Wet griffierechten burgerlijke zaken (Wgbz)


Artikel 3a 1 In cassatie wordt:
a. in vorderingszaken van elke eiser en elke verschenen verweerder een griffierecht geheven, voor zover bij of krachtens deze wet of een andere wet niet anders is bepaald;
b. in zaken waarbij een verzoek wordt ingediend, voor de indiening van een verzoek of een verweerschrift een griffierecht geheven, voor zover bij of krachtens deze wet of een andere wet niet anders is bepaald.
2 De eiser in cassatie is het griffierecht verschuldigd vanaf de dag waarop de procesinleiding is ingediend en zorgt dat het griffierecht binnen vier weken nadien is bijgeschreven op de rekening van de Hoge Raad dan wel ter griffie is gestort. De verweerder is het griffierecht verschuldigd vanaf zijn verschijning in het geding en zorgt dat het griffierecht binnen vier weken nadien is bijgeschreven op de rekening van de Hoge Raad dan wel ter griffie is gestort.
3 De verzoeker en de belanghebbende zijn het griffierecht verschuldigd vanaf de indiening van de procesinleiding respectievelijk het verweerschrift en zorgen dat het griffierecht binnen vier weken nadien is bijgeschreven op de rekening van de Hoge Raad dan wel ter griffie is gestort.
4 Artikel 3, vijfde en zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting