Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van niet-digitaal procederen) (Rv)
Derde Boek
Van rechtspleging van onderscheiden aard
Titel 14Van rechtspleging in zaken betreffende de verbindendverklaring van overeenkomsten strekkende tot collectieve schadeafwikkeling
Artikel 1013 1 Het verzoekschrift waarmee het verzoek, bedoeld in artikel 907, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt ingeleid, vermeldt:a. de namen en de woonplaatsen van de verzoekers;
b. een omschrijving van de gebeurtenis of de gebeurtenissen waarop de overeenkomst betrekking heeft;
c. een korte omschrijving van de overeenkomst;
d. een duidelijke omschrijving van het verzoek en de gronden waarop het berust.
2 Aan het verzoekschrift wordt de overeenkomst als bijlage toegevoegd.
3 Het gerechtshof Amsterdam is bij uitsluiting bevoegd tot kennisneming van een verzoek in eerste aanleg als in dit artikel bedoeld.
4 In afwijking van artikel 282, tweede lid, behoeft geen afschrift van een verweerschrift en de overlegde bescheiden verzonden te worden aan de personen ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten. De rechter kan, in afwijking van artikel 290, eerste en tweede lid, bevelen, dat het verzoekschrift, de verweerschriften, de op de zaak betrekking hebbende bescheiden en de processen-verbaal en zonodig een vertaling hiervan in één of meer andere talen dan de Nederlandse taal op één of meer door hem aan te wijzen internetadressen worden geplaatst, zodanig dat deze door de personen ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten ten behoeve van latere kennisneming kunnen worden opgeslagen. Tevens kan de rechter bevelen dat de verzoekers desverlangd aan een persoon ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten afschriften verstrekken van de in de tweede zin genoemde stukken.
5 De oproeping van de aan de verzoekers bekende personen ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten geschiedt bij gewone brief, tenzij de rechter anders bepaalt. Bovendien geschiedt de oproeping door aankondiging daarvan in één of meer door de rechter aan te wijzen nieuwsbladen, waarbij tevens rechtspersonen als bedoeld in artikel 1014 worden opgeroepen. Hierbij wordt naast de plaats, de dag en het uur van de terechtzitting telkens op een door de rechter aan te geven wijze melding gemaakt van een korte omschrijving van de overeenkomst en van de gevolgen van toewijzing van het verzoek. Tevens wordt vermeld op welke wijze inzage en afschrift kan worden verkregen van de in het vierde lid genoemde stukken en wordt gewezen op de bevoegdheid om een verweerschrift in te dienen. Tenzij de rechter anders bepaalt, dragen de verzoekers zorg voor de oproeping ingevolge dit lid. De rechter kan gelasten dat de in dit lid bedoelde informatie ook op andere wijze wordt bekend gemaakt. Indien de curator in faillissement de overeenkomst heeft gesloten, gelast de rechter de verzoekers oproeping op een door hem te bepalen wijze van bekende en onbekende schuldeisers. Indien er personen zijn ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten, die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben en een voor Nederland bindende internationale of Unie-regeling niet een wijze van oproeping voorschrijft, gelast de rechter oproeping op een door hem bepaalde wijze van deze personen, zonodig in één of meer andere talen dan de Nederlandse taal.
6 De rechter kan bevelen dat verzoekers de namen en woonplaatsen van de aan hen bekende personen ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten, uiterlijk op een door de rechter te bepalen dag en op een door hem te bepalen wijze aan hem worden overgelegd. De verzoekers kunnen zich daarbij houden aan de laatste hun bekende woonplaatsen van de in de eerste zin bedoelde personen.
7 De rechter kan, indien hij de dag en het uur van de behandeling bepaalt, tevens bepalen dat verweerschriften in afwijking van artikel 282, eerste lid, uiterlijk voor een door hem vast te stellen tijdstip voor de behandeling moeten worden ingediend. Artikel 282, vierde lid, mist toepassing.
8 De rechter kan, op verzoek van partijen of van een van hen dan wel ambtshalve, in elke stand van de procedure een verschijning van partijen ter terechtzitting bevelen teneinde het verloop van de procedure te bespreken en daaromtrent aanwijzingen te verstrekken en bevelen te geven. Partijen verschijnen ter terechtzitting in persoon of bij advocaat. Van het verhandelde wordt een proces-verbaal opgemaakt, dat door de rechter en de griffier wordt ondertekend. Tegen de beslissing om al dan niet een verschijning te bevelen, staat geen voorziening open.
Artikel 1014 Een stichting of vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die ingevolge haar statuten de belangen van personen behartigt ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten, kan een verweerschrift indienen.
Artikel 1015 1 Procedures betreffende geschillen in de beëindiging waarvan de overeenkomst voorziet, worden door de indiening van het verzoek, bedoeld in artikel 907, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, van rechtswege geschorst, ook indien reeds de dag is bepaald waarop het vonnis, het arrest of de beschikking zal worden uitgesproken.
2 Het geschorste geding wordt overeenkomstig artikel 227, eerste lid, hervat:
a. voor zover in de procedure om een beslissing wordt verzocht ter zake van een geschil in de beëindiging waarvan de overeenkomst niet voorziet;
b. indien de in artikel 908, tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde termijn is verstreken, nadat een gerechtigde onder de overeenkomst binnen die termijn de in dat lid bedoelde mededeling heeft gedaan;
c. indien onherroepelijk vaststaat dat het verzoek niet tot toewijzing zal leiden;
d. indien de overeenkomst overeenkomstig artikel 908, vierde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt opgezegd;
e. indien de behandeling van het verzoek met het oog op de belangen van een gerechtigde onder de overeenkomst en alle omstandigheden in aanmerking genomen, onaanvaardbaar lang duurt en naar verwachting nog onaanvaardbaar lang zal duren;
f. indien de partijen in de geschorste procedure daarmee instemmen.
3 Artikel 907, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing op hetgeen in een ingevolge het tweede lid hervat geding wordt gevorderd.
4 Behoudens de gevallen, bedoeld in het tweede lid, wordt na schorsing van een hangende procedure het geding op verzoek van de meest gerede partij van de rol afgevoerd indien de in artikel 908, tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde termijn is verstreken.
5 De artikelen 225, tweede lid, tweede zin, en derde lid en 227, tweede en derde lid, zijn van toepassing.
Artikel 1016 1 De rechter kan bevelen dat één of meer deskundigen zullen berichten over de voor het verzoek van belang zijnde punten.
2 Behoudens de toepassing van artikel 289 kan de rechter bepalen dat de kosten voortvloeiende uit de toepassing van de bepalingen van deze titel ten laste komen van één of meer verzoekers.
Artikel 1017 1 Een afschrift van de beschikking wordt door de griffier schriftelijk zo spoedig mogelijk verstrekt aan de verzoekers.
2 De beschikking en de overeenkomst die daarbij verbindend is verklaard liggen ter griffie ter inzage en afschrift van de gerechtigden onder de overeenkomst. De rechter kan, in plaats daarvan, bevelen dat de beschikking en de overeenkomst en zonodig een vertaling hiervan in één of meer andere talen dan de Nederlandse taal op één of meer door hem aan te wijzen internetadressen worden geplaatst, zodanig dat deze door de gerechtigden onder de overeenkomst ten behoeve van latere kennisneming kunnen worden opgeslagen. Tevens kan de rechter bevelen dat de verzoekers desverlangd aan een gerechtigde onder de overeenkomst afschriften verstrekken van de beschikking en de overeenkomst.
