Wet op de Europese ondernemingsraden (EOR)


Hoofdstuk 2

Informatieverstrekking en raadpleging van werknemers in Nederlandse communautaire ondernemingen en groepen

Paragraaf 1

Algemene bepalingen

Artikel 6 1 Dit hoofdstuk is van toepassing op een communautaire onderneming en een moederonderneming met woonplaats of zetel in Nederland.
2 Ingeval een communautaire onderneming of moederonderneming haar woonplaats of zetel buiten de betrokken staten heeft, is dit hoofdstuk van toepassing, indien de in artikel 1, tweede en derde lid, bedoelde vestiging onderscheidenlijk groepsonderneming woonplaats of zetel heeft in Nederland.

Artikel 7 1 Een communautaire onderneming of de moederonderneming verstrekt aan werknemers of hun vertegenwoordigers gegevens die benodigd zijn voor de opening van onderhandelingen als bedoeld in artikel 8, eerste lid. Deze gegevens bevatten in ieder geval een overzicht van het aantal werknemers dat bij de communautaire onderneming of groep werkzaam is en de verdeling van deze werknemers over de verschillende betrokken staten.
2 Indien na de instelling van de bijzondere onderhandelingsgroep belangrijke wijzigingen optreden in de gegevens, bedoeld in het eerste lid, verstrekt een communautaire onderneming of moederonderneming zo spoedig mogelijk na deze wijziging een gewijzigd overzicht aan de bijzondere onderhandelingsgroep en, indien die situatie zich voordoet, aan de werknemers of hun vertegenwoordigers van een communautaire onderneming of groep uit een betrokken staat die nog niet in de bijzondere onderhandelingsgroep zijn vertegenwoordigd.

Paragraaf 2

Overeenkomsten omtrent informatieverstrekking en raadpleging

Artikel 8 1 Het hoofdbestuur kan een bijzondere onderhandelingsgroep oprichten teneinde daarmee in onderhandeling te treden over een overeenkomst tot instelling van een Europese ondernemingsraad, al dan niet overeenkomstig paragraaf 3, of tot een regeling waarbij op een andere wijze wordt voorzien in het verstrekken van inlichtingen aan en het raadplegen van werknemers of hun vertegenwoordigers over grensoverschrijdende aangelegenheden.
2 Het hoofdbestuur is verplicht tot instelling van een bijzondere onderhandelingsgroep als bedoeld in het eerste lid, indien van ten minste 100 werknemers of hun vertegenwoordigers afkomstig uit tenminste twee ondernemingen of vestigingen in ten minste twee verschillende betrokken staten een schriftelijk verzoek daartoe is ontvangen. Indien een verzoek daartoe is ontvangen door een tot de communautaire onderneming of groep behorende vestiging of onderneming, draagt het hoofdbestuur er zorg voor dat het verzoek onverwijld naar hem wordt doorgezonden en dat van de doorzending mededeling wordt gedaan aan de verzoekers.
3 De in het tweede lid bedoelde verplichting geldt, indien de bijzondere onderhandelingsgroep een besluit heeft genomen als bedoeld in artikel 11, tweede lid, niet gedurende twee jaar na het nemen van dat besluit, tenzij het hoofdbestuur en de bijzondere onderhandelingsgroep anders zijn overeengekomen.

Artikel 9 1 De bijzondere onderhandelingsgroep bestaat uit een zodanig aantal vertegenwoordigers van de werknemers van de communautaire onderneming of groep dat is gewaarborgd dat per betrokken staat een lid wordt gekozen of aangewezen voor elke 10%, of een deel daarvan, van de werknemers die in de betrokken staat werkzaam zijn, berekend over het totale aantal werknemers dat bij de communautaire onderneming of groep in alle betrokken staten tezamen werkzaam is.
2 Elk lid wordt gekozen of aangewezen overeenkomstig het recht van de betrokken staat waarin hij werkzaam is.
3 Het aantal leden van de bijzondere onderhandelingsgroep en de zetelverdeling wordt in overeenstemming gehouden met het eerste lid. Indien het aantal leden uit een betrokken staat wijzigt zonder dat met betrekking tot die zetels een nieuwe verkiezing of aanwijzing heeft plaatsgevonden, hebben de voor die betrokken staat zitting hebbende leden voor de toepassing van artikel 13 samen zoveel stemmen als overeenkomt met het aantal leden dat voor die betrokken staat krachtens het eerste lid is vastgesteld en vertegenwoordigen zij samen de in die betrokken staat werkzame werknemers van de communautaire onderneming of groep in een door hen te bepalen verhouding, dan wel, indien daarover geen overeenstemming wordt bereikt, naar verhouding van het aantal werknemers dat zij vertegenwoordigden voor de wijziging.

