Wet veiligheidsregio’s (Wvr)


§ 10

Informatie en communicatie

Artikel 45 1 Gedeputeerde staten dragen zorg voor de productie en het beheer van een geografische kaart waarop de in de veiligheidsregio aanwezige risico’s zijn aangeduid, op basis van het risicoprofiel, bedoeld in artikel 15. De risicokaart vermeldt de plaatsgebonden en geografisch te onderscheiden risico’s alsmede de gegevens die zijn opgenomen in het landelijk register, bedoeld in artikel 20.11, onder b, van de Omgevingswet. De kaart is openbaar.
2 De colleges van burgemeester en wethouders in de provincie de instantie die is belast met het beheer van het landelijk register, bedoeld in artikel 20.11, onder b, van de Omgevingswet, leveren gedeputeerde staten de voor de uitvoering van het eerste lid benodigde gegevens.
3 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de in de risicokaart op te nemen categorieën van rampen en crises, over de productie, het beheer en de vormgeving van de risicokaart, over de wijze waarop en de frequentie waarmee de daarvoor benodigde gegevens dienen te worden aangeleverd en over de wijze waarop toegang kan worden verkregen tot onderdelen van de risicokaart.

Artikel 46 1 Het bestuur van de veiligheidsregio draagt er zorg voor dat Onze Minister, de commissaris van de Koning en de hoofdofficier van Justitie, bedoeld in artikel 12, eerste lid, informatie wordt verschaft over de rampen en de crises die de regio kunnen treffen, en over de maatregelen die zijn getroffen ter voorkoming en bestrijding of beheersing hiervan.
2 Het bestuur van de veiligheidsregio draagt er zorg voor dat de bevolking informatie wordt verschaft over de rampen en de crises die de regio kunnen treffen, over de maatregelen die zijn getroffen ter voorkoming en bestrijding of beheersing hiervan en over de daarbij te volgen gedragslijn.
3 Het bestuur van de veiligheidsregio draagt er zorg voor dat de bij de rampenbestrijding en de crisisbeheersing in de regio betrokken personen informatie wordt verschaft over de rampen en de crises die de regio kunnen treffen, de risico’s die hun inzet kan hebben voor hun gezondheid en de voorzorgsmaatregelen die in verband daarmee zijn of zullen worden getroffen.
4 Het bestuur stemt zijn informatievoorziening, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, af met de informatievoorziening door of onder verantwoordelijkheid van Onze bij rampen en crises betrokken Ministers.
5 Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de informatievoorziening, bedoeld in het tweede en derde lid.

Artikel 47 1 Onze Minister draagt er zorg voor dat alle staten die door een ramp of crisis op Nederlands grondgebied kunnen worden getroffen, ter zake worden geïnformeerd, voor zover dit niet reeds op grond van andere voorschriften geschiedt.
2 Onze Minister draagt er zorg voor dat alle staten die door een ramp of crisis op Nederlands grondgebied worden bedreigd of getroffen, de informatie over de oorsprong, de omvang en de gevolgen van die ramp of crisis wordt verschaft, voor zover dit niet op grond van andere voorschriften geschiedt.
3 Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de informatievoorziening, bedoeld in het eerste en tweede lid.

