Uitvoeringswet internationale inning levensonderhoud


Artikel 5 1 Verzoeken die betrekking hebben op de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake levensonderhoud op grond van het verdrag worden ingediend bij de voorzieningenrechter van de rechtbank. Ten aanzien van het verlof tot tenuitvoerlegging zijn de artikelen 985 tot en met 990 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering niet van toepassing.
2 In zaken betreffende de verzoeken, bedoeld in het eerste lid, is bevoegd de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen wier rechtsgebied de persoon jegens wie de erkenning en tenuitvoerlegging wordt gevraagd gewone verblijfplaats heeft of de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen wier rechtsgebied de tenuitvoerlegging plaats dient te vinden.
3 Een verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt ingediend door de centrale autoriteit of, in geval van een verzoek waarbij de centrale autoriteit niet als verzoeker optreedt, door een advocaat of deurwaarder. In het geval van indiening door een advocaat of deurwaarder geldt het kantoor van de advocaat of deurwaarder als gekozen woonplaats van de verzoeker.
4 In afwijking van het derde lid is, in het geval van een verzoek waarbij de centrale autoriteit niet als verzoeker optreedt, de bijstand van een advocaat of deurwaarder niet vereist indien het bedrag dat de partij tegen wie de tenuitvoerlegging wordt gevraagd, moet voldoen in hoofdsom niet hoger is dan het bedrag, genoemd in artikel 93, onder a, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Is het eerstbedoelde bedrag uitgedrukt in een andere munteenheid dan de euro, dan moet het worden omgerekend tegen de koers van de dag van de indiening van het verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging. De verzoeker die zonder bijstand van een advocaat of deurwaarder een verzoek indient, dient woonplaats te kiezen binnen Nederland.
5 Een verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt in de Nederlandse taal gesteld, onverminderd artikel 7 van de Wet gebruik Friese taal in het rechtsverkeer. De bij het verzoek horende stukken moeten in de Nederlandse taal zijn vertaald.
6 Bij ongenoegzaamheid van de bij het verzoek overgelegde documenten wordt gelegenheid tot aanvulling gegeven.
7 Inwilliging van een verzoek als bedoeld in het eerste lid geschiedt in de vorm van een eenvoudig verlof, dat op het overgelegde afschrift van de beslissing, dat door de bevoegde autoriteit is gewaarmerkt, wordt gesteld.
8 De voorzieningenrechter veroordeelt de schuldenaar in de kosten welke op de afgifte van het verlof zijn gevallen.
9 De voorzieningenrechter verklaart het verlof tot tenuitvoerlegging uitvoerbaar bij voorraad.
10 Voor de toepassing van de Wet griffierechten burgerlijke zaken wordt een verzoek als bedoeld in het eerste lid geacht geen eis tot betaling van een bepaalde geldsom te zijn.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-09-2017 wijziging Stb 2016 290 (pdf) 34212 MvT (web) MvT (pdf)
26-10-2011 nieuwe-regeling Stb 2011 460 (pdf) 32617 MvT (web) MvT (pdf)