Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties


Artikel 3:21

(intrekking certificaat)

1 Zolang de tenuitvoerlegging van de rechterlijke uitspraak in de uitvoerende lidstaat niet is aangevangen, kan het openbaar ministerie het certificaat intrekken naar aanleiding van:
a. de informatie, bedoeld in artikel 3:20, zevende lid;
b. de kennisgeving betreffende de beslissing van de bevoegde autoriteit van de uitvoerende lidstaat tot aanpassing van de aan de veroordeelde opgelegde verplichtingen, de proeftijd, de termijn waarbinnen de verplichting moet zijn uitgevoerd dan wel de vrijheidsbenemende sanctie die ten uitvoer kan worden gelegd indien de verplichting niet is nageleefd.
2 Het openbaar ministerie beslist over de intrekking van het certificaat binnen een termijn van tien dagen na ontvangst van de informatie, bedoeld in het eerste lid. Het openbaar ministerie stelt de bevoegde autoriteit van de uitvoerende lidstaat en de veroordeelde onverwijld schriftelijk en met redenen omkleed in kennis van de beslissing om het certificaat in te trekken.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-11-2012 nieuwe-regeling Stb 2012 333 (pdf) 32885 MvT (web) MvT (pdf)