Artikel 10 1 Met betrekking tot de Nederlandse vestigingen en ondernemingen worden de leden van de bijzondere onderhandelingsgroep aangewezen, dan wel wordt hun aanwijzing ingetrokken, door de bij die vestigingen of ondernemingen ingestelde ondernemingsraden.
2 Indien met betrekking tot ondernemingsraden als bedoeld in het eerste lid een of meer centrale ondernemingsraden zijn ingesteld, geschiedt de aanwijzing of intrekking door die raad of raden.
3 Indien geen centrale ondernemingsraad is ingesteld, maar wel een of meer groepsondernemingsraden, geschiedt de aanwijzing of intrekking door die raad of raden.
4 Indien niet alle ondernemingsraden of groepsondernemingsraden zijn vertegenwoordigd in een centrale ondernemingsraad of groepsondernemingsraad, geschiedt de aanwijzing of intrekking door de centrale onderscheidenlijk groepsondernemingsraad of raden en de niet-vertegenwoordigde ondernemingsraden gezamenlijk.
5 Indien er geen enkele ondernemingsraad is ingesteld, worden de leden van de bijzondere onderhandelingsgroep gekozen door de gezamenlijke in Nederland werkzame werknemers van de communautaire onderneming of groep. De verkiezing geschiedt bij geheime schriftelijke stemming, waarbij elke werknemer één stem heeft. Ten behoeve van de verkiezing is een vereniging van werknemers, die bedoelde werknemers onder haar leden telt, krachtens haar statuten ten doel heeft de belangen van haar leden als werknemers te behartigen en als zodanig binnen de betrokken onderneming of groep werkzaam is en voorts in het bezit is van volledige rechtsbevoegdheid, bevoegd een kandidatenlijst in te dienen, mits zij met haar leden binnen de onderneming of groep over de samenstelling van de kandidatenlijst overleg heeft gepleegd.
6 Bij de toepassing van het eerste tot en met vierde lid worden werknemers van Nederlandse vestigingen of ondernemingen die niet in een ondernemingsraad, groepsondernemingsraad of centrale ondernemingsraad vertegenwoordigd zijn in de gelegenheid gesteld zich over de als lid van de bijzondere onderhandelingsgroep aan te wijzen personen uit te spreken.

