Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties


Hoofdstuk 3

Voorwaardelijke veroordeling, voorwaardelijke invrijheidstelling en taakstraffen

Afdeling 3

Erkenning en tenuitvoerlegging van Nederlandse rechterlijke uitspraken in het buitenland

§ 1

Voorwaarden voor toezending

Artikel 3:18

(voorwaarden voor toezending)

Een Nederlandse rechterlijke uitspraak kan aan de uitvoerende lidstaat worden toegezonden, met het oog op de tenuitvoerlegging aldaar, indien de bevoegde autoriteit van die staat met de toezending heeft ingestemd, tenzij deze instemming niet vereist is.

Artikel 3:19

(instemming bevoegde autoriteit uitvoerende lidstaat)

Toezending van de rechterlijke uitspraak kan zonder de instemming van de bevoegde autoriteit van de uitvoerende lidstaat plaatsvinden, indien de veroordeelde in de uitvoerende lidstaat zijn vaste woon- of verblijfplaats heeft en in die staat is teruggekeerd of wenst terug te keren.

§ 2

Procedure toezending

Artikel 3:20

(toezending stukken)

1 Het openbaar ministerie zendt de rechterlijke uitspraak, vergezeld van een ingevuld certificaat rechtstreeks aan de bevoegde autoriteit van de uitvoerende lidstaat. Het certificaat is opgesteld overeenkomstig het bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde model.
2 Het certificaat is gesteld in de officiële taal of een van de officiële talen van de uitvoerende lidstaat dan wel, indien die staat zulks heeft medegedeeld in een bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie neergelegde verklaring, in een van de in die verklaring genoemde talen.
3 Indien niet bekend is welke autoriteit in de uitvoerende lidstaat bevoegd is tot erkenning van de rechterlijke uitspraak, verzoekt het openbaar ministerie hieromtrent om inlichtingen.
4 De rechterlijke uitspraak wordt niet aan twee of meer lidstaten tegelijkertijd toegezonden.
5 De toezending kan plaatsvinden per gewone post, telefax of elektronische post, mits de echtheid van de toegezonden documenten door de bevoegde autoriteit van de uitvoerende lidstaat kan worden vastgesteld.
6 Op verzoek van de bevoegde autoriteit van de uitvoerende lidstaat, stuurt het openbaar ministerie deze een gewaarmerkt afschrift van de rechterlijke uitspraak dan wel het origineel van het certificaat toe.
7 Ter gelegenheid van de toezending van het certificaat kan het openbaar ministerie de bevoegde autoriteit van de uitvoerende lidstaat verzoeken geïnformeerd te worden over de duur van de vrijheidsbenemende sanctie die op grond van het recht van de uitvoerend lidstaat ten uitvoer kan worden gelegd, indien de veroordeelde de aan hem opgelegde verplichtingen niet naleeft.

Artikel 3:21

(intrekking certificaat)

1 Zolang de tenuitvoerlegging van de rechterlijke uitspraak in de uitvoerende lidstaat niet is aangevangen, kan het openbaar ministerie het certificaat intrekken naar aanleiding van:
a. de informatie, bedoeld in artikel 3:20, zevende lid;
b. de kennisgeving betreffende de beslissing van de bevoegde autoriteit van de uitvoerende lidstaat tot aanpassing van de aan de veroordeelde opgelegde verplichtingen, de proeftijd, de termijn waarbinnen de verplichting moet zijn uitgevoerd dan wel de vrijheidsbenemende sanctie die ten uitvoer kan worden gelegd indien de verplichting niet is nageleefd.
2 Het openbaar ministerie beslist over de intrekking van het certificaat binnen een termijn van tien dagen na ontvangst van de informatie, bedoeld in het eerste lid. Het openbaar ministerie stelt de bevoegde autoriteit van de uitvoerende lidstaat en de veroordeelde onverwijld schriftelijk en met redenen omkleed in kennis van de beslissing om het certificaat in te trekken.

§ 3

De gevolgen van de erkenning

Artikel 3:22

(recht van tenuitvoerlegging)

1 Het recht van tenuitvoerlegging in Nederland van de aan de uitvoerende lidstaat toegezonden rechterlijke uitspraak, wordt opgeschort gedurende de periode dat de uitspraak ten uitvoer wordt gelegd in die staat.
2 Tot tenuitvoerlegging in Nederland kan worden overgegaan indien het openbaar ministerie met de bevoegde autoriteit van de uitvoerende lidstaat is overeengekomen dat de tenuitvoerlegging verder in Nederland dient plaats te vinden, omdat:
a. de veroordeelde zich in de uitvoerende lidstaat aan het toezicht op de naleving van de aan hem opgelegde verplichtingen heeft onttrokken of niet langer zijn vaste woon- of verblijfplaats in die staat heeft;
b. in Nederland een nieuwe strafvervolging tegen de veroordeelde is ingesteld.
3 Het recht van tenuitvoerlegging in Nederland eindigt zodra van de bevoegde autoriteit van de uitvoerende lidstaat bericht is ontvangen dat de tenuitvoerlegging van de rechterlijke uitspraak is voltooid.

Artikel 3:23

(informatieverplichting)

Het openbaar ministerie stelt de bevoegde autoriteit van de uitvoerende lidstaat onverwijld in een vorm die toelaat dat het schriftelijk wordt vastgelegd in kennis van alle feiten en omstandigheden die tot gevolg zouden kunnen hebben dat in de uitvoerende lidstaat een beslissing wordt genomen tot wijziging van de aan de veroordeelde opgelegde verplichtingen, dan wel een beslissing over de tenuitvoerlegging van een vrijheidsbenemende sanctie, omdat de veroordeelde een verplichting niet heeft nageleefd.