Artikel 48 1 Eenieder die beschikt over relevante veiligheidstechnische gegevens, verschaft het bestuur van de veiligheidsregio de informatie die nodig is voor een adequate voorbereiding van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing. Dit geldt niet voor zover deze informatie reeds op grond van andere voorschriften is verschaft of kan worden verkregen.
2 Het bestuur van de veiligheidsregio kan bevelen dat een milieubelastende activiteit op een locatie als bedoeld in artikel 17, eerste lid, onder a, niet wordt verricht of een inrichting als bedoeld in artikel 17, eerste lid, onder b, niet wordt geëxploiteerd, indien degene die de milieubelastende activiteit verricht of gaat verrichten of de inrichting exploiteert of gaat exploiteren niet aan de in het eerste lid bedoelde verplichting tot informatieverstrekking voldoet.
3 Indien voor gegevens als bedoeld in het eerste lid of een deel daarvan geheimhouding door het belang van de veiligheid van de Staat geboden is, verstrekt degene die daarover beschikt op aanwijzing van Onze betrokken Minister deze gegevens tezamen met de gegevens waarvoor geheimhouding niet is geboden, aan Onze betrokken Minister.
4 Indien degene die beschikt over gegevens als bedoeld in het eerste lid van mening is dat deze gegevens of een deel daarvan niet kunnen worden verstrekt omdat geheimhouding daarvan door het belang van de veiligheid van de Staat geboden is, verstrekt hij deze gegevens tezamen met de gegevens waarvoor naar zijn mening geheimhouding niet is geboden, aan Onze betrokken Minister.
5 Onze betrokken Minister verstrekt de informatie op basis van de gegevens, bedoeld in het derde en vierde lid, aan het bestuur van de veiligheidsregio nadat hij deze in overleg met Onze Minister zodanig heeft bewerkt, dat de gegevens waarvoor geheimhouding geboden is, daarin niet voorkomen of daaruit niet kunnen worden afgeleid.
6 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de informatieverschaffing, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 49 1 Het bestuur van de veiligheidsregio maakt de gegevens openbaar die het krachtens artikel 48, eerste lid, heeft ontvangen ten behoeve van de vaststelling van rampbestrijdingsplannen voor de locaties en inrichtingen, bedoeld in artikel 17, eerste lid, onder a en b. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden daarover nadere regels gesteld.
2 Artikel 5.1, tweede en vijfde lid, van de Wet open overheid is op het verstrekken van informatie op basis van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, niet van toepassing, met dien verstande dat het verstrekken van de gegevens achterwege blijft voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:
a. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;
b. het voorkomen van sabotage.
3 Artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wet open overheid is op het op verzoek verstrekken van informatie over de overige gegevens die krachtens artikel 48, eerste lid, en over de gegevens die krachtens artikel 50, eerste en tweede lid, zijn ontvangen, ten aanzien van de inrichtingen waarop Richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, houdende wijziging en vervolgens intrekking van Richtlijn 96/82/EG van de Raad (PbEU 2012, L 197) betrekking heeft, uitsluitend van toepassing, voor zover die gegevens een vertrouwelijk karakter hebben.
4 Artikel 5.1, vierde lid, van de Wet open overheid is op het op verzoek verstrekken van informatie over gegevens als bedoeld in het derde lid uitsluitend van toepassing, voor zover die gegevens een vertrouwelijk karakter hebben.
5 Artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder h, van de Wet open overheid is op het op verzoek verstrekken van informatie over gegevens als bedoeld in het derde lid uitsluitend van toepassing, voor zover het gegevens betreft die afbreuk kunnen doen aan de mogelijkheid van het voorkomen van sabotage.
6 Op het op verzoek verstrekken van gegevens als bedoeld in het derde lid is artikel 5.1, vijfde lid, van de Wet open overheid niet van toepassing.

Artikel 50 1 In geval van een ramp stelt eenieder die daarvan kennis draagt, de burgemeester van de gemeente waar de ramp plaatsvindt, zo spoedig mogelijk daarvan op de hoogte.
2 In geval van een ramp verschaft eenieder die over relevante veiligheidstechnische gegevens beschikt, de burgemeester van de gemeente waar de ramp plaatsvindt, de informatie die nodig is voor een adequate uitvoering van diens taken, bedoeld in artikel 7, eerste en tweede lid. Dit geldt niet voor zover deze informatie reeds op grond van andere voorschriften is verschaft of kan worden verkregen, dan wel indien de gegevens op grond van artikel 48, derde of vierde lid, reeds zijn verstrekt aan Onze betrokken Minister.
3 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de informatieverschaffing, bedoeld in het tweede lid.