Artikel 11 1 Na de oprichting van de bijzondere onderhandelingsgroep belegt het hoofdbestuur met deze een vergadering teneinde te onderhandelen over een overeenkomst als bedoeld in artikel 8, eerste lid. Het stelt de groep in de gelegenheid om bijeen te komen voor en na deze vergadering.
2 Zolang een overeenkomst als bedoeld in artikel 8, eerste lid, niet tot stand is gekomen, kan de bijzondere onderhandelingsgroep besluiten om geen onderhandelingen aan te gaan, dan wel reeds lopende onderhandelingen af te breken.
3 Indien het hoofdbestuur en de bijzondere onderhandelingsgroep overeenkomen een Europese ondernemingsraad in te stellen, dan wordt bij overeenkomst tevens het reglement van de raad vastgesteld. Tenzij het hoofdbestuur en de bijzondere onderhandelingsgroep anders overeenkomen, regelt het reglement tenminste de volgende aangelegenheden:
a. voor welke vestigingen of ondernemingen van de communautaire onderneming of groep de Europese ondernemingsraad is ingesteld;
b. de omvang en samenstelling van de raad, waarbij werknemers zoveel mogelijk evenwichtig vertegenwoordigd worden, en de zittingsduur van zijn leden;
c. het werkterrein en de bevoegdheden van de raad;
d. de wijze waarop de raad wordt ingelicht en geraadpleegd;
e. de wijze waarop de informatieverstrekking en raadpleging van de raad en de informatieverstrekking en raadpleging van de vertegenwoordigers van werknemers, bedoeld in artikel 3, tweede lid, aan elkaar worden gekoppeld, rekening houdend met hun bevoegdheden;
f. de frequentie, duur en plaats van de vergaderingen van de raad;
g. de financiële en materiële middelen waarover de raad kan beschikken;
h. indien binnen de raad een beperkt comité wordt ingesteld: de samenstelling, de aanwijzingsprocedure, de taakomschrijving en het reglement daarvan.
4 Indien het hoofdbestuur en de bijzondere onderhandelingsgroep een andere procedure van informatieverstrekking en raadpleging van werknemers of hun vertegenwoordigers dan de instelling van een Europese ondernemingsraad overeenkomen, wordt bij overeenkomst tevens vastgelegd op welke wijze dit zal gebeuren. Daarbij wordt tenminste voorzien in het navolgende:
a. voor welke vestigingen of ondernemingen van de communautaire onderneming of groep de procedure geldt;
b. hoe de werknemers of hun vertegenwoordigers worden ingelicht en geraadpleegd over grensoverschrijdende aangelegenheden die belangrijke gevolgen voor de werknemers hebben;
c. de wijze waarop de werknemers of hun vertegenwoordigers over de in onderdeel b bedoelde aangelegenheden kunnen vergaderen;
d. de financiële en materiële middelen die voor de uitvoering van de procedure ter beschikking worden gesteld.
5 Het hoofdbestuur en de bijzondere onderhandelingsgroep kunnen overeenkomen dat voor delen van de communautaire onderneming of groep afzonderlijke Europese ondernemingsraden zullen worden ingesteld, dan wel afzonderlijke procedures zullen gelden. Eveneens kunnen zij overeenkomen dat voor een of meer delen van de communautaire onderneming of groep een of meer Europese ondernemingsraden worden ingesteld en voor andere delen een of meer procedures zullen gelden.
6 De overeenkomst tussen het hoofdbestuur en de bijzondere onderhandelingsgroep houdt bepalingen in omtrent de datum van inwerkingtreding, de duur van de overeenkomst, de wijze waarop de overeenkomst kan worden gewijzigd of opgezegd, de gevallen waarin en wijze waarop wordt onderhandeld over een nieuwe overeenkomst en de wijze waarop de overeenkomst wordt aangepast aan wijzigingen in de structuur of grootte van de communautaire onderneming of groep en in de aantallen werknemers die in de betrokken staten werkzaam zijn. Indien deze bepalingen niet inhouden, dat werknemers of hun vertegenwoordigers van ondernemingen of vestigingen, die na het sluiten van de overeenkomst tot de communautaire onderneming of groep zijn gaan behoren, binnen twee jaar worden betrokken bij de vernieuwing of aanpassing daarvan dan wel niet binnen twee jaar worden vertegenwoordigd in de Europese ondernemingsraad of bij de andere procedure van informatieverstrekking en raadpleging, is het hoofdbestuur verplicht om een nieuw samengestelde bijzondere onderhandelingsgroep in te stellen indien tenminste 100 zodanige werknemers of hun vertegenwoordigers daarom verzoeken.
7 Het hoofdbestuur behoeft geen informatie te verstrekken, voor zover dat in redelijkheid het functioneren van de communautaire onderneming of de groep ernstig zou belemmeren dan wel schaden. Het hoofdbestuur kan terzake van de informatieverstrekking geheimhouding opleggen, indien daarvoor een redelijke grond bestaat; zoveel mogelijk vóór de behandeling van de betrokken aangelegenheid wordt meegedeeld, welke grond bestaat voor het opleggen van de geheimhouding, welke schriftelijk of mondeling verstrekte gegevens onder de geheimhouding vallen, hoelang deze dient te duren, alsmede of er personen zijn ten aanzien van wie de geheimhouding niet in acht behoeft te worden genomen.
8 Indien de overeenkomst geen regels bevat als bedoeld in het derde lid, onderdeel e, vangt, in het geval er beslissingen worden overwogen, die waarschijnlijk belangrijke wijzigingen in de arbeidsorganisatie of de arbeidsovereenkomsten met zich brengen, de informatieverstrekking en raadpleging van de raad en de informatieverstrekking en raadpleging van de vertegenwoordigers van werknemers, bedoeld in artikel 3, tweede lid, zoveel mogelijk gelijktijdig aan.
9 Het hoofdbestuur staat in voor de naleving van rechten en verplichtingen, opgenomen in de overeenkomst.

Artikel 12 1 De bijzondere onderhandelingsgroep kan zich in de onderhandelingen doen bijstaan door een of meer deskundigen van haar keuze, waaronder vertegenwoordigers van bevoegde en erkende werknemersorganisaties op communautair niveau als bedoeld in artikel 154 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Deze deskundigen kunnen op verzoek van de bijzondere onderhandelingsgroep als adviseur aanwezig zijn in de vergaderingen, bedoeld in artikel 11, eerste lid.
2 De kosten die redelijkerwijze noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taak van de bijzondere onderhandelingsgroep komen ten laste van de communautaire onderneming of de moederonderneming. Voor de kosten van het raadplegen van een of meer deskundigen of van het voeren van rechtsgedingen geldt dit slechts, indien de communautaire onderneming of de moederonderneming vooraf van de te maken kosten in kennis is gesteld.

