Hoofdstuk V
Gebruik van voertuigen op de weg
§ 4Geldigheid keuringsbewijzen
Artikel 81 1 Bij algemene maatregel van bestuur wordt, voorzover nodig onder daarbij te stellen voorwaarden, bepaald op welk tijdstip een keuringsbewijs geldigheid verkrijgt en voor welke duur een keuringsbewijs geldig is. Deze duur kan voor verschillende groepen van voertuigen, alsmede voor voertuigen die voor, onderscheidenlijk na een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen tijdstip voor het eerst op de weg zijn toegelaten, verschillend worden vastgesteld.2 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden vastgesteld met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde voorwaarden en groepen van motorrijtuigen.
Artikel 82 Onverminderd de artikelen 81, 86, vierde lid, en 91, vierde lid, verliest een keuringsbewijs zijn geldigheid:
a. door afgifte van een vervangend keuringsbewijs;
b. door het onbevoegd daarin aanbrengen van wijzigingen.