Wet veiligheidsregio’s (Wvr)


§ 5

De GHOR

Artikel 32 1 De GHOR staat onder leiding van de directeur publieke gezondheid van de gemeentelijke gezondheidsdienst, bedoeld in artikel 14 van de Wet publieke gezondheid.
2 De directeur publieke gezondheid is belast met de operationele leiding van de geneeskundige hulpverlening.

Artikel 33 1 Organisatorische verbanden die zorg of een andere dienst verlenen waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg of ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet, zorgaanbieders als bedoeld in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, Regionale Ambulancevoorzieningen en gezondheidsdiensten in die regio, die een taak hebben binnen de geneeskundige hulpverlening, treffen de nodige maatregelen met het oog op hun taak en de voorbereiding daarop.
2 Het bestuur van de veiligheidsregio, de Regionale Ambulancevoorziening en de in die regio werkzame organisatorische verbanden, zorgaanbieders en diensten, bedoeld in het eerste lid, maken schriftelijke afspraken over de inzet van deze organisatorische verbanden, zorgaanbieders en diensten bij de uitvoering van hun taak en op de voorbereiding daarop.
3 De organisatorische verbanden, zorgaanbieders, Regionale Ambulancevoorzieningen en diensten, bedoeld in het eerste lid, verstrekken het bestuur van de veiligheidsregio desgevraagd alle informatie over hun inzet en de voorbereiding daarop.
4 Bij algemene maatregel van bestuur worden eisen gesteld aan de inhoud van afspraken, bedoeld in het tweede lid.

Artikel 34 1 Indien de uitvoering van de geneeskundige hulpverlening of de voorbereiding daarop naar het oordeel van het bestuur van de veiligheidsregio tekort schiet, treedt het bestuur in overleg met een organisatorisch verband of zorgaanbieder als bedoeld in artikel 33, eerste lid.
2 De voorzitter van de veiligheidsregio kan, indien hij geen verbetering constateert, het desbetreffende organisatorisch verband en de desbetreffende zorgaanbieder een schriftelijke aanwijzing geven.
3 Blijft het organisatorisch verband of de zorgaanbieder in gebreke, dan verzoekt de voorzitter Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tegen het desbetreffende organisatorisch verband of de desbetreffende zorgaanbieder de nodige maatregelen te treffen.