Artikel 13 1 Ieder lid van de bijzondere onderhandelingsgroep heeft, onverminderd artikel 9, derde lid, één stem. De bijzondere onderhandelingsgroep besluit bij volstrekte meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen.
2 Een besluit als bedoeld in artikel 11, tweede lid, behoeft een meerderheid van twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.
3 Een besluit tot het aangaan van een overeenkomst als bedoeld in artikel 11, eerste lid, behoeft tenminste zoveel stemmen als overeenkomt met de meerderheid van het aantal stemmen dat kan worden uitgebracht wanneer de bijzondere onderhandelingsgroep voltallig vergadert.

Artikel 14 1 Het hoofdbestuur draagt er zorg voor dat binnen de communautaire onderneming of groep de samenstelling van de bijzondere onderhandelingsgroep alsmede het tijdstip waarop een vergadering als bedoeld in artikel 11 zal worden gehouden, wordt bekendgemaakt.
2 Het hoofdbestuur stelt tevens de bevoegde en erkende werknemers- en werkgeversorganisaties op communautair niveau als bedoeld in artikel 154 van het Verdrag betreffende werking van de Europese Unie, in kennis van de samenstelling van de bijzondere onderhandelingsgroep, alsmede van het begin van de onderhandelingen, bedoeld in artikel 8, eerste lid.

Artikel 14a 1 Indien de structuur van de communautaire onderneming of groep, ingrijpend wordt gewijzigd en in de toepasselijke overeenkomsten daarover geen of strijdige bepalingen zijn opgenomen start het hoofdbestuur op eigen initiatief of op schriftelijk verzoek van ten minste 100 werknemers of hun vertegenwoordigers afkomstig uit ten minste twee ondernemingen of vestigingen in ten minste twee verschillende betrokken staten de in artikel 8, eerste lid, bedoelde onderhandelingen en richt daartoe een bijzondere onderhandelingsgroep op.
2 Behalve de overeenkomstig artikel 9 gekozen of aangewezen leden van de bijzondere onderhandelingsgroep, zijn ten minste drie leden van de bestaande Europese ondernemingsraad of van elk van de bestaande Europese ondernemingsraden lid van de bijzondere onderhandelingsgroep.
3 Tijdens de onderhandelingen, bedoeld in het eerste lid, blijven de bestaande Europese ondernemingsraad of -raden functioneren in overeenstemming met de toepasselijke overeenkomst of overeenkomsten, danwel blijft een andere procedure van informatieverstrekking en raadpleging van werknemers van toepassing, indien die is overeengekomen.

Paragraaf 3

Subsidiaire bepalingen over informatieverstrekking en raadpleging buiten overeenkomst

Artikel 15 Het hoofdbestuur is verplicht overeenkomstig deze paragraaf een Europese ondernemingsraad in te stellen indien:
a. het hoofdbestuur er blijk van heeft gegeven niet binnen zes maanden na de ontvangst van een verzoek als bedoeld in artikel 8, tweede lid, te zullen onderhandelen met een bijzondere onderhandelingsgroep;
b. het hoofdbestuur en de bijzondere onderhandelingsgroep geen overeenkomst als bedoeld in artikel 8, eerste lid hebben gesloten binnen drie jaar na de ontvangst van een verzoek als bedoeld in artikel 8, tweede lid, dan wel, indien het hoofdbestuur de bijzondere onderhandelingsgroep eigener beweging heeft ingesteld, binnen drie jaar na de datum van de instelling, tenzij een besluit als bedoeld in artikel 11, tweede lid, van kracht is.

Artikel 16 1 De Europese ondernemingsraad bestaat uit een zodanig aantal vertegenwoordigers van de werknemers van de communautaire onderneming of groep dat is gewaarborgd dat per betrokken staat een lid wordt gekozen of aangewezen voor elke 10%, of een deel daarvan, van de werknemers die in de betrokken staat werkzaam zijn, berekend over het totale aantal werknemers dat bij de communautaire onderneming of groep in alle betrokken staten tezamen werkzaam is.
2 Elk lid wordt gekozen of aangewezen overeenkomstig het recht van de betrokken staat waar hij werkzaam is.
3 Het aantal leden van Europese ondernemingsraad en de zetelverdeling wordt in overeenstemming gehouden met het eerste lid. Indien het aantal leden uit een betrokken staat wijzigt zonder dat met betrekking tot die zetels een nieuwe verkiezing of aanwijzing heeft plaatsgevonden, hebben de voor die betrokken staat zitting hebbende leden voor de toepassing van de relevante bepalingen inzake de stemverhoudingen binnen de Europese ondernemingsraad samen zoveel stemmen als overeenkomt met het aantal leden dat voor die betrokken staat krachtens het eerste lid is vastgesteld en vertegenwoordigen zij samen de in die betrokken staat werkzame werknemers van de communautaire onderneming of groep in een door hen te bepalen verhouding, dan wel, indien daarover geen overeenstemming wordt bereikt, naar verhouding van het aantal werknemers dat zij vertegenwoordigden voor de wijziging.

Artikel 17 1 Met betrekking tot de Nederlandse vestigingen en ondernemingen worden de leden van de Europese ondernemingsraad aangewezen of verkozen, dan wel wordt hun aanwijzing ingetrokken, overeenkomstig artikel 10, met dien verstande dat die leden zitting hebben voor de duur van vier jaren.
2 Alleen werknemers van de communautaire onderneming of groep kunnen als lid worden aangewezen of verkozen. Het lidmaatschap eindigt van rechtswege wanneer het lid ophoudt werknemer te zijn.
3 Een lid van een bijzondere onderhandelingsgroep of van de Europese ondernemingsraad of diens plaatsvervanger, die lid is van de bemanning van een zeeschip, heeft het recht deel te nemen aan een vergadering van de bijzondere onderhandelingsgroep of van de Europese Ondernemingsraad of aan elke andere raadpleging die wordt georganiseerd, indien dat lid of die plaatsvervanger ten tijde van de vergadering niet op zee is of zich bevindt in een haven in een ander land dan waar de rederij is gevestigd. Voor zover mogelijk wordt een vergadering zo gepland dat het lid of diens plaatsvervanger op eenvoudige wijze aan de vergadering kan deelnemen. Voor zover het lid of diens plaatsvervanger verhinderd is een vergadering bij te wonen, wordt geprobeerd de inbreng van het lid of diens plaatsvervanger langs andere weg te verkrijgen.

Artikel 18 1 De Europese ondernemingsraad kiest uit zijn midden een voorzitter en een of meer plaatsvervangende voorzitters. De voorzitter, of bij diens verhindering de plaatsvervangende voorzitter, vertegenwoordigt de Europese ondernemingsraad in rechte.
2 De Europese ondernemingsraad kan uit zijn midden een beperkt comité bestaande uit ten hoogste vijf leden kiezen.
3 De Europese ondernemingsraad stelt een reglement van orde vast. Alvorens het reglement wordt vastgesteld wordt het hoofdbestuur in de gelegenheid gesteld zijn standpunt kenbaar te maken. Indien een beperkt comité is gekozen, worden in het reglement de bevoegdheden van dat comité vastgesteld, alsmede de voorzieningen die noodzakelijk zijn om zijn werkzaamheden te kunnen uitvoeren.

