Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR)


Hoofdstuk V

Regelingen tussen gemeenten en waterschappen

Afdeling 2

Algemene bepalingen

Artikel 62 De artikelen 8 tot en met 26, 28 en 29 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:
a. bij de toepassing van artikel 10, vierde lid, voor «artikel 81p, eerste lid, van de Gemeentewet» wordt gelezen: artikel 81p, eerste lid, van de Gemeentewet of artikel 51b, eerste lid, van de Waterschapswet;
b. bij de toepassing van artikel 16, vijfde lid, voor «artikel 25 van de Gemeentewet» wordt gelezen: het bepaalde voor het orgaan dat het lid heeft aangewezen;
c. bij de toepassing van artikel 24a voor «artikel 22 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing» wordt gelezen «artikel 22 van de Gemeentewet en artikel 39 van de Waterschapswet zijn van overeenkomstige toepassing» en voor «De artikelen 96, tweede en derde lid, 98 en 99 van de Gemeentewet» wordt gelezen «De artikelen 96, tweede en derde lid, 98 en 99 van de Gemeentewet en artikel 32a, tweede, derde en vierde lid, van de Waterschapswet».

Artikel 62a Vervallen