Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)
Artikel 6:6 1 De zorgmachtiging vervalt, indien:
a. de geldigheidsduur is verstreken;
b. de beslissing van de geneesheer-directeur, bedoeld in artikel 8:18, tot beƫindiging van het verlenen van alle vormen van verplichte zorg op grond van een zorgmachtiging, zonder dat daaraan voorwaarden of beperkingen zijn verbonden, onherroepelijk is geworden;
c. de rechter op grond van een verzoekschrift van de officier van justitie als bedoeld in artikel 8:19, derde lid, heeft beslist tot beƫindiging van het verlenen van alle vormen van verplichte zorg op grond van een zorgmachtiging, zonder dat daaraan voorwaarden of beperkingen zijn verbonden;
d. een nieuwe zorgmachtiging ten uitvoer wordt gelegd.
2 Indien de officier van justitie voordat de geldigheidsduur, bedoeld in artikel 6:5, onderdeel a, is verstreken, dan wel uiterlijk vier weken voordat de geldigheidsduur, bedoeld in artikel 6:5, onderdelen b en c, is verstreken, een nieuw verzoek voor een zorgmachtiging heeft ingediend, vervalt de eerdere zorgmachtiging in afwijking van het eerste lid, onderdeel a, als de rechter op het verzoekschrift heeft beslist of door het verstrijken van de termijn, bedoeld in artikel 6:2, eerste lid, onderdeel e. onderscheidenlijk, zodra de rechter onder toepassing van artikel 6:2, vierde lid, op het verzoekschrift heeft beslist.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
06-11-2021 | wijziging | Stb 2021 468 (pdf) | 35667 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-01-2020 | nieuwe-regeling | Stb 2018 37 (pdf) | 32399 | MvT (web) MvT (pdf) |