Artikel 19 1 De informatieverstrekking aan de Europese ondernemingsraad betreft in ieder geval:
a. de structuur, de economische en financiële situatie, de vermoedelijke ontwikkeling van de activiteiten, de productie en de afzet van de communautaire onderneming of groep;
b. de stand en de vermoedelijke ontwikkeling van de werkgelegenheid, de investeringen, wezenlijke veranderingen in de organisatie, de invoering van nieuwe werkmethoden of productieprocessen, de zorg voor het milieu, fusie, of inkrimping van ondernemingen, vestigingen of belangrijke onderdelen daarvan.
2 Het hoofdbestuur informeert zo spoedig mogelijk de Europese ondernemingsraad of het beperkte comité over alle bijzondere omstandigheden en voorgenomen besluiten die aanzienlijke gevolgen hebben voor de belangen van de werknemers, in het bijzonder betreffende verplaatsing of sluiting van ondernemingen, vestigingen of belangrijke onderdelen daarvan of collectief ontslag.
3 De raadpleging van de Europese ondernemingsraad verloopt op zodanige wijze dat deze met het hoofdbestuur of een ander passender bestuursniveau binnen de communautaire onderneming of groep met een eigen beslissingsbevoegdheid inzake de te behandelen onderwerpen bijeen kan komen en een met redenen omkleed antwoord op zijn adviezen kan krijgen. Raadpleging betreft in ieder geval de onderwerpen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, en het tweede lid.
4 Het hoofdbestuur en de Europese ondernemingsraad komen ten minste één maal per kalenderjaar in vergadering bijeen. In de vergadering wordt de Europese ondernemingsraad aan de hand van een door het hoofdbestuur opgesteld schriftelijk rapport geïnformeerd en geraadpleegd over de ontwikkeling van de activiteiten en de vooruitzichten van de communautaire onderneming of groep. Het hoofdbestuur draagt er zorg voor dat deze jaarlijkse vergadering binnen de communautaire onderneming of groep wordt bekendgemaakt.
5 Indien de Europese ondernemingsraad of het beperkte comité dat verzoekt, komt deze met het hoofdbestuur of een ander geschikter bestuursniveau binnen de communautaire onderneming of groep met een eigen beslissingsbevoegdheid inzake de te behandelen onderwerpen in vergadering bijeen, om aan de hand van een door de communautaire onderneming of groep opgesteld schriftelijk rapport over de in het tweede lid genoemde omstandigheden en voorgenomen besluiten nader te worden geïnformeerd en geraadpleegd. Voor een vergadering met het beperkte comité worden mede uitgenodigd de leden van de Europese ondernemingsraad die mede gekozen of aangewezen zijn door de werknemers van de vestigingen of ondernemingen die door de betreffende omstandigheden of voorgenomen besluiten rechtstreeks worden geraakt. De vergadering doet geen afbreuk aan de bevoegdheden van het hoofdbestuur.
6 Het hoofdbestuur behoeft geen informatie te verstrekken, voor zover dat in redelijkheid het functioneren van de communautaire onderneming of groep ernstig zou belemmeren dan wel schaden. Het hoofdbestuur kan terzake van de informatieverstrekking geheimhouding opleggen, indien daarvoor een redelijke grond bestaat. Zoveel mogelijk voor de behandeling van de betrokken aangelegenheid wordt meegedeeld, welke grond bestaat voor het opleggen van de geheimhouding, welke schriftelijk of mondeling verstrekte gegevens onder de geheimhouding vallen, hoelang deze duurt, alsmede of er personen zijn ten aanzien van wie de geheimhouding niet in acht behoeft te worden genomen.
7 Het hoofdbestuur stelt de Europese ondernemingsraad of het beperkt comité in de gelegenheid om bijeen te komen voor en na elke vergadering met het hoofdbestuur.
8 Het voorzitterschap van een bijeenkomst als bedoeld in het vierde of vijfde lid wordt, tenzij anders wordt afgesproken, afwisselend bekleed door het hoofdbestuur en de Europese ondernemingsraad.

Artikel 20 1 De Europese ondernemingsraad en het beperkt comité kunnen zich doen bijstaan door deskundigen van hun keuze voor zover dit voor het verrichten van hun taken noodzakelijk is.
2 De kosten die redelijkerwijze noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taak van de Europese ondernemingsraad en het beperkt comité komen ten laste van de communautaire onderneming of de moederonderneming. De verplichting tot het dragen van de kosten van door de Europese ondernemingsraad ingeschakelde deskundigen beperkt zich tot één deskundige per agendaonderwerp, tenzij de Europese ondernemingsraad en de communautaire onderneming of de moederonderneming anders overeenkomen.
3 De eerste volzin van het tweede lid is eveneens van toepassing op het voeren van rechtsgedingen, echter onder de voorwaarde dat de communautaire onderneming of de moederonderneming vooraf van de te maken kosten in kennis is gesteld.

Artikel 21 1 Uiterlijk vier jaar na zijn instelling besluit de Europese ondernemingsraad, al dan niet op voorstel van het hoofdbestuur, of het wenselijk is met het hoofdbestuur in onderhandeling te treden over het sluiten van een overeenkomst als bedoeld in artikel 8, eerste lid.
2 De artikelen 11, derde tot en met zesde lid, en 13, eerste en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de Europese ondernemingsraad hierbij in de plaats treedt van de bijzondere onderhandelingsgroep.

Artikel 22 Het hoofdbestuur draagt er zorg voor dat binnen de communautaire onderneming of groep de samenstelling van de Europese ondernemingsraad alsmede het tijdstip waarop een vergadering als bedoeld in artikel 19 zal worden gehouden, wordt bekendgemaakt.