezig is, door een bloed- of aanverwant van de onbekwame;
3°. in geval van een nalatenschap:
a. mede door de overgebleven echtgenoot of de overgebleven partner bij een geregistreerd partnerschap of door een executeur van de nalatenschap;
b. zo noch de onder a bedoelde personen, noch een der erfgenamen aanwezig mocht zijn, door een dergenen die in dienst van de overledene waren of met hem samenwoonden;
c. zo de nalatenschap onder bewind staat: door de bewindvoerder;
4°. door een schuldeiser van de nalatenschap of gemeenschap, doch alleen indien hij zonder de verzegeling ernstig gevaar zou lopen zijn vordering niet te kunnen verhalen;
5°. door een door de rechter benoemde vereffenaar van de nalatenschap of gemeenschap.
2 Het verlof wordt slechts gegeven, indien de verzoeker zijn recht of bevoegdheid en een voldoende ernstig belang bij de verzegeling summierlijk aannemelijk maakt.

Artikel 661 Indien in geval van een nalatenschap een der in artikel 660, eerste lid onder 1°, bedoelde personen afwezig of onbekwaam is, en geen wettelijke vertegenwoordiger heeft of deze afwezig is, kan het verlof tot verzegeling ook door een notaris worden verzocht of door de kantonrechter ambtshalve worden bevolen.

Artikel 662 Van de verzegeling moet door een proces-verbaal blijken, dat zal inhouden:
1°. dag en uur van de verzegeling;
2°. naam, voornaam en woonplaats van hem op wiens verzoek de verzegeling is gedaan en een keuze van woonplaats ten kantore van de notaris die de verzegeling verricht;
3°. de vermelding van het verlof tot verzegeling;
4°. de verschijning van de partijen en hun verzoeken en beweringen;
5°. de opgave van de plaatsen en de voorwerpen waarop het zegel is gezet en een korte beschrijving van de zaken die buiten verzegeling zijn gebleven;
6°. naam, woonplaats en beroep van de bewaarder als bedoeld in artikel 658, tweede lid;
7°. de eed bij de sluiting der verzegeling die in handen van de notaris moet worden afgelegd door degenen die de zaken onder zich hadden of het huis bewonen, waar de verzegeling is gedaan, dat zij niets verduisterd hebben, noch gezien hebben noch weten dat iets verduisterd is.


Artikel 663 1 Indien bij de verzegeling boeken of papieren worden gevonden, kunnen zij door de notaris worden geopend. Indien zij voor de nalatenschap of gemeenschap of de daartoe behorende goederen of schulden van belang kunnen zijn, worden zij overgebracht naar de griffie van de rechtbank, bedoeld in artikel 658, eerste lid, of naar een andere door de notaris aan te wijzen plaats, waar zij ter beschikking van de partijen blijven.
2 Zodra blijkt dat de overgebrachte boeken of papieren niet van belang zijn of aan een derde toebehoren, zorgt de notaris voor afgifte aan de rechthebbende.

Artikel 664 De notaris kan op verlangen en op kosten van elk der partijen de voorwerpen, boeken en papieren, alsmede de plaats waar zij zijn aangetroffen, doen fotograferen of kopiëren. Hij hecht de foto’s of kopieën aan het proces-verbaal van verzegeling.

Artikel 665 1 Indien geen tot de nalatenschap of gemeenschap behorende roerende zaken van voldoende belang worden aangetroffen, zal dit in het proces-verbaal worden vermeld en verzegeling achterwege kunnen blijven.
2 Zaken die niet voor beslag vatbaar zijn of niet zonder schade verzegeld kunnen worden, blijven buiten de verzegeling, maar worden overeenkomstig artikel 662 onder 5° in het proces-verbaal beschreven.

Tweede afdeling

Van ontzegeling

Artikel 666 1 De in artikel 660 onder 1° en 3° onder a bedoelde personen kunnen aan de kantonrechter die verlof tot de verzegeling gaf, verlof tot ontzegeling verzoeken. Tegen het verlof is geen hogere voorziening toegelaten.
2 Ontzegeling heeft in elk geval plaats voor zover van de nalatenschap of gemeenschap van goederen een partijen bindende boedelbeschrijving wordt opgesteld of alle partijen hun toestemming tot de ontzegeling geven en het vrije beheer over hun goederen hebben.

