Wet op de Europese ondernemingsraden (EOR)


Hoofdstuk 2

Informatieverstrekking en raadpleging van werknemers in Nederlandse communautaire ondernemingen en groepen

Paragraaf 3

Subsidiaire bepalingen over informatieverstrekking en raadpleging buiten overeenkomst

Artikel 15 Het hoofdbestuur is verplicht overeenkomstig deze paragraaf een Europese ondernemingsraad in te stellen indien:
a. het hoofdbestuur er blijk van heeft gegeven niet binnen zes maanden na de ontvangst van een verzoek als bedoeld in artikel 8, tweede lid, te zullen onderhandelen met een bijzondere onderhandelingsgroep;
b. het hoofdbestuur en de bijzondere onderhandelingsgroep geen overeenkomst als bedoeld in artikel 8, eerste lid hebben gesloten binnen drie jaar na de ontvangst van een verzoek als bedoeld in artikel 8, tweede lid, dan wel, indien het hoofdbestuur de bijzondere onderhandelingsgroep eigener beweging heeft ingesteld, binnen drie jaar na de datum van de instelling, tenzij een besluit als bedoeld in artikel 11, tweede lid, van kracht is.

Artikel 16 1 De Europese ondernemingsraad bestaat uit een zodanig aantal vertegenwoordigers van de werknemers van de communautaire onderneming of groep dat is gewaarborgd dat per betrokken staat een lid wordt gekozen of aangewezen voor elke 10%, of een deel daarvan, van de werknemers die in de betrokken staat werkzaam zijn, berekend over het totale aantal werknemers dat bij de communautaire onderneming of groep in alle betrokken staten tezamen werkzaam is.
2 Elk lid wordt gekozen of aangewezen overeenkomstig het recht van de betrokken staat waar hij werkzaam is.
3 Het aantal leden van Europese ondernemingsraad en de zetelverdeling wordt in overeenstemming gehouden met het eerste lid. Indien het aantal leden uit een betrokken staat wijzigt zonder dat met betrekking tot die zetels een nieuwe verkiezing of aanwijzing heeft plaatsgevonden, hebben de voor die betrokken staat zitting hebbende leden voor de toepassing van de relevante bepalingen inzake de stemverhoudingen binnen de Europese ondernemingsraad samen zoveel stemmen als overeenkomt met het aantal leden dat voor die betrokken staat krachtens het eerste lid is vastgesteld en vertegenwoordigen zij samen de in die betrokken staat werkzame werknemers van de communautaire onderneming of groep in een door hen te bepalen verhouding, dan wel, indien daarover geen overeenstemming wordt bereikt, naar verhouding van het aantal werknemers dat zij vertegenwoordigden voor de wijziging.

Artikel 17 1 Met betrekking tot de Nederlandse vestigingen en ondernemingen worden de leden van de Europese ondernemingsraad aangewezen of verkozen, dan wel wordt hun aanwijzing ingetrokken, overeenkomstig artikel 10, met dien verstande dat die leden zitting hebben voor de duur van vier jaren.
2 Alleen werknemers van de communautaire onderneming of groep kunnen als lid worden aangewezen of verkozen. Het lidmaatschap eindigt van rechtswege wanneer het lid ophoudt werknemer te zijn.
3 Een lid van een bijzondere onderhandelingsgroep of van de Europese ondernemingsraad of diens plaatsvervanger, die lid is van de bemanning van een zeeschip, heeft het recht deel te nemen aan een vergadering van de bijzondere onderhandelingsgroep of van de Europese Ondernemingsraad of aan elke andere raadpleging die wordt georganiseerd, indien dat lid of die plaatsvervanger ten tijde van de vergadering niet op zee is of zich bevindt in een haven in een ander land dan waar de rederij is gevestigd. Voor zover mogelijk wordt een vergadering zo gepland dat het lid of diens plaatsvervanger op eenvoudige wijze aan de vergadering kan deelnemen. Voor zover het lid of diens plaatsvervanger verhinderd is een vergadering bij te wonen, wordt geprobeerd de inbreng van het lid of diens plaatsvervanger langs andere weg te verkrijgen.

Artikel 18 1 De Europese ondernemingsraad kiest uit zijn midden een voorzitter en een of meer plaatsvervangende voorzitters. De voorzitter, of bij diens verhindering de plaatsvervangende voorzitter, vertegenwoordigt de Europese ondernemingsraad in rechte.
2 De Europese ondernemingsraad kan uit zijn midden een beperkt comité bestaande uit ten hoogste vijf leden kiezen.
3 De Europese ondernemingsraad stelt een reglement van orde vast. Alvorens het reglement wordt vastgesteld wordt het hoofdbestuur in de gelegenheid gesteld zijn standpunt kenbaar te maken. Indien een beperkt comité is gekozen, worden in het reglement de bevoegdheden van dat comité vastgesteld, alsmede de voorzieningen die noodzakelijk zijn om zijn werkzaamheden te kunnen uitvoeren.

