Wet op de loonvorming (LV)


§ 6

Slotbepalingen

Artikel 13 Vervallen

Artikel 14 Onze Minister kan regelen stellen, inhoudende op welke wijze een mededeling als bedoeld in artikel 4, eerste lid, dan wel een verzoek als bedoeld in artikel 5, eerste lid, of 6, tweede lid, moet worden ingediend en welke gegevens daarbij moeten worden verstrekt, waarbij kan worden bepaald dat dit, in afwijking van artikel 2:14, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, uitsluitend langs elektronische weg kan geschieden, tenzij naar het oordeel van Onze Minister sprake is van omstandigheden die zich daartegen verzetten.

Artikel 15 1 Onze Minister wijst ambtenaren aan, belast met het inwinnen van gegevens omtrent de algemene ontwikkeling van lonen en andere op geld waardeerbare arbeidsvoorwaarden.
2 De artikelen 5:13, 5:16, 5:17 en 5:20, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.
3 Onze Minister die het aangaat is bevoegd tot overeenkomstige toepassing van artikel 5:20, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde ambtenaren.

Artikel 16 Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze wet bepaalde zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren.

Artikel 17 1 Indien Onze Minister heeft vastgesteld dat de Stichting van de Arbeid heeft opgehouden te bestaan of de haar krachtens deze wet toekomende taak te vervullen, treden voor de toepassing van de artikelen 5, tweede lid, 6, tweede lid, en 12, eerste lid, in haar plaats de door Ons aangewezen centrale organisaties van werkgevers en van werknemers. Voor aanwijzing komen slechts in aanmerking de naar Ons oordeel algemeen erkende centrale representatieve organisaties van werkgevers en van werknemers.
2 In het geval, bedoeld in het eerste lid, kan Onze Minister slechts overgaan tot toepassing van artikel 6, eerste lid, na de krachtens het eerste lid aangewezen organisaties in de gelegenheid te hebben gesteld hem hun zienswijze ter zake kenbaar te maken.

Artikel 18 Vervallen

Artikel 19 Van een besluit als bedoeld in artikel 5, eerste lid, 6, eerste lid, 10, eerste of vierde lid, voor zover het de vrijstelling betreft, 14, 15, 16 of 17, eerste lid, wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

Artikel 20 1 Onverminderd het in de artikelen 131 en 241 van Boek 2 (Rechtspersonen) van het Burgerlijk Wetboek bepaalde, worden burgerlijke rechtsvorderingen van werkgevers of werknemers welke voortvloeien uit niet-naleving van het bij of krachtens deze wet bepaalde, geacht betrekkelijk te zijn tot een arbeidsovereenkomst.
2 Artikel 5 van de Wet op de economische delicten (Stb. 1950, K 258) is niet van toepassing op voorzieningen ter zake van de overtreding van voorschriften, gesteld bij of krachtens artikel 10.

Artikel 21 Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel 22 Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel 23 Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel 24 Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel 25 Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel 26 Vervallen

Artikel 27 Vervallen

Artikel 28 1 Deze wet kan worden aangehaald als: Wet op de loonvorming.
2 Zij treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.