Artikel 667 1 De in artikel 660 onder 1° en 3° onder a bedoelde personen en degene die de verzegeling heeft uitgelokt worden opgeroepen om op het verzoek te worden gehoord, indien zij het verlangen daartoe tijdig aan de notaris die de verzegeling heeft verricht, hebben medegedeeld met opgave van de redenen van dit verlangen en van hun woonplaats.
2 Bij het verzoekschrift wordt een verklaring van de notaris overgelegd waaruit blijkt of en, zo ja, welke mededelingen zijn gedaan.

Artikel 668 De ontzegeling geschiedt door de in het verlof tot ontzegeling aangewezen notaris.

Artikel 669 De in artikel 660 onder 1° en 3° onder a bedoelde personen en degene die de verzegeling heeft uitgelokt worden door de notaris ten minste vierentwintig uur tevoren van het tijdstip van ontzegeling op de hoogte gesteld. Hetzelfde geldt voor de schuldeiser van de nalatenschap of gemeenschap die zijn verlangen daartoe tijdig aan de notaris heeft medegedeeld met opgave van zijn vordering en van zijn woonplaats.

Artikel 670 Het proces-verbaal van de ontzegeling moet bevatten:
1°. dag en uur waarop zij gedaan wordt;
2°. naam, voornaam en woonplaats of gekozen woonplaats van hem die de ontzegeling verzocht heeft;
3°. vermelding van het verlof tot ontzegeling;
4°. vermelding van de in artikel 669 bedoelde mededelingen;
5°. de verschijning van partijen en hun opmerkingen;
6°. de herkenning van de zegels en de bevinding daarvan als gaaf en ongeschonden, of indien zij dit niet mochten zijn, de vermelding van de toestand waarin zij worden bevonden.


Derde afdeling

Van boedelbeschrijving

Artikel 671 Indien alle partijen zich daarmee verenigen en het vrije beheer over hun goederen hebben, kan een voorgeschreven boedelbeschrijving plaatsvinden bij een onderhandse akte. In alle andere gevallen geschiedt zij bij notariële akte.

Artikel 672 1 De kantonrechter van de rechtbank van het arrondissement waarin de boedel zich geheel of voor een groot deel bevindt, kan op verzoek van een der in artikel 660 onder 1° en 3° onder a bedoelde personen of van iemand die daarbij op andere grond voldoende belang heeft, een boedelbeschrijving bevelen door een bij dat bevel aan te wijzen notaris. Tegen het bevel is geen hogere voorziening toegelaten.
2 Het verzoek kan worden gedaan tezamen met een verzoek strekkende tot verzegeling of tot ontzegeling.
3 Het bevel wordt slechts gegeven, indien de verzoeker zijn recht en belang summierlijk aannemelijk maakt.

Artikel 673 Indien de notaris nodig oordeelt de te beschrijven zaken zelf in ogenschouw te nemen, zijn de artikelen 444, 444a en 444b, tweede en derde lid, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 674 De boedelbeschrijving zal bevatten:
1°. naam, voornaam en woonplaats van de verschenen of opgeroepen partijen en van de aangewezen schatters;
2°. een korte beschrijving van alle tot de boedel behorende goederen en schulden en, zo een der partijen zulks wenst, een schatting van de waarde van de roerende zaken door een of meer door partijen aan te wijzen schatters met hun beëdiging;
3°. een opgave van de plaats waar de beschreven zaken zich bevinden, of waarheen zij zijn overgebracht;
4°. een opgave van tot de boedel behorende geldsommen;
5°. een opgave van de aangetroffen boeken en registers betreffende de boedel, die op de eerste en laatste bladzijden worden gewaarmerkt, ingeval van een notariële beschrijving door de notaris en ingeval van een onderhandse beschrijving door de partijen;
6°. vermelding van de akten die op de goederen en de schulden van de boedel betrekking hebben;
7°. ingeval van een notariële beschrijving: vermelding van de eed, af te leggen in handen van de notaris, van hen die vóór de beschrijving de goederen in hun macht hadden of het huis waarin deze zich bevinden bewoond hebben, dat zij niets hebben verduisterd, noch gezien hebben, noch weten dat iets verduisterd is.