Artikel 19 1 De informatieverstrekking aan de Europese ondernemingsraad betreft in ieder geval:
a. de structuur, de economische en financiële situatie, de vermoedelijke ontwikkeling van de activiteiten, de productie en de afzet van de communautaire onderneming of groep;
b. de stand en de vermoedelijke ontwikkeling van de werkgelegenheid, de investeringen, wezenlijke veranderingen in de organisatie, de invoering van nieuwe werkmethoden of productieprocessen, de zorg voor het milieu, fusie, of inkrimping van ondernemingen, vestigingen of belangrijke onderdelen daarvan.
2 Het hoofdbestuur informeert zo spoedig mogelijk de Europese ondernemingsraad of het beperkte comité over alle bijzondere omstandigheden en voorgenomen besluiten die aanzienlijke gevolgen hebben voor de belangen van de werknemers, in het bijzonder betreffende verplaatsing of sluiting van ondernemingen, vestigingen of belangrijke onderdelen daarvan of collectief ontslag.
3 De raadpleging van de Europese ondernemingsraad verloopt op zodanige wijze dat deze met het hoofdbestuur of een ander passender bestuursniveau binnen de communautaire onderneming of groep met een eigen beslissingsbevoegdheid inzake de te behandelen onderwerpen bijeen kan komen en een met redenen omkleed antwoord op zijn adviezen kan krijgen. Raadpleging betreft in ieder geval de onderwerpen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, en het tweede lid.
4 Het hoofdbestuur en de Europese ondernemingsraad komen ten minste één maal per kalenderjaar in vergadering bijeen. In de vergadering wordt de Europese ondernemingsraad aan de hand van een door het hoofdbestuur opgesteld schriftelijk rapport geïnformeerd en geraadpleegd over de ontwikkeling van de activiteiten en de vooruitzichten van de communautaire onderneming of groep. Het hoofdbestuur draagt er zorg voor dat deze jaarlijkse vergadering binnen de communautaire onderneming of groep wordt bekendgemaakt.
5 Indien de Europese ondernemingsraad of het beperkte comité dat verzoekt, komt deze met het hoofdbestuur of een ander geschikter bestuursniveau binnen de communautaire onderneming of groep met een eigen beslissingsbevoegdheid inzake de te behandelen onderwerpen in vergadering bijeen, om aan de hand van een door de communautaire onderneming of groep opgesteld schriftelijk rapport over de in het tweede lid genoemde omstandigheden en voorgenomen besluiten nader te worden geïnformeerd en geraadpleegd. Voor een vergadering met het beperkte comité worden mede uitgenodigd de leden van de Europese ondernemingsraad die mede gekozen of aangewezen zijn door de werknemers van de vestigingen of ondernemingen die door de betreffende omstandigheden of voorgenomen besluiten rechtstreeks worden geraakt. De vergadering doet geen afbreuk aan de bevoegdheden van het hoofdbestuur.
6 Het hoofdbestuur behoeft geen informatie te verstrekken, voor zover dat in redelijkheid het functioneren van de communautaire onderneming of groep ernstig zou belemmeren dan wel schaden. Het hoofdbestuur kan terzake van de informatieverstrekking geheimhouding opleggen, indien daarvoor een redelijke grond bestaat. Zoveel mogelijk voor de behandeling van de betrokken aangelegenheid wordt meegedeeld, welke grond bestaat voor het opleggen van de geheimhouding, welke schriftelijk of mondeling verstrekte gegevens onder de geheimhouding vallen, hoelang deze duurt, alsmede of er personen zijn ten aanzien van wie de geheimhouding niet in acht behoeft te worden genomen.
7 Het hoofdbestuur stelt de Europese ondernemingsraad of het beperkt comité in de gelegenheid om bijeen te komen voor en na elke vergadering met het hoofdbestuur.
8 Het voorzitterschap van een bijeenkomst als bedoeld in het vierde of vijfde lid wordt, tenzij anders wordt afgesproken, afwisselend bekleed door het hoofdbestuur en de Europese ondernemingsraad.

Artikel 20 1 De Europese ondernemingsraad en het beperkt comité kunnen zich doen bijstaan door deskundigen van hun keuze voor zover dit voor het verrichten van hun taken noodzakelijk is.
2 De kosten die redelijkerwijze noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taak van de Europese ondernemingsraad en het beperkt comité komen ten laste van de communautaire onderneming of de moederonderneming. De verplichting tot het dragen van de kosten van door de Europese ondernemingsraad ingeschakelde deskundigen beperkt zich tot één deskundige per agendaonderwerp, tenzij de Europese ondernemingsraad en de communautaire onderneming of de moederonderneming anders overeenkomen.
3 De eerste volzin van het tweede lid is eveneens van toepassing op het voeren van rechtsgedingen, echter onder de voorwaarde dat de communautaire onderneming of de moederonderneming vooraf van de te maken kosten in kennis is gesteld.

Artikel 21 1 Uiterlijk vier jaar na zijn instelling besluit de Europese ondernemingsraad, al dan niet op voorstel van het hoofdbestuur, of het wenselijk is met het hoofdbestuur in onderhandeling te treden over het sluiten van een overeenkomst als bedoeld in artikel 8, eerste lid.
2 De artikelen 11, derde tot en met zesde lid, en 13, eerste en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de Europese ondernemingsraad hierbij in de plaats treedt van de bijzondere onderhandelingsgroep.

Artikel 22 Het hoofdbestuur draagt er zorg voor dat binnen de communautaire onderneming of groep de samenstelling van de Europese ondernemingsraad alsmede het tijdstip waarop een vergadering als bedoeld in artikel 19 zal worden gehouden, wordt bekendgemaakt.