Politiewet 2012


Hoofdstuk 8

De Politieacademie en de politieonderwijsraad

§ 2

Politieonderwijsraad

Artikel 82 1 Er is een politieonderwijsraad.
2 De politieonderwijsraad bestaat uit een oneven aantal van ten hoogste vijftien leden, onder wie de onafhankelijke voorzitter. De leden wijzen uit hun midden een plaatsvervangend voorzitter aan.
3 In de politieonderwijsraad hebben, naast de voorzitter, in ieder geval als lid zitting:
a. een burgemeester;
b. een lid van de leiding van de politie en twee politiechefs;
c. een lid van het openbaar ministerie;
d. twee vertegenwoordigers vanuit de politievakorganisaties;
e. een vertegenwoordiger van het beroepsonderwijs;
f. een vertegenwoordiger van het hoger onderwijs;
g. de directeur van de Politieacademie en zijn plaatsvervanger;
h. een onafhankelijk lid dat deskundig is op het terrein van het toegepast wetenschappelijk onderzoek.
4 De leden van de politieonderwijsraad worden bij koninklijk besluit benoemd, herbenoemd, geschorst en ontslagen.
5 De leden van de politieonderwijsraad worden benoemd voor een periode van zes jaren. Zij kunnen ten hoogste eenmaal worden herbenoemd.
6 Onze Minister kan adviserende leden of waarnemers benoemen.
7 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent de organisatie en de werkwijze van de politieonderwijsraad.

Artikel 83 1 De korpschef stelt het door Onze Minister vastgestelde deel van de sterkte als bedoeld in artikel 36, eerste lid, tweede volzin, feitelijk ter beschikking aan de politieonderwijsraad voor de uitvoering van de taken, bedoeld in de artikelen 84, 87, eerste lid, en 94, eerste lid.
2 Bij ministeriële regeling worden de functies of categorieën aangewezen van personen die op grond van het eerste lid feitelijk ter beschikking kunnen worden gesteld. Artikel 97, eerste lid, onder a en b, en tweede lid, onder b, is van overeenkomstige toepassing op de voorzitter van de politieonderwijsraad ten aanzien van de personen, bedoeld in de eerste volzin.
3 De personen die werkzaam zijn ten behoeve van de politieonderwijsraad staan onder gezag van de voorzitter van de politieonderwijsraad en leggen over hun werkzaamheden uitsluitend aan hem verantwoording af. Artikel 97, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 84 1 De politieonderwijsraad draagt bij aan het ontwikkelen en onderhouden van een kwalificatiestructuur als bedoeld in artikel 87, gericht op de aansluiting en afstemming tussen het aanbod van politieopleidingen en de behoefte van de politie daaraan, mede in het licht van de arbeidsmarktperspectieven voor afgestudeerden, en mede gelet op van belang zijnde ontwikkelingen in internationaal verband.
2 De politieonderwijsraad adviseert Onze Minister omtrent de eisen die worden gesteld aan de plaatsen waar de beroepspraktijkvorming wordt uitgevoerd.
3 De politieonderwijsraad ziet toe op de aansluiting van de politieopleidingen op de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
4 De politieonderwijsraad adviseert Onze Minister over de strategische onderzoeksagenda, bedoeld in artikel 94.
5 De politieonderwijsraad verzorgt de uitbesteding van het toegepast wetenschappelijk onderzoek, bedoeld in artikel 95, tweede lid, en de begeleiding van dat onderzoek, die plaatsvinden onder verantwoordelijkheid van de directeur van de Politieacademie.
6 De politieonderwijsraad geeft Onze Minister desgevraagd of uit eigen beweging zijn zienswijze.