Artikel 675 Indien partijen het niet eens worden over de aanwijzing van de schatters, worden deze benoemd door de notaris of in geval van een onderhandse boedelbeschrijving, door de in artikel 672 bedoelde kantonrechter.

Vierde afdeling

Van geschillen in verband met verzegeling, ontzegeling en boedelbeschrijving

Artikel 676 Geschillen die in verband met een verzegeling, ontzegeling of boedelbeschrijving rijzen, worden in kort geding gebracht voor de voorzieningenrechter van de rechtbank in welker rechtsgebied de verzegeling is geschiedt of de te beschrijven boedel zich geheel of grotendeels bevindt.

Vierde afdeling A

Rechtsmiddelen tegen beschikkingen in procedures betreffende een nalatenschap

Artikel 676a Geen andere voorziening dan cassatie in het belang der wet staat open tegen beschikkingen ingevolge:
a. artikel 25, vierde lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek;
b. artikel 77 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek;
c. artikel 143 lid 1, tweede zin, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek;
d. artikel 147, tweede lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek;
e. artikel 149, tweede lid, tweede zin, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek;
f. artikel 150 lid 2, tweede zin, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek;
g. artikel 157, vierde lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek;
h. artikel 164, tweede lid, tweede zin, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek;
i. artikel 173, derde zin, van van Boek 4 het Burgerlijk Wetboek, waarbij een machtiging als in die bepaling bedoeld wordt verleend;
j. artikel 185 lid 2 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek waarbij maatregelen als in die bepaling bedoeld worden voorgeschreven;
k. artikel 185, derde lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek;
l. artikel 191, tweede lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek, waarbij maatregelen als in die bepaling bedoeld worden voorgeschreven;
m. artikel 192, tweede lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek;
n. artikel 196, tweede lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek;
o. artikel 197, tweede lid, eerste zin, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek;
p. artikel 201, tweede lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek;
q. artikel 202, eerste lid, onder a, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek;
r. artikel 206, vijfde lid, tweede zin, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek;
s. artikel 211, vierde lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek;
t. artikel 215, tweede lid, tweede zin, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek;
u. artikel 218, eerste lid, tweede zin, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek;
v. artikel 221, tweede lid, eerste zin, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek;
w. artikel 223, eerste lid, tweede zin, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek;
x. artikel 226, derde lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek, waarbij een machtiging als in die bepaling bedoeld wordt verleend.

Artikel 676b Van de beschikkingen van de rechter-commissaris ingevolge afdeling 3 van titel 6 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek is gedurende vijf dagen hoger beroep op de rechtbank toegelaten, behoudens voor zover het beschikkingen betreft waartegen, indien zij door de kantonrechter waren gegeven, geen hogere voorziening is toegelaten.

Vijfde afdeling

Van de verdeling van een gemeenschap

Artikel 677 1 Het vonnis waarbij een vordering tot verdeling van een gemeenschap wordt toegewezen zonder dat de rechter de vaststelling van de verdeling aan zich houdt, zal inhouden een bevel tot verdeling ten overstaan van een notaris, alsmede, zo partijen het over de keuze niet eens zijn, de benoeming van deze notaris. De rechter die een notaris benoemt, kan de zaak voor wat betreft hetgeen overigens ter zake van de verdeling is gevorderd, aanhouden tot is gebleken of de notaris partijen kan verenigen. De griffier van het gerecht dat de benoeming deed, zendt de notaris onverwijld een expeditie van de uitspraak.
2 Op verlangen van elk der partijen kan het vonnis tevens de benoeming inhouden van een onzijdig persoon als bedoeld in artikel 181 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
3 De notaris bepaalt dag en uur waarop partijen voor hem moeten verschijnen en roept hen tegen het vastgestelde tijdstip op. Indien zij niet allen verschijnen, kan hij partijen een of meer malen tegen een nieuwe dag oproepen.
4 De bepalingen van deze afdeling zijn van overeenkomstige toepassing op verzoeken en beschikkingen betreffende de verdeling van een gemeenschap van goederen die door of tijdens een huwelijk of een geregistreerd partnerschap is ontstaan.

