Wet op de parlementaire enquête 2008 (WPE 2008)


Hoofdstuk 2

De instelling van een parlementaire enquête

Artikel 2 1 De Kamer kan op voorstel van één of meer leden besluiten een parlementaire enquête te houden.
2 Een parlementaire enquête wordt uitgevoerd door een commissie van de Kamer.
3 Het besluit tot het houden van een parlementaire enquête bevat een omschrijving van het onderwerp waarop de parlementaire enquête betrekking zal hebben. De Kamer kan, al dan niet op voorstel van de commissie die de parlementaire enquête verricht, de omschrijving wijzigen.
4 De Kamer benoemt de leden van de commissie uit haar midden. De Kamer kan een lid van de commissie, al dan niet op zijn verzoek, in zijn hoedanigheid van lid van de commissie ontslaan.
5 De voorzitter van de Kamer doet van de besluiten, bedoeld in dit artikel, mededeling in de Staatscourant.

Artikel 3 1 De Kamer stelt de raming op van de uitgaven, uitgesplitst naar begrotingsjaren, die naar haar oordeel voor een parlementaire enquête nodig zijn, en brengt deze ter kennis van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
2 De uitgaven worden verwerkt in de begroting van de Staten-Generaal, bedoeld in artikel 4.5 van de Comptabiliteitswet 2016.