Artikel 76 1 De directeur van de Politieacademie en zijn plaatsvervanger worden benoemd, herbenoemd, geschorst en ontslagen bij koninklijk besluit. De artikelen 9 en 12, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen zijn van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervanger.
2 De directeur van de Politieacademie en zijn plaatsvervanger kunnen niet tevens lid zijn van de raad van advies van de Politieacademie.
3 Bij de benoeming van de directeur van de Politieacademie en zijn plaatsvervanger wordt ervoor zorg gedragen dat expertise op het terrein van de politie, het onderwijs en onderzoek wordt gewaarborgd.
4 De directeur van de Politieacademie en zijn plaatsvervanger worden benoemd voor een periode van ten hoogste zes jaar. Zij kunnen eenmaal worden herbenoemd.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-01-2017 | wijziging | Stb 2016 203 (pdf) | 34129 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-01-2013 | nieuwe-regeling | Stb 2012 315 (pdf) | 30880 | MvT (web) MvT (pdf) |