Wet op de economische delicten (WED)
Artikel 18 1 De opsporingsambtenaren zijn in het belang van de opsporing bevoegd tot inbeslagneming van daarvoor vatbare voorwerpen voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is. Zij kunnen daartoe hun uitlevering vorderen.
2 Voor inbeslagneming van voorwerpen ter verbeurdverklaring uit hoofde van artikel 7, onder e, behoeven zij evenwel de machtiging van de officier van justitie.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-01-1998 | wijziging | Stb 1997 580 (pdf) | 25464 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-02-1959 | wijziging | Stb 1958 296 (pdf) | 4034 | MvT (pdf) |
01-05-1951 | nieuwe-regeling | Stb 1950 K258 | 603 | MvT (pdf) |