Uitvoeringswet EG-bewijsverordening (Uw EG-bwv)


Artikel 11 Een afwijzende beslissing op grond van artikel 12, derde of vierde lid, artikel 16, tweede lid, en artikel 19, zevende lid, van de verordening wordt beschouwd als een beschikking waartegen voor partijen in de hoofdprocedure hoger beroep openstaat overeenkomstig de vierde afdeling van titel 7 van het Eerste Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, met dien verstande dat het hoger beroep de werking niet schorst, tenzij de rechter anders heeft bepaald, en dient te worden ingesteld binnen een termijn van vier weken te rekenen vanaf de dag van de beslissing.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
Aanhangig 36153 MvT (web) MvT (pdf)
30-06-2004 nieuwe-regeling Stb 2004 258 (pdf) 28993 MvT (web) MvT (pdf)