Wet giraal effectenverkeer (Wge)


Hoofdstuk 2

Verzameldepot

Titel 3

Uitlevering en verdeling

Artikel 26 1 Voor zover uitlevering op grond van het derde lid en het vierde lid mogelijk is, heeft een deelgenoot recht op uitlevering van de hoeveelheid effecten waarvoor hij deelgenoot is. Uitlevering van een gedeelte van een effect is niet mogelijk.
2 Is het verzameldepot niet toereikend om aan iedere deelgenoot de in het eerste lid bedoelde hoeveelheid effecten uit te leveren, dan levert de intermediair aan een deelgenoot slechts zoveel effecten uit als in verband met de rechten van de andere deelgenoten mogelijk is.
3 Effecten worden uit een verzameldepot slechts uitgeleverd:
a. ter opname in een depot van een in het buitenland gevestigd centraal instituut of een buitenlandse instelling met een functie vergelijkbaar met die van een centraal instituut; of
b. ter opname in een verzameldepot van een andere intermediair of, indien de instelling die de effecten heeft uitgegeven daarmee heeft ingestemd, een depot van een instelling in het buitenland waaraan het op grond van het op die instelling van toepassing zijnde recht is toegestaan ten name van cliƫnten rekeningen in effecten te administreren, indien alle effecten van de desbetreffende soort worden uitgeleverd.
4 In afwijking van het derde lid worden effecten op verzoek van een deelgenoot uit een verzameldepot uitgeleverd indien de uitlevering noodzakelijk is voor de deelgenoot om een aan de effecten verbonden recht uit te kunnen oefenen. De effecten worden onverwijld teruggeleverd ter opname in het verzameldepot zodra het niet langer noodzakelijk is voor de betreffende deelgenoot de effecten in eigen naam te houden voor het uitoefenen van het hiervoor bedoelde recht.

Artikel 27 1 De verdeling van een verzameldepot dat niet toereikend is om aan iedere deelgenoot de hoeveelheid effecten, waarvoor hij deelgenoot is, te leveren, geschiedt overeenkomstig de volgende regels.
2 Aan ieder der deelgenoten worden naar evenredigheid van zijn aandeel zoveel effecten geleverd als in verband met de rechten van de andere deelgenoten mogelijk is. Blijft een hoeveelheid effecten over die voor een zodanige verdeling te klein is, dan worden zij, tenzij de deelgenoten anders overeenkomen en voor zover mogelijk, verkocht op een handelsplatform, als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht of een met een handelsplatform vergelijkbaar systeem uit een staat die geen lidstaat is en wordt de opbrengst onder de deelgenoten naar evenredigheid van ieders aandeel verdeeld.
3 Andere tot het verzameldepot behorende goederen worden op de daartoe meest geschikte wijze te gelde gemaakt en de opbrengst wordt onder de deelgenoten naar evenredigheid van ieders aandeel verdeeld.

Artikel 28 1 Indien de intermediair die het verzameldepot houdt, zelf deelgenoot is, wordt hem bij toepassing van het voorgaande artikel slechts toegedeeld hetgeen overblijft, nadat de andere deelgenoten zoveel hebben ontvangen, dat zij niets meer uit hoofde van hun aandeel hebben te vorderen.
2 Het eerste lid geldt niet, indien de intermediair bewijst dat het tekort is ontstaan door omstandigheden die hem niet kunnen worden toegerekend.

Artikel 29 Levert de intermediair aan een deelgenoot meer effecten uit dan waartoe hij ingevolge de drie voorgaande artikelen bevoegd is, dan kan het teveel uitgeleverde door de intermediair worden teruggevorderd, tenzij de deelgenoot op het tijdstip van de uitlevering te goeder trouw was.

Artikel 30 1 De intermediair is tot uitlevering bevoegd zonder medewerking van de andere deelgenoten.
2 Uitlevering van effecten aan toonder geschiedt door terbeschikkingstelling van de effecten aan de deelgenoot. Uitlevering van effecten op naam geschiedt door levering ter uitlevering uit het verzameldepot.

Artikel 31 1 Voor zover uitlevering op grond van artikel 26 mogelijk is, komt bij de uitlevering van effecten uit hoofde van een aandeel waarop een beperkt recht of beslag rust dit beperkte recht of beslag mede op de uitgeleverde effecten te rusten.
2 Het eerste lid is bij uitkering als bedoeld in artikel 27, tweede lid, tweede volzin en derde lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 32 Degene die overeenkomstig artikel 12, eerste lid, een hoeveelheid effecten in bewaring heeft gegeven of heeft geleverd maar daarvoor geen deelgenoot is, wordt vermoed bevoegd te zijn de rechten van de deelgenoot uit de artikelen 15, 26, 27 en 49db uit te oefenen.