Wet op de economische delicten (WED)
Artikel 19 1 De opsporingsambtenaren zijn in het belang van de opsporing bevoegd inzage te vorderen van gegevens en bescheiden, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.
2 Zij zijn bevoegd van de gegevens en bescheiden kopieën te maken.
3 Indien het maken van kopieën niet ter plaatse kan geschieden, zijn zij bevoegd de gegevens en bescheiden voor dat doel voor korte tijd mee te nemen tegen een door hen af te geven schriftelijk bewijs.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-01-1998 | wijziging | Stb 1997 580 (pdf) | 25464 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-05-1951 | nieuwe-regeling | Stb 1950 K 258 | 603 | MvT (pdf) |