Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)


Artikel 4.2 1 Het bevoegd gezag kent degene tot wie een beschikking is gericht krachtens:
a. artikel 2.1, eerste lid, onder a, b, c of h, voor zover daaraan in het belang van de archeologische monumentenzorg voorschriften zijn verbonden,
b. artikel 2.1, eerste lid, onder b of c, voor zover daarbij de omgevingsvergunning in het belang van de archeologische monumentenzorg is geweigerd,
c. artikel 2.1, eerste lid, onder e, onder 2°, of onder 3°, juncto artikel 8.1, eerste lid, in gevallen waarin het tweede lid van dat artikel niet van toepassing is,
d. artikel 2.1, eerste lid, onder f,
e. artikel 2.1, eerste lid, onder i, voor zover dat bij de krachtens dat onderdeel vastgestelde algemene maatregel van bestuur is bepaald,
f. artikel 2.1, eerste lid, onder e, onder 2° of 3°, met toepassing van artikel 2.6, voor zover de rechten die de vergunninghouder aan al eerder krachtens die onderdelen verleende vergunningen ontleende, daarbij zijn gewijzigd,
g. artikel 2.19, voor zover dat bij het betrokken wettelijk voorschrift is bepaald,
h. artikel 2.31, eerste lid, onder a, b of c,
i. artikel 2.31, eerste lid, onder d, voor zover dat bij het betrokken wettelijk voorschrift is bepaald,
j. artikel 2.33, eerste lid, onder a, b, c, d of e, of tweede lid, onder e of f,
k. artikel 2.33, eerste lid, onder g, voor zover dat bij het betrokken wettelijk voorschrift is bepaald,
l. artikel 2.33, tweede lid, onder f of g, voor zover dat bij de betrokken algemene maatregel van bestuur, onderscheidenlijk verordening is bepaald, of
m. artikel 2.33, tweede lid, onder h, voor zover dat bij het betrokken wettelijk voorschrift is bepaald,
en die ten gevolge daarvan kosten maakt of schade lijdt die redelijkerwijs niet of niet geheel voor zijn rekening behoren te komen op zijn verzoek of uit eigen beweging een naar billijkheid te bepalen vergoeding toe, voor zover niet op andere wijze in een redelijke vergoeding is of kan worden voorzien.
2 Indien de beschikking op de aanvraag om een vergunning met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is voorbereid, kan een verzoek om vergoeding worden ingediend na de toezending van het ontwerp van de beschikking aan de aanvrager.
3 Indien het bevoegd gezag advies heeft ingewonnen over een verzoek om vergoeding of over het voornemen tot toekenning daarvan uit eigen beweging, zendt het een exemplaar van het advies aan de belanghebbende. Het vermeldt daarbij de termijn waarbinnen deze zijn zienswijze over het advies kenbaar kan maken.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
intrekking-regeling Stb 2020 172 (pdf) 34986 MvT (web) MvT (pdf)
01-07-2011 wijziging Stb 2011 330 (pdf) 32433 MvT (web) MvT (pdf)
01-10-2010 nieuwe-regeling Stb 2008 496 (pdf) 30844 MvT (web) MvT (pdf)