Artikel 61 1 De politie kan bijstand verlenen aan de Koninklijke marechaussee.
2 Behoeft de Koninklijke marechaussee bijstand van de politie, dan richt het gezag, bedoeld in artikelĀ 14, eerste of tweede lid, een verzoek daartoe aan Onze Minister.
3 Onze Minister bepaalt of en op welke wijze bijstand wordt verleend en stelt het gezag hiervan in kennis. Indien bijstand wordt geleverd, stelt hij Onze Minister van Defensie hiervan in kennis.
4 Behoeft de Koninklijke marechaussee bijstand van de politie voor een onderdeel van de politietaak dat op grond van de wet rechtstreeks onder verantwoordelijkheid van Onze Minister wordt uitgevoerd, dan bepaalt Onze Minister of en op welke wijze bijstand wordt verleend. Onze Minister stelt Onze Minister van Defensie in kennis van de bijstand.
5 Onze Minister kan algemene en bijzondere aanwijzingen geven aan de betrokken ambtenaren van politie, voor zover die bijstand verlenen aan de Koninklijke marechaussee bij de taken als bedoeld in artikelĀ 4, derde lid.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-01-2023 | wijziging | Stb 2022 216 (pdf) | 35759 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-01-2013 | nieuwe-regeling | Stb 2012 315 (pdf) | 30880 | MvT (web) MvT (pdf) |