Artikel 678 1 Indien de notaris partijen niet kan verenigen, constateert hij dit in een proces-verbaal, waarin hij desverlangd opgeeft op welke punten partijen reeds tot overeenstemming zijn gekomen.
2 Zolang geen volledige overeenstemming is bereikt, kan de meest gerede partij vorderen dat de rechter de wijze van verdeling gelast of zelf de verdeling vaststelt, dan wel wat overigens ter zake van hetgeen partijen verdeeld houdt, nodig mocht zijn.
3 Zolang hem geen afschrift van het in het eerste lid bedoelde proces-verbaal wordt overgelegd, kan de rechter op verlangen van elk der partijen de zaak aanhouden ten einde de notaris opnieuw gelegenheid te geven tot toepassing van het derde lid van het vorige artikel.

Artikel 679 1 Indien partijen het niet eens worden over de benoeming van een deskundige om de waarde van een of meer der te verdelen goederen te schatten, geschiedt de benoeming op verzoek van de meest gerede partij door de kantonrechter van de rechtbank van het arrondissement waarin de goederen zich bevinden. Bevinden zij zich in het buitenland, dan is de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam bevoegd.
2 Is met betrekking tot de verdeling een procedure aanhangig, dan kan de benoeming ook, op verlangen van een der partijen of ambtshalve, worden gedaan door de rechter voor wie de zaak in eerste aanleg of in hoger beroep dient of door de rechter voor wie een getuigenverhoor of verschijning van partijen is gelast.

Artikel 680 1 Indien een vordering tot verdeling, tot gelasten van de wijze van verdeling of tot vaststelling van een verdeling niet de gehele voor verdeling vatbare gemeenschap betreft, kan ieder van de gedaagden overeenkomstig de hem in de artikelen 179 en 185 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek toegekende bevoegdheden eisen dat de verdeling van de gehele voor verdeling vatbare gemeenschap wordt bevolen of door de rechter zelf wordt vastgesteld.
2 Indien de vordering strekt tot het verkrijgen van een bevel tot verdeling of tot de wijze van verdeling van de gehele voor verdeling vatbare gemeenschap, kan ieder van de gedaagden vaststelling van de verdeling door de rechter zelf vorderen.
3 De in de vorige leden bedoelde eis moet worden gedaan voor alle weren die niet de bevoegdheid van de rechter of zekerheidstelling overeenkomstig artikel 224 betreffen.
4 Zijn een of meer partijen niet verschenen, dan doet degene die de eis heeft gedaan haar aan hem betekenen met inachtneming van de voor dagvaarding voorgeschreven termijnen en met oproeping tegen de dag waarop hij de zaak wederom ter rolle wil doen dienen. Deze dag zal niet later mogen worden gesteld dan drie maanden na de dag waartegen de op te roepen partij voor wie de langste termijn van dagvaarding geldt, op zijn vroegst gedagvaard zou mogen worden. De rechter kan, uiterlijk op de dag waartegen is opgeroepen, oproeping tegen een latere dag toestaan.
5 Zijn niet allen die aan de verdeling dienen mee te werken in het geding betrokken, dan kan ieder van de gedaagden hen met overeenkomstige toepassing van het vorige lid alsnog in het geding roepen, met betekening tevens van een afschrift van de aan hem zelf uitgebrachte dagvaarding.

Artikel 681 Vervallen

Artikel 682 Vervallen

Artikel 683 Vervallen

Artikel 684 Vervallen

Artikel 685 Vervallen

Artikel 686 Vervallen

Artikel 687 Vervallen

Artikel 688 Vervallen

Artikel 689 Vervallen

Artikel 690 Vervallen

Artikel 691 Vervallen

Artikel 691a Vervallen

Artikel 692 Vervallen

Artikel 693 Vervallen

Artikel 694 Vervallen

Artikel 695 Vervallen

Artikel 696 Vervallen

Artikel 697 Vervallen

Artikel 698 Vervallen

Artikel 699 Vervallen