Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (WOTS)
Hoofdstuk III
Procedure
Afdeling ETenuitvoerlegging van bij verstek gewezen beslissingen
Artikel 44 Verzoeken, bedoeld in afdeling D, par. 2, die betrekking hebben op bij verstek gewezen rechterlijke beslissingen zijn niet voor inwilliging vatbaar, tenzij de beslissing in hoger beroep is gewezen en het rechtsmiddel van hoger beroep door de veroordeelde tegen een op tegenspraak gewezen vonnis werd ingesteld.Artikel 45 1 Een verzoek om tenuitvoerlegging van een in de verzoekende staat bij verstek gewezen rechterlijke beslissing kan niet in behandeling worden genomen dan nadat deze beslissing vanwege de officier van justitie, die het verzoek heeft ontvangen, aan de veroordeelde in persoon is betekend. Betekening vindt niet plaats indien het recht tot strafvervolging ter zake van het feit waarvoor de beslissing werd gewezen naar Nederlands recht zou zijn verjaard, met dien verstande, dat handelingen, verricht in de verzoekende staat, die de verjaring aldaar stuiten of schorsen, in Nederland dezelfde rechtskracht hebben. Van de betekening worden de autoriteiten van de staat, waarvan het verzoek is uitgegaan, schriftelijk in kennis gesteld.
2 Voor zover een verdrag daarin voorziet, kan de veroordeelde tegen een bij verstek gewezen rechterlijke beslissing, als bedoeld in het vorige lid, verzet doen bij de rechtbank van het arrondissement waarin hij zijn woonplaats heeft of daadwerkelijk verblijft, gedurende een door het toepasselijke verdrag bepaalde termijn na de betekening. Is de veroordeelde een persoon als bedoeld in artikel 2 van de Wet militaire strafrechtspraak dan kan deze verzet doen bij de rechtbank, welke ingevolge die wet bevoegd is over die persoon rechtsmacht uit te oefenen.
3 Verzet wordt gedaan door een verklaring, af te leggen door de veroordeelde op het parket van het openbaar ministerie bij de in het vorige lid bedoelde rechtbank of bij aangetekende brief aan dat parket, houdende - op straffe van niet-ontvankelijkheid - de vermelding van de woon- of verblijfplaats van de veroordeelde, alwaar gerechtelijke stukken aan hem kunnen worden uitgereikt. In geval van verzet bij aangetekende brief geldt als dag van verzet de dag van ontvangst van de brief ten parkette. De artikelen 450 en 451a van het Wetboek van Strafvordering zijn van overeenkomstige toepassing.
4 De officier van justitie stelt iedere tijdig afgelegde verklaring of ontvangen brief, bedoeld in het vorige lid, ter hand van de griffier, die daarmee handelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 451 van het Wetboek van Strafvordering.
Artikel 46 1 Indien de veroordeelde overeenkomstig artikel 45 rechtsgeldig verzet heeft gedaan met het oog op een behandeling daarvan in de verzoekende staat, doet de griffier de akte van verzet onverwijld toekomen aan Onze Minister ter doorzending aan de verzoekende staat.
2 Indien de veroordeelde overeenkomstig artikel 45 rechtsgeldig verzet heeft gedaan met het oog op een behandeling daarvan in Nederland, wordt het verzoek om tenuitvoerlegging van het in de verzoekende staat bij verstek gewezen vonnis beschouwd als een door Onze Minister ingewilligd en op een verdrag gegrond verzoek tot strafvervolging.
Artikel 47 1 Aan de veroordeelde die overeenkomstig artikel 45 rechtsgeldig verzet heeft gedaan met het oog op een behandeling daarvan in Nederland wordt zo spoedig mogelijk een dagvaarding om ter terechtzitting van het in die dagvaarding aangeduide gerecht te verschijnen bij aangetekend schrijven toegezonden of in persoon betekend.
2 Verschijnt hij ten dienenden dage niet in rechte, dan wordt het verzet vervallen verklaard en vindt afdeling C, onderscheidenlijk afdeling D, toepassing, tenzij de rechter, bij niet-verschijning van de veroordeelde, schorsing van het onderzoek heeft bevolen teneinde deze, indien hij verhinderd was het onderzoek bij te wonen, daartoe alsnog in de gelegenheid te stellen.
3 Indien de veroordeelde die in verzet is gekomen ten dienenden dage verschijnt wordt voor de toepassing van het Nederlandse recht de buitenlandse rechterlijke beslissing als vervallen beschouwd en de zaak overeenkomstig het Wetboek van Strafvordering behandeld.