3 Aan de bekende gerechtigden onder de overeenkomst en aan de in de procedure verschenen rechtspersonen als bedoeld in artikel 1014, wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan van de beschikking tot verbindendverklaring, tenzij de rechter anders bepaalt. Bovendien wordt van de verbindendverklaring zo spoedig mogelijk aankondiging gedaan in één of meer door de rechter aan te wijzen nieuwsbladen. Hierbij wordt telkens op een door de rechter aan te geven wijze melding gemaakt van een korte omschrijving van de overeenkomst, in het bijzonder de wijze waarop vergoeding kan worden verkregen of anderszins een beroep op de overeenkomst kan worden gedaan en, indien de overeenkomst dat bepaalt, de termijn waarbinnen daarop aanspraak dient te worden gemaakt, alsmede van de gevolgen van de verbindendverklaring, en worden de termijn waarbinnen en de wijze waarop de gerechtigden onder de overeenkomst zich van de gevolgen van de verbindendverklaring kunnen bevrijden, vermeld. Tevens wordt vermeld op welke wijze inzage en afschrift kan worden verkregen van de beschikking en de overeenkomst die daarbij verbindend is verklaard. De rechter kan bevelen dat ook van andere dan de in dit lid genoemde gegevens melding wordt gemaakt. Tenzij de rechter anders bepaalt, dragen de verzoekers zorg voor de in dit lid bedoelde melding en aankondiging. De rechter kan gelasten dat de in dit lid bedoelde gegevens ook op andere wijze bekend worden gemaakt. Indien er gerechtigden onder de overeenkomst zijn die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben en een voor Nederland bindende internationale of Unie-regeling niet een wijze van aankondiging voorschrijft, gelast de rechter aankondiging op een door hem te bepalen wijze ten behoeve van deze gerechtigden, zonodig in één of meer andere talen dan de Nederlandse taal.
4 Zo spoedig mogelijk nadat het verzoek tot verbindendverklaring onherroepelijk is afgewezen, dragen de verzoekers er zorg voor dat de personen ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten, daar op een door de rechter te bepalen wijze van op de hoogte worden gebracht.
5 De verzoekers kunnen het gerechtshof Amsterdam verzoeken om ter uitvoering van de in het derde en vierde lid bedoelde meldingen en aankondigingen nadere aanwijzingen te verstrekken.
Artikel 1018 1 Beroep in cassatie staat uitsluitend open indien het verzoek wordt afgewezen en kan uitsluitend door de verzoekers gezamenlijk worden ingesteld.
2 Herroeping staat uitsluitend open voor de in artikel 907, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde stichtingen of verenigingen gezamenlijk, en voor de overige verzoekers gezamenlijk. Indien de in de eerste zin bedoelde stichtingen of verenigingen zijn ontbonden, staat herroeping open voor een stichting of vereniging, bedoeld in artikel 1014. Herroeping van de beschikking op verzoek van stichtingen en verenigingen als bedoeld in de eerste of tweede zin, heeft geen gevolgen voor een gerechtigde onder de overeenkomst die zich tegen die gevolgen verzet.
Artikel 1018a 1 Indien een veelheid aan personen door een gebeurtenis of gelijksoortige gebeurtenissen is benadeeld, kan, voordat een zaak aanhangig is, de rechtbank, teneinde een overeenkomst, bedoeld in artikel 907, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, te beproeven, op verzoek van een stichting of vereniging, bedoeld in artikel 907, derde lid, onderdeel f, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en van de persoon of personen die voor deze gebeurtenis of gebeurtenissen verantwoordelijk worden gehouden, dan wel op verzoek van een van hen, een verschijning ter zitting van deze partijen bevelen.
2 Het verzoekschrift vermeldt:
a. de naam en woonplaats van de verzoeker of verzoekers;
b. de naam en woonplaats van de in het eerste lid bedoelde partijen waarvan verschijning wordt verzocht;
c. een omschrijving van de gebeurtenis of gebeurtenissen waarop het verzoek betrekking heeft;
d. een omschrijving van het geschil of de geschillen die partijen verdeeld houdt;
e. een omschrijving van het verzoek.
3 Indien de rechter het verzoek toestaat, bepaalt hij de plaats, de dag en het uur waarop de verschijning zal plaatsvinden. Verzoekers en andere partijen, die daartoe zijn opgeroepen, zijn verplicht te verschijnen. Indien een verzoeker of partij als bedoeld in de tweede zin niet verschijnt, kan zij worden veroordeeld tot vergoeding van de vergeefs aangewende kosten van degenen die wel zijn verschenen.
4 Bij een verschijning ter zitting kan besproken worden hoe verzoekers en de opgeroepen partijen de totstandkoming van een in het eerste lid bedoelde overeenkomst zullen trachten te bereiken. Ook kan een andere wijze van beëindiging van geschillen ter zake van de in het eerste lid bedoelde gebeurtenis of gebeurtenissen worden besproken. Artikel 191, tweede lid, tweede en derde zin, is van toepassing.