Wet veiligheidsregio’s (Wvr)


§ 14

Toezicht

Artikel 57 1 Er is een Inspectie Openbare Orde en Veiligheid, die onder gezag van Onze Minister belast is met:
a. het toetsen van de wijze waarop een orgaan van een veiligheidsregio, het Instituut Fysieke Veiligheid, een gemeente of een ander openbaar lichaam uitvoering geeft aan de taken met betrekking tot de brandweerzorg, de rampenbestrijding of crisisbeheersing;
b. het, in overeenstemming met de inspecties die werkzaam zijn onder gezag van Onze Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Infrastructuur en Milieu en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, periodiek toetsen van de voorbereiding op de rampenbestrijding en de crisisbeheersing door de bestuursorganen, bedoeld onder a;
c. het verrichten van onderzoek naar aanleiding van een brand, ramp of crisis, tenzij de Onderzoeksraad voor veiligheid, bedoeld in artikel 2 van de Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid, een onderzoek instelt;
d. de werkzaamheden die in het kader van artikel 65, eerste lid, van de Politiewet 2012 worden uitgevoerd.
2 Onze Minister wijst het hoofd en de overige ambtenaren van de inspectie aan.
3 De artikelen 5:12 tot en met 5:20, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing op de ambtenaren van de inspectie.
4 Onze Minister is bevoegd tot overeenkomstige toepassing van artikel 5:20, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht ten aanzien van de ambtenaren van de inspectie.

Artikel 58 1 De werkzaamheden die in het kader van artikel 57, eerste lid, onderdelen a tot en met c, worden uitgevoerd, worden jaarlijks door Onze Minister vastgesteld, gehoord de commissarissen van de Koning.
2 De inspectie rapporteert, gevraagd en ongevraagd, rechtstreeks aan Onze Minister.
3 De inspectie zendt haar rapportages tevens aan de commissarissen van de Koning.
4 Onze Minister brengt in een multidisciplinaire rapportage aan de Staten-Generaal verslag uit van de bevindingen van de inspectie bij de toetsing, bedoeld in artikel 57, eerste lid, onder b.
5 Onze Minister zendt, onverminderd het vierde lid, de Staten-Generaal jaarlijks een door de inspectie opgesteld verslag van de werkzaamheden die in het kader van artikel 57 zijn uitgevoerd.

Artikel 59 1 De commissaris van de Koning kan het bestuur van een veiligheidsregio een aanwijzing geven, indien de taakuitvoering in de veiligheidsregio tekortschiet.
2 Tot het geven van een aanwijzing gaat de commissaris van de Koning niet over dan nadat hij over de voorgenomen aanwijzing het bestuur heeft gehoord.
3 De commissaris van de Koning verricht de werkzaamheden, bedoeld in het eerste en tweede lid, volgens een door de regering gegeven ambtsinstructie.

Artikel 60 De voorzitters van de veiligheidsregio’s geven de commissaris van de Koning alle inlichtingen die hij voor de uitoefening van het toezicht nodig heeft.

Artikel 61 1 Onverminderd artikel 57, eerste lid, zijn met het toezicht op de naleving van
a. het bij of krachtens artikel 30 en 31 bepaalde, of
b. het bij of krachtens artikel 48 bepaalde ten aanzien van de locaties en inrichtingen, bedoeld in artikel 17, eerste lid, onder a en b,
belast de ambtenaren die bij besluit van het bestuur van de veiligheidsregio zijn aangewezen. Van dit besluit wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.
2 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het toezicht, bedoeld in het eerste lid, onder b.
3 Met het toezicht op de naleving van de verordening, bedoeld in artikel 3, tweede lid, en van de regels, bedoeld in artikel 3, derde lid, zijn belast de bij besluit van het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.