Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)
Artikel 3:3 Indien het gedrag van een persoon als gevolg van zijn psychische stoornis, niet zijnde een psychogeriatrische aandoening, verstandelijke handicap, of een op grond van artikel 1, vierde lid, of onder toepassing van artikel 24, vierde lid, van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliƫnten daarmee gelijkgestelde ziekte of aandoening, leidt tot ernstig nadeel kan als uiterste middel verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:1 worden verleend, indien:
a. er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn;
b. er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn;
c. het verlenen van verplichte zorg, gelet op het beoogde doel van verplichte zorg evenredig is; en
d. redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
06-11-2021 | wijziging | Stb 2021 468 (pdf) | 35667 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-01-2020 | nieuwe-regeling | Stb 2018 37 (pdf) | 32399 | MvT (web) MvT (pdf) |